Iedereen bedankt!
Tot slot willen we iedereen bedanken voor de belangstelling in ons avontuur. Familie, vrienden, collega’s, kennissen, geïnteresseerden en toevallige bezoekers die ons via de site hebben gevolgd, een mailtje hebben gestuurd of het gastenboek in hebben gevuld. Natuurlijk willen we de aanwezige op onze “Bijna thuis” borrel extra bedanken voor de aanwezigheid, de handjes, kusjes, het welkom heten, de cadeautjes en gezelligheid.
Wij hebben erg van onze reis genoten. Hopelijk hebben jullie via de reisverhalen met ons meegenoten. We kunnen het zeker iedereen aanraden. Wie weet tot de volgende reis, de ideeën zijn er al.

De eerste week na terugkomst in Nederland
Ach het is bijna alsof we nooit weg geweest zijn. Nadat we eerst een paar dagen het e.e.a. hebben uitgewassen, afgewassen en opgeruimd beginnen we alweer aardig in het Brabantse ritme te komen. We gaan bij de Bieb langs die ons tijdens onze reis heeft gevolgd en de krant komt op bezoek voor het schrijven van een artikel. Arjan gaat in de loop van de week wat klussen en ik ga weer eens wat kleren kopen. Het is bijna 1 maart en dan begint voor mij het gewone leventje weer, werken. Arjan kan zijn tijd besteden aan het zoeken van een nieuwe baan en heeft nu mooi de om met de hond rond te rauzen.

Zaterdag 20 februari (Duitsland – Nederland)
Bijna thuis…. Nog een kleine 200 km en dan staan we weer op de stoep. Om half 3 begint onze “Bijna thuis” borrel en we willen geen minuut te vroeg komen. Dat wil zeggen dat we alle tijd hebben. We rijden richting de grens bij Venlo. Hier halen we bij het douane kantoor de benodigde stempels voor in het carnet om onze € 5000,- borg, die we bij de ADAC (uitgever van het carnet) bij ons vertrek achter gelaten hebben, weer terug te kunnen krijgen.
Vervolgens gaan we wat winkelen in Boxmeer. Ik heb nieuwe laarzen nodig. Voor ons vertrek heb ik nagenoeg alle schoenen weg gedaan. Dan nog even een korte wandeling met de hond in de bossen en dan op naar Venhorst.
We rijden natuurlijk even lans ons huis. We zijn niet nieuwsgierig, maar willen wel graag zien hoe het erbij staat. Ballonnen, vlaggetjes, de vos van de gemeente (de vos is de mascotte van onze buurtvereniging “De Voskuilenheuvel”) en foto’s voor het raam versieren het huis.
Dan breekt het uur van de waarheid aan, de echte thuiskomst. Mijn oom staat te filmen en ik zie al een paar van mijn collega’s aan de kant staan. Leuk, zeg al die bekende gezichten. Neef Hans onthaald ons met een serenade op zijn jembé. De tijd vliegt en de borrel is alweer ten einde voordat we iedereen hebben gesproken.
De familie gaat nog even mee naar huis en al snel lijkt het alsof we net terug komen van een drie weken durende vakantie.

Vrijdag 19 februari (Duitsland)
We rijden de hele dag en rond de middag lunchen we op het parkeerterrein bij het hotel waar we onze aller eerste nacht van onze reis hebben geslapen. Dat wil dus zeggen dat we vanavond al thuis zouden kunnen zijn, maar dat willen we niet. Nee, we willen morgen pas in Venhorst arriveren als familie, vrienden, kennissen etc. ons welkom heten. We rijden na de lunch nog wel even door, maar maken er een niet te lange dag die eindigt in de omgeving van Bonn.

Donderdag 18 februari (Kroatië – Slovenië – Oostenrijk - Duitsland)
We komen steeds dichter richting huis, het koude noorden. In Oostenrijk kopen we netjes een Autobaan Vignet, maar betalen ondanks dit vignet nog een paar keer tol. Hoezo dubbelop?
Bij Passau rijden we Duitsland en in de omgeving van Reegensburg slapen we in een gasthof. Ja, het zuiden van Duitsland staat bekend om veel en lekker. Een grote pul bier, maar ook mijn glas sinas is niet bepaald klein te noemen.

Woensdag 17 februari (Bulgarije – Servië - Kroatië)
Als we wakker worden blijkt dat er weer een laag sneeuw gevallen is. Hier zitten wij nu natuurlijk niet op te wachten. We rijden het eerste stuk niet veel harder dan 50 – 60 km.
Als we bij de grens met Servië komen is het opgehouden met sneeuwen en is de weg schoon.
Vervolgens rijden we naar Kroatië, waar we ook de grens passeren. Nou dachten wij dat we in de EU waren en dus gewoon bij iedere grensovergang door konden rijden. Niet dus! Zowel bij de grens met Servië als Kroatië worden onze paspoorten gecontroleerd en krijgen we bij de laatste overgang zelfs nog een stempel??? Natuurlijk willen ze ook even weten of we geen sigaretten, drugs of iets dergelijks met ons mee vervoeren.

Dinsdag 16 februari (Turkije - Bulgarije)
We rijden verder en zien het bord Europa langs de weg zodra we de brug bij Istanbul zijn overgestoken. Het water dat de Middellandse zee en de zwarte zee met elkaar verbindt scheid Europa van Azië.
Als we bij de grens komen horen we dat de overgang gesloten is. De weg in Bulgarije is wegens de storm beschadigd en ontoegankelijk. Gelukkig bestaat er wel de mogelijkheid om via een omweg een andere grensovergang naar Bulgarije te nemen. Bij de grens aangekomen verloopt alles soepel. En dan rijden we de met sneeuw bedekte EU binnen.
Onderweg naar Sofia komen we een aantal deelnemers van de alternatieve Amsterdam – Dakkar challenge tegen. Deze gaat dit jaar via het middenoosten naar Tunesië. Terwijl wij met de groep jongens (op één uitzondering na) staan te buurten krijgen ze te horen dat Tunesië, vanwege het dichtgooien van de grenzen door Gaddafi, niet bereikbaar is.
Het is al donker als we Sofia bereiken en het valt niet mee om hier een hotel te vinden waar we met de hond terecht kunnen. We besluiten om de stad uit te rijden om dan maar weer ergens de tent op te slaan. Een super idee is dat natuurlijk niet, al die sneeuw duid er namelijk duidelijk op dat het hier verdomt koud is. Net buiten de stad passeren we een motel. We draaien vinden hier een mooie kamer waar we dan toch kunnen verblijven.

Maandag 15 februari (Turkije)
Eerst gaan we naar het vliegveld waar we de invoerbelasting bij customs gaan ophalen. Men wil wel even de oude cilinderkop zien. Bij de bank die moet zorgen voor de betaling duurt het een tijdje voordat deze geregeld is. Ze hebben kennelijk een stroomstoring, waardoor men het e.e.a. niet via de computer kan verwerken. Gewoon even denken hoe het vroeger, voor het computertijdperk ging lijkt mij. Het duurt even voordat ze snappen dat het Arjan het niet zo zeer boeit of de computers nu wel of niet werken, maar dat hij gewoon zijn geld terug wil. Betalen ging afgelopen vrijdag snel en simpel en nu willen ze moeilijk doen.
Zo, daar gaan we. We rijden tot het begin van de avond door en eindigen vlak bij Istanbul. Hier slapen we, tegen onze verwachting in, nog een keertje in de tent.

Zondag 14 februari (Turkije)
We rijden naar Antalya. Het is even spannend of de auto het doet, maar hij doorstaat de proef. Rond de middag arriveren we in Antalya. Hier is het even zoeken om het pension te vinden wat we op internet hadden gevonden. Het is gelegen in de oude stad waar alles uit eenrichtingsweggetjes bestaat. Het is lekker weer om op een terrasje te genieten van onze lunch en om nog wat rond te lopen door de straatjes.

Zaterdag 13 februari (Turkije)
Een zeer belangrijke dag… Arjan gaat aan het sleutelen. Hij demonteert de oude cilinderkop, zet de schroeven en bouten over op de nieuwe cilinderkop en plaatst nieuwe pakkingen. Vervolgens kan het geheel weer boven op de motor geplaatst worden wat er tot dan toe als een donker gapend gat uit ziet.
Even testen; het starten gaat goed en nadat de motor een tijdje loopt wordt ook de verwarming (die niet meer werkten) warm. Arjan maakt een klein rondje en alles lijkt te werken. Morgen zullen we het ervaren als we naar Antalya rijden.
Dan is het tijd voor een goede warme douche. Gelukkig is het vandaag prachtig weer geweest, tegen de 25°C wat betekend dat de zon de tonnen water op het dak goed opgewarmd heeft. De vieze knieën en het met smeer bespatten gezicht en nek kunnen wel een scheursponsje gebruiken.
’s Avonds gaan we voor de laatste keer in ons favoriete restaurant Viya eten.

Vrijdag 12 februari (Turkije)
Arjan neemt de bus van 5.00 uur naar Antalya. Super goedkoop, het is in Nederland niet voor te stellen dat je met de bus of trein in 3 uur tijd van Den Bosch naar Assen rijdt zonder moeilijk doen van overstappen etc. voor maar € 7,50 enkele rijs incl. koffie/thee met een koekje.
Om 8.00 uur is hij op het vliegveld. Daar moet hij aan Turkish Airlines eerst 100 Turkish liras (€50,=) betalen voor het pakket wat dan nog niet is gearriveerd. Intussen hebben we dan voor de verzending vanuit Engeland via Istanboel naar Antalya €183,= betaald terwijl het voor £60,= (€68,=) customs cleared Vanuit Engeland tot aan de deur bezorgd zou worden. Nee, DHL krijgt hier geen schoonheidsprijs voor.
Vervolgens gaat Arjan naar Customs (douane) om het papierwerk te regelen. Hier betaald hij administratiekosten (€18,=) en invoerbelasting (€95,=). De invoerbelasting krijgen we terug als we maandag het oude onderdeel kunnen laten zien. Rond 11.00 uur staat hij met pakket in de hand klaar om terug naar de bushalte te gaan. Zo zie je dat het best snel te regelen is, als je jezelf er maar even mee bemoeid. De procedure in Istanboel was gewoon te gek voor woorden.
Om 15.00 uur is Arjan alweer terug in Gazipasa, waar hij bij een garage even (ter leen) een momentsleutel ophaalt. Deze heeft hij nodig om de bouten van de cilinderkop na montage met de juiste kracht aan te draaien.

Donderdag 11 februari (Turkije)
Ja, je hoeft niet te raden wat we vandaag gaan doen. Bellen mailen en nog eens bellen met DHL. Jeetje, het lijkt allemaal nog veel ingewikkelder dan gedacht. We krijgen formulieren toe gemaild die in het Turks ingevuld moeten worden. Daarnaast moeten ze door een notaris ondertekend worden en vervolgens door DHL opgehaald worden om naar Istanboel gebracht te worden. En dan zijn we er waarschijnlijk nog niet. Want de betalingen moeten ook nog geregeld worden. We kunnen het pakket niet zelf in Istanboel op gaan halen, dit lijkt even het meest eenvoudige. Wel kan DHL het pakket, tegen betaling, naar Antalya sturen, zodat Arjan daar het e.e.a. morgen zelf met customs kan regelen. Dat lijkt de beste optie, maar het is inmiddels 9.30 uur en we moeten de betaling voor 10.00 uur regelen en het betalingsbewijs tezamen met een formulier voor deze tijd door faxen. Ik ga naar de bank om de betaling te regelen. Om 10.45 uur is alles geregeld en we krijgen even later bericht dat de papieren ontvangen zijn. Zo, dat lijkt in orde te komen. Tenminste dat denken we totdat we ten vieren een mailtje van weer een andere DHL medewerker krijgen dat hij de fax niet goed kan lezen en of we het opnieuw willen faxen of mailen. “Dat meen je niet, heeft het daar de hele middag op een bureau liggen te liggen. Dat ze daar nu pas mee aankomen. We mailen meteen terug dat we wel verwachten dat we morgen het pakket in Antalya op kunnen halen, voor het zelfde geld laten ze er nu een dag overheen gaan. Arjan gaat snel naar het dorp om de papieren opnieuw te faxen, maar het papiertje van de bank is dun en de letters afkomstig van een matrix printer zo onduidelijk dat kopieren, faxen of wat ook niet duidelijk is. Terug op de kamer maak ik een paar foto’s van de documenten die Arjan toe mailt. Gelukkig is uiteindelijk alles rond en ontvangen we de laatste gegevens die nodig zijn om morgen het pakket op te halen.
’s Avonds gaan we voor de 3e avond op rij naar Restaurant Viya. Hier heb je goed eten, ruim voldoende voor een mooie prijs en erg vriendelijke bediening. Als we verlaten krijgen we nog wat zoetig bladerdeeg met nootjes mee, iets wat een beetje op baklava lijkt. Aardig toch!

Woensdag 10 februari (Turkije)
Nieuwsgierig als we zijn kijken we snel waar ons pakketje uithangt. Het is inmiddels onderweg van Leipzig (Duitsland) naar….. We lopen naar het centrum, waar we o.a. nog wat spulletjes kopen voor het reparen van de auto zoals koelvloeistof en een stuk plastic om tijdens de reparatie onder de auto te leggen ter voorvoorkoming dat de inrit bij het pension vies wordt. Als we weer terug zijn op de kamer kijken we weer even naar de stand van zaken. Aha, het pakketje is inmiddels in Istanboel. Vol spanning wachten we af wanneer het pakketje richting Antalya wordt gevlogen. We vullen onze tijd op onze eigen manier. Arjan zit met de laptop op schoot te surfen op internet, ik lees een boek en Ilha kijkt tussen de dutjes door TV. Vooral als ze een paar poolvosjes ziet is ze wakker. Door flink te blaffen tegen de TV denkt ze waarschijnlijk dat ze ze weg kan jagen.
Laat in de middag krijgen we een telefoontje van DHL. Er moeten wat kosten aan customs voldaan worden. Hiervoor moeten we een brooker in de arm nemen, een bemiddelaar die het geld voor ons voorschiet of zoiets. Het is niet geheel duidelijk wat er allemaal moet gebeuren, maar er volgen formulieren via de mail die we moeten invullen. De formulieren die per mail verstuurd zouden zijn komen niet bij ons binnen en Arjan gaat aan het bellen; Kantoor gesloten. Dan morgen maar verder. Ligt ons pakket al vanaf vanmorgen 10.00 uur in Istanboel krijgen we net voor sluitingstijd van het kantoor pas een berichtje. Belachelijk trouwens dat DHL na 17.00 niet meer te bereiken is.

Dinsdag 9 februari (Turkije)
Patrick en Katharina gaan verder, we nemen afscheid, maar weten dat we elkaar binnenkort toch wel weer zien. Mochten we elkaar onderweg niet meer treffen, dan spreken we zeker voor de zomer wat af.
Zodra het in Engeland ochtend is en de kantoren open gaan, er is een tijdverschil van 2 uur, hangt Arjan aan de telefoon met Turner Engineering om te informeren naar de mogelijkheid om een cilinderkop naar Turkije te laten sturen. Het is allemaal geen probleem. De betaling vindt plaats via Visa en de verzending gaat via DHL 1 tot 2 dagen duren. Tel hier nog een dag voor de reparatie bij op en het loopt alweer tegen het weekend voor we verder kunnen als het meezit. Dachten we eerst dat we tijd zat hadden om de 20ste weer terug in Venhorst te zijn, lijkt het er nu op dat we toch nog door moeten gaan rijden. Gezien de temperatuur en de weersomstandigheden is dat niet zo bezwarend. Het is bij de kachel in de auto nog altijd warmer dan buiten op de camping of op een gemiddelde hotelkamer.

Maandag 8 februari (Turkije)
We verlaten ons mooie bush camp plekje en rijden verder. Omdat het heuvelachtig is stelt Patrick voor dat wij alvast doorrijden en we elkaar later ergens treffen. De truck verliest veel snelheid bij het bergje op gaan. Voor ons maakt het niet zo uit of we hier achteraan tuffen, maar het eigen tempo rijden rijdt natuurlijk gemakkelijker.
Om 12.00 uur zetten we de auto aan de kant. Nee, niet voor de lunchpauze. De temperatuurmeter van de auto liep even hoog op en het stoom kwam van onder de motorkap opstijgen. De slag van het koelsysteem is gescheurd, waarschijnlijk doordat er lucht in het systeem is gekomen. Maar waardoor is er lucht in het systeem gekomen. Het voorval lijkt een beetje op de situatie in Botswana een half jaar geleden, met dat verschil dat na reparatie alles weer in orde leek. Nu niet. Patrick en Katharina hebben ons weer ingehaald en samen rijden we verder, of thans dat proberen we. In no time loopt de temperatuur weer richting het rode. Arjan gooit weer enkele liters in het systeem en we proberen het nog eens. De weg zit mee, deze gaat namelijk bergaf wat voor de motor weinig energie betekend en de regen koelt extra. Zodra we weer berg op gaan loopt de temperatuur weer op en moet er weer enkele liters water bijgevuld worden. We proberen het nog een keer, maar aangezien de weg blijft stijgen gaan we dit niet redden. Patrick sleept ons naar het volgende grotere dorp. Hier nemen we een hotelkamer. We regelen alles en vragen of de hond geen probleem is. “Nee, geen probleem”. En dan opeens ziet men dat we een hond hebben: “Probleem”. We krijgen het adres van een pension waar honden geen probleem zijn en rijden daar heen. Prima kamer met draadloos internet, ideaal. De douche werkt op zonne-energie, dus op zo’n regenachtige dag als vandaag hebben we een koude douche. De airco maakt alles goed, we laten hem de boel flink verwarmen.
’s Avonds gaan we met zijn vieren eten in het restaurant van het pension. Voor € 45,= eten we met z’n allen incl. een drankje. Op zich niet duur, maar wat we kregen was niet meer dan een eenvoudig voorgerecht. En dat terwijl Arjan vooraf nog zij: “Ik hoop dat het veel is”.

Zondag 7 februari (Turkije)
We rijden eerst een stuk via de 3 baanse tolweg en vervolgens via een kustweg richting Alanya en Antalya. De tolweg is saai, maar de kustweg is een mooie route door heuvellandschap omgeven door naaldbomen met af het toe het zicht op een baai en de Middellandse zee. De huizen zijn niet meer zo armmoedig, al heef het grootste deel nu geen warmwater. Het water wordt bijna overal door de zon verwarmt, maar de zon zit achter een dikke wolkenlaag.
De lokale bevolking loopt hier niet in burka’s. Vrouwen hebben soms wel een hoofddoek om, maar dat kan ook tegen de kou zijn of om ervoor te zorgen dat de haren bij het werken op het land schoon blijven. Mannen en vrouwen lopen rond in drollenvangers. De mannen dragen ze in somber grijs of zwart. Die van de vrouw is meestal voorzien van een fleurig bloemetje.
We zien langs de ruige kust een pad de diepte in dalen. Aan het einde van dit pad moeten we een mooi plekje om te kamperen vinden. Inderdaad, een watervalletje valt van enkele meters hoogte de zee in en we hebben een mooi zicht op de golven die tegen de rotsen aan slaan. Voor de avond sprokkelen we wat hout om een vuurtje te kunnen maken.

Zaterdag 6 februari (Syrië)
We rijden naar de volgende grensovergang, de grens met Turkije. Het is niet bepaald een rustige grensovergang. De drukte wordt vooral gecreëerd door de vele trucks die in de rij staan om de grens over te gaan. Omdat we langer dan een week in Syrië zijn geweest moeten we voor een week dieseltax bijbetalen. We proberen er nog onderuit te komen, niemand had bij binnenkomst van het land tegen ons verteld dat de $100,- dieseltax maar voor een verblijf van 1 week is. Helaas trekken we aan het kortste eind, en toch klopt het niet.
Turkije is ook weer een apart verhaal als het om het visum gaat. Patrick en Katharina hebben met hun Duitse nationaliteit geen visum nodig, maar wij wel. Hebben de Duitsers een streepje voor omdat er zo’n grote Turkse gemeenschap in Duitsland woont? Nou ik dacht dat we in Nederland ook aardig wat Turkse ingezetenen hadden om een streepje voor te krijgen. Dat ze er in Turkije er maar wel aan denken dat ze ons geen geld meer af kunnen troggelen zodra ze tot de EU toegelaten worden.
We rijden rond de middag Turkije in en zien al snel dat de Europese invloeden sterker worden nu we weer verder naar het noorden en daarmee dichter bij Europa komen. De eerste indrukken zijn positief; mooi landschap, veel winkels die al wat professioneler ogen dan voorheen, goede ruime wegen. Wat de wegen betreft hebben ze goed rekening gehouden met de groei van het verkeer in de komende 50 jaar.

Vrijdag 5 februari (Syrië)
Het is een mooie zonnige winterse dag. De lucht is helder en de zon straalt zijn best, maar de winterse kou is merkbaar. Omdat het zo’n lekker zonnig weertje is genieten we lekker van een dagje rust. Geen was, geen schoonmaakwerkzaamheden, niets.

Donderdag 4 februari (Syrië)
We bezoeken het kasteel Craq des Chevaliers. Een groot oud kasteel waar de dochter van de koning haar eigen toren had. Het kasteel is een klein doolhof met verschillende verdiepingen en ruimten voor allerlei doeleinden. Over de vestigingsmuur lopen we het laatste stuk weer terug naar de uitgang. Buiten is de zon gaan schijnen, maar het is maar voor even. Als we bij de auto aankomen begint het plots weer te hagelen en te sneeuwen en duiken wij snel de auto in.
Via een binnendoor route rijden we naar de kust. De route neemt door al het geslinger en hoogte verschil extra tijd in beslag, maar is een stuk leuker dan de snelweg. De sneeuw die vanmorgen gevallen ligt hier en daar nog als een dun dekentje over het land. Aan de kust op het strand parkeren we de auto voor de lunch. We rijden via de snelweg die de kust volgt naar het noorden richting Latakia. Vanaf Latakia rijden we landinwaarts. Men is hier een prachtige snelweg aan het aanleggen, maar deze is nog niet geheel klaar voor gebruik. We volgen de oude weg langs sinaasappelboomgaarden, olijvenboomgaarden, een vallei met landbouw etc. Telkens weer verast het landschap ons.

Woensdag 3 februari (Syrië)
Zullen we gaan of zullen we toch nog maar een dagje blijven? Vanwege het mooie weer zijn we al een dagje langer gebleven dan in eerste instantie verwacht. We besluiten om toch maar weer verder te gaan. In de morgen brengen we eerst een bezoek aan het fort, wat boven op de berg ligt en aan de bouw te zien uit een andere tijd stamt dan de Romeinse ruines.
Als we Palmyra verlaten rijden we richting Homs, naar Craq des Chevaliers. Als we Homs naderen is de lucht grauw grijs en vallen de eerste druppels uit de lucht. Tegen de tijd dat we in Craq Des Chevaliers zijn regent het flink en waait het stevig. We besluiten om de tent ingeklapt te laten en te overnachten in een hotelkamer. Maar deze kamer met een stenen vloer, betonnen muren en plafond en enkele beglazing is zo koud. Zelfs het straalkachel van Patrick en Katharina kan de kamer niet bepaald opwarmen.

Dinsdag 2 februari (Syrië)
De tempel van Bel ligt in onze achtertuin, maar hebben we nog niet bezocht. Dat gaan we vandaag mooi even doen. De buitenmuren ter bescherming van de tempel staan nog overeind en beslaat een flinke oppervlakte. Binnen in staan en liggen verschillende pilasters en heeft de offertempel nog duidelijke aanwezige details die door de tijd nog niet verloren zijn gegaan.

Maandag 1 februari (Syrië)
Vandaag doen we eigenlijk niet veel. We lopen even naar het centrum en bekijken de ruines op een afstand.

Zondag 31 januari (Syrië)
Onze auto staat op de camping tussen de olijfbomen met de tempel van Bel in de achtertuin. In de middag maken we een wandeling door een deel van de oude Romeinse stad. De zon straalt en het is heerlijk om tussen de ruines op een steen eens rustig rond te kijken.

Zaterdag 30 januari (Syrië)
Na een rustig nachtje vervolgen we onze route. We komen er al snel achter waarom we totaal geen verkeer hebben gehoord. De asfaltweg houdt op en gaat eerst over in een gravelweg en even later in een soort van oud Romeins pad. Naast dit pad loopt een ander pad wat iets beter begaanbaar is. En dan zijn we de weg kwijt. Nee, we zijn niet verdwaald, maar de weg is foetsie. Overal zien we spoeren van banden in de meest mogelijk richtingen verdwijnen. Wij rijden op ons gevoel en volgens de beste richting van het navigatiesysteem dwars door de woestijn. En opeens, “Krijg nou tieten” zoals Arjan het uitdrukt, ligt er een asfaltweg voor onze neus. Jaaa, moeten we nu links of rechts? We gaan naar rechts, maar besluiten 20 km later dat links wellicht een betere optie is en draaien om. Tegen het einde van de middag arriveren we eindelijk in Palmyra. Het wordt al schemerig en de resten van de Romeinse gebouwen zijn door flinke bouwlampen uitgelicht.

Vrijdag 29 januari (Syrië)
We rijden naar Bosra. Onderweg stoppen we bij een bakkerij/pattiserie, waarschijnlijk de beste van het land. Hier kopen we een paar broodjes en eten een broodje kipshoarma. We krijgen ieder een portie wat al voor 2 personen bestemd is. Arjan eet zijn hele bord leeg en kan geen pap meer zeggen. Ik stop halverwege, voor mij is het goed geweest.
In Bosra bezoeken we het oude Romeinse amfitheater. Het is nog behoorlijk in tact en daarom bijzonder in zijn soort. Het is groot en de trappen zijn erg stijl en de treden hoog. Als we van boven naar beneden lopen mis ik de armleuning en kruip bijna stapje voor stapje naar beneden.
Vanuit Bosra willen we via een binnendoor weg richting Palmyra rijden. In ieder dorp dat we passeren vragen we even naar de weg naar het volgende dorp om er toch zeker van te zijn dat we de juiste afslag nemen. Aan het einde van de middag, als we inmiddels in de woestijn zijn gearriveerd zoeken we een rustig plekje om te kamperen. Voor het eten hoef ik niet veel te zeggen. Arjan heeft nog steeds moeite met het woordje pap.

Donderdag 28 januari (Syrië)
We hadden eerst de gedachten om vandaag weer verder te rijden maar besluiten om toch nog maar een dagje te blijven. Kunnen we weer mooi de stad in. Voor Arjan kopen we eerst nieuwe schoenen en laten daarna zijn oude schoenen, die nog steeds prima lopen, maken. Verder gaan we in de soek op zoek naar de verschillende winkeltjes waar we het e.e.a. ander kunnen kopen wat op onze boodschappenlijstje staat; wc-papier, deo, kip, gehakt, boter en groenten. Natuurlijk moeten we voor ieder boodschapje naar een andere winkeltje. Verder kopen we ook nog lekkers en trakteren we onszelf voor de lunch op een broodje falavel.

Woensdag 27 januari (Syrië)
We gaan (me zijn vieren) rondstruinen door de soek, de Old City, van Damascus. De grotendeels overdekte soek bestaat uit vele kleine winkels met verkoopwaar van kitscherige stoffen tot lekkere snoepjes en van vlees, kip en vis tot al het mogelijke wat je in een bouwmarkt kunt aantreffen. Vooral de bouwmarktafdeling trekt Arjan zijn aandacht. Normaal houdt hij niet zo van winkelen en het rondslenteren over een markt, maar hier kan hij zijn tijd wel vullen door rond te snuffelen. Bij een sleutelmaker laten we een reservesleutel van de auto maken en warempel, als we hem bij terug komst op de camping testen werkt hij ook nog.

Dinsdag 26 januari (Jordanië – Syrië)
We verlaten Jordanië, het land met hele vriendelijke mensen en mooie mannen. Al heeft Arjan op dit laatste niet zo’n kijk.
De overgang verloopt zoals gebruikelijk. Om Syrië met de auto in te komen moeten we overigens wel wat geld op tafel leggen. In totaal $ 163,= voor een maand verzekering, road tax en diesel tax. Het grootste bedrag ($100,-) betalen we voor de diesel tax en geld maar voor een week. Blijven we dus langer dan een week, dan mogen we bij vertrek aan de grens bij lappen.
We rijden via een secundaire weg die door verschillende dorpjes loopt naar Damascus. Onderweg is het duidelijk te zien dat het hier aan regen de laatste dagen niet te kort heeft gehad. De rode kleiachtige aarde is zo papperig als iets. In Damascus treffen we Patrick en Katharina weer.

Maandag 25 januari (Jordanië)
Het weer is nog steeds niet geweldig. De lucht is grijs en het start weer met regenen. We rijden richting de Jordanië Vallei. Nadat we in de bergen getroffen worden door een dichte mist lijkt het in de vallei een stuk beter, maar als we om ons heen kijken ziet de lucht er nog steeds boos uit. De vallei is volgebouwd met kassen in de vorm van kleine nishutten en staan vol met tomatenplanten.
We bezoeken Pella, ook hier vinden we resten uit de Romeinse tijd, maar de staat is niet meer zo opperbest. Het zijn vooral de funderingen die nog bestaan. We rijden door richting Umm Qais. . De route loopt vlak langs de grens met Israel. Vooral aan de kant van de Golan Heights is er veel militaire bewaking en worden we binnen enkele kilometers bij verschillende haltes gecheckt. Het gebied wat hier voorbij de grens ligt wordt door Israel bezet. Het is ons niet geheel duidelijk, maar waarschijnlijk hoort dit stukje eigenlijk bij Jordanië. We verlaten de vallei en gaan aan het klimmen. We zien een mooi plekje voor een lunchstop en hebben vanaf hier goed uitzicht over de Sea of Galilee en de Golan Heights. We rijden nog een stukje verder en komen bij Umm Qais. Ook hier bezoeken we de overblijfselen van een Romeinse stad. Hier heeft men voor de bouw naast een lichte steen ook basalt (zwarte steen) gebruikt.

Zondag 24 januari (Jordanië)
We rijden naar Jerash, een oude Romeinse stad die na een aardbeving onder het zand bedolven is en daardoor nu nog redelijk in tact. Tijdens onze wandeling tussen de overblijfselen bezoeken we ook het amfitheater. In stijl worden we hier ontvangen door een doedelzak speler. Ilha is niet echt onder de indruk van de tonen en zet een tegenaanval in. Ze huilt als een wolf, maar de doedelzak speler snapt niet geheel wat ze daar mee wil zeggen en gaat ongestoord verder met zijn deuntje.
Op het terrein bij het Visitor Centre kunnen we vrij kamperen onder het wakend oog van de toeristenpolitie.
Tijdens onze avondwandeling begint het te druppelen. Het duurt niet lang of de regen neemt serieuze vormen aan. We duiken lekker de tent in waar we beschermt tegen alle nattigheid indoezelen.

Zaterdag 23 januari (Jordanië)
De gasflessen laten vullen is gemakkelijker gedacht dan gedaan. We gaan op zoek en vinden naar veel vragen en veel van het kastje naar de muur gewezen te zijn eindelijk een plaats waar ze onze nieuwe gasflesjes kunnen vullen.
Vervolgens rijden we een route door de woestijn richting Iraq. Vooral het eerste stuk van deze route is bezaaid met militaire basissen. Bij een kruising worden we halt gehouden zodat er een colonne van 6 militaire trucks met oplegger de weg op kan draaien. Deze trucks zijn gebouwd voor het vervoeren van zwaar geschut. De oplegger heef aan de achterzijde 2 assen met ieder 8 wielen. De truck zelf is geen kleine jongen. Hij bestaat uit 3 assen met 12 wielen en een normale truck valt erbij in het niets. We halen de trucks een voor een in en een heel eind verder op zien we de buit, 6 tanks langs de weg staan.
De route die we rijden passeert enkele kastelen of ruines ervan. Bij een oud soort van badhuis stoppen we om ook de binnenzijde te bekijken. De muren en plafonds zijn allen voorzien van muurschilderingen. Aan het einde van de middag arriveren we weer in Amman. Nu voor de allerlaatste nacht.

Vrijdag 22 januari (Jordanië)
Gister hadden we al een paar mogelijkheden voor een nieuw ‘fornuis’ bekeken en vandaag hebben we besloten. We kopen 2 gasflessen met brander. We moeten alleen nog even bekijken waar we deze flessen kunnen vullen.
De middag vullen we in met wat huishoudelijke klusjes.

Donderdag 21 januari (Jordanië)
Het is een mooie ochtend, een blauwe lucht en de zon staat te stralen. Tijdens het ontbijt horen we rare geluiden. Onweer in de lucht? Nee het lijkt er meer op dat Israel zijn luchtafweergeschut aan het testen is of gewoon bombardementen aan het uitvoeren is.
Vandaag is het voor ons een bijzondere dag. We gaan drijven in de Dode zee. Het zoute water zorgt ervoor dat je lekker lui op je rug kunt gaan liggen en je voort kunt laten dobberen. De zon zorgt ervoor dat de oppervlakte van het water niet te koud aan voelt. Na het zoutbad gaan we ons even af spoelen in een warmwaterbadje 10 meter van het meer. Dit is wel nodig, want het zout voelt aan als een vette laag op je huid die je er niet vanaf gedroogd krijgt. Het ligt hier overal vol met rommel, maar als we in het warme water liggen en over de rand kijken zien we alleen het blauw meer met zijn zonnige schitteringen.
We hadden hier een leuk plekje, maar dat er overal zoveel troep moet liggen bederft het uitzicht wel een beetje en wat nog erger is zijn de vliegen. Niet normaal, met bosjes strijken ze op alles neer waar ze denken maar iets van een kruimeltje te kunnen halen.
In het begin van de middag arriveren we weer in Amman. Hier ontdekt Arjan dat we het benzinetuitje kwijt zijn. Dit leggen we altijd, tot het opgeruimd wordt, boven op het reservewiel wat aan de achterdeur hangt. Normaal ruimt Arjan dit altijd op, maar nu even niet. Ja, zonder benzinetuitje kunnen we niet koken. Wat nu? Terug rijden en hopen dat je het per toeval ergens terug vindt? Het kan overal liggen, het ligt normaal redelijk stevig tussen de band en de achterdeur en valt niet direct naar beneden. Wie weet zijn we het de laatste kilometers in Amman verloren. We besluiten om hier in Amman een rond te kijken naar wat er verkrijgbaar is.

Woensdag 20 januari (Jordanië)
We rijden vandaag weer terug naar de Dode zee. Hopelijk is het weer er nu beter. In Amman is het fris en in de avond freezing cold en dat willen we graag even ontvluchten.
In Madaba willen we een bezoek brengen aan de Grieks orthodoxe kerk met een mozaïek van de kaart van Palestina. We doen ons best om de borden me de bewegwijzering te volgen, maar telkens loopt het dood. Alsof de borden ophouden te bestaan. Naar een paar verwoede pogingen rijden we maar verder.
We komen rond de middag aan bij Mount Nebo. Vanaf deze berg heeft Mozes het beloofde land gezien, maar het is nu te bewolkt om Nederland te zien. Oooh, is Jeruzalem het beloofde land? Wij dachten toch echt dat men daarmee ons kleine landje bedoelde. We bekijken het uitzicht wat niet verder reikt dan de Dode zee en een randje van de kust van Israel.
We dalen van Mount Nebo af naar de Dode zee, een stijle afdaling van ruim 1000 meter. Hier hangt een zwoel temperatuurtje, zoals we al hadden gehoopt. Dat scheelt een jas.

Dinsdag 19 januari (Jordanië)
We laten vandaag alles drogen wat zeiknat of een vochtig is geworden. De was breng ik naar de laundry service hier op het terrein, maar liefs 2 tassen vol. Verder was ik de kastdeurtjes af. Er zit een grijze laag op die ik er het best met waspoeder afkrijg.
Langzaam aan wordt het steeds drukker op de parkeerplaats. Als in de loop van de middag Patrick, Katharina en Joe aankomen staan er in totaal 3 auto’s met daktent en 2 trucks.
Overdag was het best aardig weer, vooral toen de zon scheen. Maar de zon verschuilt zich regelmatig achter de wolken en de wind is erg zuur. Gelukkig is alles in de loop van de dag weer droog.

Maandag 18 januari (Jordanië)
Holy shit, het heeft vannacht geregend. Niets aan de hand denken wij dan, maar we hebben een kleinigheidje over het hoofd gezien. De ondertent die al een paar dagen onder onze daktent hangt was aan de kant van de ingang niet goed met het grondzeil afgesloten. Aangezien we een beetje afhangen is het water via een stroompje de tent in komen stromen. Verder sloot het grondzeil wel goed aan en kon het water er aan de andere kant er niet uitstromen. Onze schoenen drijven rond in het water en een kussen van Ilha is doorweekt. De fleece jack van Arjan is naar beneden gevallen en is nat en zit vol met dennennaalden. Kortom, ook goedemorgen.
We trekken de regenjas uit de kast en proberen alles zo goed mogelijk schoon te maken en op te ruimen. Ons plan is om naar de Dode zee te rijden en we horen dat het in Petra, in Amman en in Aqaba regent, maar dat het bij de Dode zee droog is. Dat komt mooi uit, dan kan onze tent mooi drogen.
We hebben overigens wel geluk, want het is nog maar de vraag of Petra vandaag voor bezoek open gesteld gaat worden. Om 10.00 uur is de poort nog dicht, de beslissing zal niet veel later volgen. Ook balen als je een reis naar Jordanië geboekt hebt om Petra te bezoeken en dat dat vandaag gepland staat.
We brengen een bezoek aan het kasteel in Karak, gebouwd door de kruisvaders. Vervolgens rijden we door naar de Dode zee, waar het op 400 meter onder zeeniveau best aangenaam aanvoelt. We zetten de tent op en ik start met de voorbereidingen voor het eten. Het begint te waaien en de eerste regendruppels komen uit de lucht. Joe nodigt ons uit om in de truck te komen zitten, maar daar is geen tijd voor. Het weer slaat zo snel op dat ik zelfs te laat ben met het aantrekken van mijn regenjas. Met man en macht houden Arjan en ik de tent vast. De tent is op zich heel stevig, maar de overhang is een zwakpunt en zou alle kanten in slaan. De regen klettert op ons neer en als we tegen de wind in kijken is het nauwelijks mogelijk om nog een hap adem te halen. 5, hooguit 10 minuten later is de wind gaan liggen en is het droog. Maar wij zijn door en door nat, het water druipt van onze spijkerbroek onze schoenen in. Diezelfde schoenen die vanmorgen nog rond dreven en nadat ze de hele dag in de auto onder de kachel hebben gestaan, nog maar net droog waren.
We besluiten om alles in te pakken en naar Amman te rijden om daar een kamer te nemen. We ruilen onze spijkerbroek voor iets droogs. Ah, we hadden beter ook even een droge onderbroek aan kunnen doen. Van Patrick krijgt Arjan een jas te leen en ik krijg een paar schoenen van Katharina. We rijden weer terug naar de Theodor Schneller Schule, waar we afgelopen week een nachtje hebben gekampeerd. Nu nemen we een kamer in het gasthuis en de airco wordt voor ons op 25°C gezet, maar we blijven het koud hebben.
In Amman, de stad is op zeven heuvels gebouwd, stroomt het water van alle kanten naar beneden en sleurt daarbij modder en zand mee naar beneden. Het water komt via de putdeksels omhoog en de straten staan aardig blank. Het is duidelijk te zien dat men hier niet op zulke hoeveelheden regen voorbereid is.

Zondag 17 januari (Jordanië)
In de ochtend doen we het rustig aan. Na de lunch gaan we weer naar Petra. We beklimmen eerst een berg die een mooi uitzicht over de stenen stad geeft. We hebben iets over een monastery gehoord, maar zien hem niet en kunnen van bovenaf ook geen ander pad naar beneden vinden dan het pad wat we via de heenweg beklommen hebben. We lopen weer naar beneden op zoek naar de monastery. Nu blijkt de monastery op een andere berg te liggen. Tegen de tijd dat we hier boven zijn is het al bijna vijf uur. We blijven niet te lang boven, want we willen de afdaling nog voordat het echt donker wordt bewandelen. Als we beneden zijn kunnen we toch wel zeggen dat het donker en akelig stil is. Alle bezoekers zijn naar huis. Wij hadden gehoord dat er s’ avonds bij de schatkamer duizend kaarsjes branden, maar als we daar aankomen is er geen vlammetje te bekennen. We zien alleen ligt uit een souvenirwinkel komen waarvan een medewerker ons tegemoet komt. Hij zegt dat we het beste op kunnen schieten, want men verwacht regen en dat kan tot gevaarlijke taferelen leiden. De kloof wordt dan een rivier die je kan verassen.

Zaterdag 16 januari (Jordanië)
In de ochtend brengen we een bezoek aan Petra, de uit steen gehouwen stad. Na een wandeling die het laatste deel door de kloof leidt zien we tussen de wanden van de kloof de schatkamer te voorschijnen komen. Met de zon erop is dit eerste en meest bekende gebouw van Petra een sprookje. We lopen verder en verschillende voorgevels van gebouwen die o.a. als huis of graftombe dienden komen in zich. Waar je ook kijkt overal zie je dat er gebouwd is, we hadden er geen idee van dat het hier zo goot zou zijn. Sommige stukken zijn goed bewaart gebleven, zo ook het amfitheater.
We lopen in het begin van de middag weer richting de uitgang, waar we bij de schatkamer nog even onze lunch nuttigen. Hier staan 2 agenten te paard en trekken nog meer bekijks dan het imposante gebouw. Iedereen maakt van de agenten een foto of erger nog, poseren met de agenten voor de foto.

Vrijdag 15 januari (Jordanië)
We rijden weer terug naar het zuiden via de Kings Highway naar Petra. Onderweg passeren we de Wadi el Muijb, een rivier die door een diepe vallei loopt. Vanaf boven hebben we een mooi uitzicht wat wel wat heiig is. We maken de afdaling naar de rivier en klimmen aan de andere kant weer omhoog. Voor de truck is het hard werken om omhoog te komen en kost deze rit aardig wat tijd. In de loop van de middag bestluiten Patrick en Katharina om een plek voor de nacht te gaan zoeken en rijden wij door naar Petra. Hier kamperen, zoals gebruikelijk is bij overlanders, op de parkeerplaats van de rose stad.

Donderdag 14 januari (Jordanië)
We rijden naar Amman. Het lijkt een kort tochtje te zijn. 350 km over een soort van snelweg moet niet veel voorstellen. Het stelt ook niet veel voor, maar voordat we uit Aqaba weg zijn is het al bijna middag en zijn onze dag dus een beetje aan het verprutsen. Tegen het einde van de dag arriveren we in Amman bij een christelijke school voor jongens met een gasthuis.
’s Avonds nemen Arjan en Patrick de taxi naar het vliegveld om Joe op te halen. Joe hebben we aan de westkust ontmoet toen hij een tijdje met Patrick en Katharina mee reed.

Woensdag 13 januari (Jordanië)
We verlaten Wadi Rum, maar niet voordat we de woestijn nog wat verder verkend hebben. We rijden niet via de hoofdweg terug naar de uitgang, maar nemen een alternatieve route. Deze loopt langs de hoge zandduinen. De auto heeft het af en toe hard te halen, maar met af en toe flink ploegen volgen we het zandpad tot de uitgang.
Rond de middag arriveren we weer in Aqaba, waar we een deel van de was, een stukje van de auto, de hond en onszelf ontdoen van het stof. Ja, we stonden op een mooi plekje daar in Wadi Rum, maar verdomd stoffig. Tijdens het douchen, gezamenlijk maar wel mannen en vrouwen gescheiden, krijgt Arjan gezelschap. De eerste man die binnenkomt draait bij het zien van Arjan, in zijn nakie, direct om. De volgende blijven, maar douchen zichzelf met hun kleren aan. Nou als iemand het over preuts heeft… Het zal wel een goede gewoonte zijn om na het zwemmen, natuurlijk ook met de kleren aan, op dezelfde wijze te douchen.
De dag was vandaag behoorlijk bewolkt en er viel zelfs een klein buitje uit de lucht. Ach, als het daarbij blijft, dan hoor je ons voorlopig nog niet klagen.

Dinsdag 12 januari (Jordanië)
Nog een dagje met weinig bijzonderheden. Gewoon genieten van de zon, af en toe een stofstorm en een goed boek. Ik ben druk lezend in het boek “De dochter van Mistral”. Jaren (zeker 20 jaar) geleden heb ik ooit eens de gelijknamige miniserie gezien. Nu het boek, net als de serie erg boeiend.

Maandag 11 januari (Jordanië)
We blijven waar we staan. Bij gebrek aan water en een douche nemen we eerst even een bucket shower, voor een aantal dagen (tot een week) hebben we zelf altijd voldoende voorraad water. Natuurlijk moeten dan wel zuinig zijn met het water en laten we de was voor wat het is.
Patrick en Katharina voegen zich weer bij ons en Khina en Ilha spelen druk met elkaar. Lekker door het stof rollen kun je het beter noemen. ’s Avonds barbecueën we en als dit achter de rug is, zetten we de tot barbecue gebombardeerde Jerrycan in de tent. Wat een briljant idee. Zo zitten gezellig en warm bij het vuur, zonder last te hebben van rook of een nare lucht.

Zondag 10 januari (Jordanië)
We doen nog even een paar boodschapjes en vertrekken dan naar Wadi Rum. Dit is een natuurpark bestaande uit woestijn met duinen, grillige rotsen en mooie kleuren die door de zon telkers weer verkleuren.
Omdat we hier een paar nachten willen blijven en omdat we weten dat het in de woestijn ’s nachts aardig kan afkoelen, hangen we de ondertent onder onze daktent. Zo kunnen we tijdens de koude avonden lekker binnen zitten. Niet dat het daar heel veel warmer is dan buiten, maar dan de wind hebben we dan in ieder geval geen last.

Zaterdag 9 januari (Jordanië)
We rijden even naar het centrum van Aqaba. Een rustige en zeer net aangelegde stad. We krijgen al vlot de indruk dat het economisch niet zo slecht hier is. Ruim opgezette straten met palmbomen en hibiscus in de middenberm. Er is voldoende groen en gelegenheid om lekker op een bankje te zitten.

Vrijdag 8 januari (Egypte – Jordanië)
Vandaag verlaten we Egypte en gaan we naar Jordanië. Egypte was voor ons het laatste Afrikaanse land van deze rondreis. Afgelopen zaterdag hebben we overigens het Afrikaanse continent eigenlijk al verlaten, want de Sinaï licht op het Aziatische continent.
Als we rond 10.30 uur bij de haven aankomen kopen we eerst kaartjes voor de ferry. De vertrektijd van de ferry is 15.30 uur en we moeten 2 uur vooraf bij de terminal aanwezig zijn. Hebben we nog mooi tijd om alle paparassen te regelen. Arjan tankt de auto nog even vol, ja dat is leuk om te doen in Egypte, super goedkoop. Daarna rijden we door naar de haven. Eerst gaan we met z’n allen naar de immigratie voor de stempels in ons paspoort. Daarna gaan Patrick en Arjan de rest regelen. Kantoortje in, kantoortje uit, hier wat betalen, daar wat betalen en tussendoor erg veel nodeloos wachten. Het is na enen voordat eindelijk alles geregeld is. Nu is het wachten tot het moment dat we de ferry op kunnen. Inderdaad, wachten. Aan een dienstregeling hebben ze hier ook niets. Het loopt al tegen half vijf voordat we een seintje krijgen dat we de boot op kunnen. Drie kwartier later is het zover en gaat de boot aan het varen. Als we rond 19.00 uur aan de andere kant van het water aankomen krijgen we daar de hele kermis opnieuw. Rond 20.30 uur arriveren we aan het strand op een plek om te kamperen en zien hier de truck van de Fransen staan. Zij zijn bij gebrek aan een Carnet (zonder Carnet kun je nl. Egypte niet in) van Soedan naar Saudi Arabia overgestoken.

Donderdag 7 januari (Egypte)
Overdag doen we het rustig aan. Aan het einde van de middag lopen we richting het centrum waar we eerst op zoek gaan naar een waterpijp, een leuk souvenir die als decoratie in een hoekje van de keuken of kamer kan komen te staan. We zien een mooie, maar willen er nog even over nadenken. Aangezien de shop tot heel laat in de avond open is besluiten we om na het eten nog wel te zien. We lopen vervolgens door naar het hotel van Bas en Caroline, hier buurten we met elkaar en wisselen vooral veel informatie uit. Zij zijn onderweg naar het zuiden en hebben dus nog een hele leuke reis voor de boeg. Daarna gaan we samen eten en moeten we nog opschieten om op tijd bij de winkel terug te zijn om de waterpijp te kopen. Als we terug lopen hebben we weer een mooi zicht op de boulevard met al zijn winkeltjes en lichtjes. Dit is toch echt een plek om vakantie te vieren en voor ons voelt het of we op vakantie zijn. Elke dag langs de verschillende winkeltjes lopen en lekker uit eten. Maar vanavond is de laatste avond. Morgen gaan we naar het volgende land.

Woensdag 6 januari (Egypte)
Overdag gaan we naar een lagune, een rustige baai een stukje verderop. Hier genieten we van de zon en kijken naar de surfers die druk in de weer zijn op het water.
’s Avonds gaan we in een eenvoudig en goedkoop tentje wat eten en lopen daarna weer naar de Pinguïn voor een biertje en een smootie, die we daar bij een lekker vuurtje drinken. Onderweg zien we bij een hotel een overland auto op een parkeerplaats bij een hotel staan. We lopen het parkeerterrein op om de auto van dichterbij te bekijken. Een medewerker van het hotel komt op ons toe lopen en weet te vertellen dat de auto uit Nederland, Breda komt. Hij wil ons naar de eigenaren brengen, maar die schijnen net weg te zijn. We laten een boodschap en de naam van onze camping achter.
Als we bijna naar bed willen komen Bas en Caroline aanlopen, de eigenaren van de auto de we eerder deze avond hebben gezien. We gaan in de zithoek van de camping zitten. Hier zitten we traditioneel op kussens op de grond. Tegen twaalven, een paar uur later dus, gaan we naar bed en spreken af om elkaar morgen weet te treffen.

Dinsdag 5 januari (Egypte)
Onze spijkerbroeken en fleece jacks brengen we ’s morgens naar de laundry service aan de andere kant van de weg. Hier kunnen ze eens een keer met de machine gewassen worden en bespaart werk. Vooral het wassen van de fleece jacks valt niet mee. Mijn wasemmer is er eigenlijk te klein voor en ze zuigen zoveel water op dat ze erg zwaar worden en het flink wringen is voordat ze de waslijn op kunnen om te drogen.
Mijn broek van Zuid Afrikaanse kwaliteit (mr. Price) is op de knie doorgesleten. Best jammer, want het is een heerlijke broek die ideaal is met zijn vele zakken. Ik besluit om er een “appeltje” op te naaien. Eerst naai ik de scheuren dicht, daar na naai ik een zak die eerst op de zijkant van de knie genaaid zat voor op de knie. Zijn we toch weer even lekker creatief bezig geweest. Het resultaat mag er zijn, weliswaar een beetje scheef maar ach.
’s Avonds gaan we na het eten weer even het centrum in. We lopen langs de verschillende winkeltjes en gaan bij de Pinguïn, het restaurant waar we gister hebben gegeten, wat drinken. Hier hebben ze van die lekkere smooties, een yoghurtdrankje met vers fruit. Natuurlijk wil Arjan een biertje, een smootie is niets voor stoere mannen!

Maandag 4 januari (Egypte)
In de morgen brengen we eerst een bezoek aan het St. Katherine klooster, waar de Grieks Orthodoxe monniken, hier midden tussen de moslims, de scepter zwaaien. Binnen de muren is alles kort op elkaar gebouwd en is het gevuld met voornamelijk oost Europese en Italiaanse toeristen. Er is een kerk aanwezig met een verzameling van verschillende interieurstukken als stoelen, lampen die werken op kaarsen, wierookkannetjes, lantaarns en veel meer. Er bevind zich hier een grote collectie met heilige iconen en religieuze boeken in verschillende onleesbare talen. Als het erover uit gaat, dan is Grieks, Perzisch en weet ik veel welke talen nog meer net zo moeilijk te ontcijferen als het Arabisch. Het klooster is gebouwd aan de voet van 3 bergen, waaronder de berg waar Mozes ooit de Tien Geboden heeft ontvangen.
We rijden naar Dahab aan de oostkust van de Sinaï. Vanaf hier heb je uitzicht op Saudi Arabië. Rond lunchtijd zoeken we een camping waar we een broodje eten. We sturen een sms-je naar Patrick en Katherina, die al een week in Dahab verblijven. Zij ruilen hun bush camp plekje in voor een plaatsje op de camping. ´s Avonds gaan we lekker eten bij een goed restaurant waar we op kussens op de grond zitten en de katten ons weer gezelschap houden. Er zit een heel mooi katje bij, zwart met een wit befje, witte voorvoetjes en witte achterpoten. En ze is zo zacht. Ik zou hem/haar zo mee willen nemen. Ik hou wel niet van katten, maar voor deze zou ik een uitzondering maken, al ben ik bang dat Ilha niet zo tolerant is.

Zondag 3 januari (Egypte)
In de ochtend lopen we naar het bezoekerscentrum van de St. Katherine’s Monastery. Het is zondag en eigenlijk is zowel het bezoekerscentrum als de Monastery gesloten. Toevallig is er iemand in het bezoekerscentrum aanwezig en geeft ons de gelegenheid om rond te kijken. Aangezien Ilha niet mee het terrein op mag, wachten Arjan en Ilha onder aan de trap terwijl ik vluchtig wat informatie tot me neem over de Monastery. Dan weten we alvast een beetje over de geschiedenis voordat we er morgen een bezoek aan gaan brengen.
Verder vullen we de dag met lezen en wat andere kleine bezigheden.

Zaterdag 2 januari (Egypte)
Na een rustig nachtje zitten we om 8.00 uur alweer in de auto, op weg naar St. Katherine. Onderweg rijden we langs de kust van de Golf van Suez, wat de rode zee met het Suez kanaal en de Middellandse zee verbind. Als we land inwaarts rijden, rijden we door een landschap van grillige bergformaties. Kalksteen wat op sommige plaatsen is afgegraven en op andere plaatsen door weer en wind mooi grillig is gevormd.
Als we bij St. Katherine Protectorate, een nationaal park, aankomen betalen we de entree en rijden door naar een camping. Het is hier behoorlijk warm, maar als de zon gaat zakken daalt de temperatuur hard. Na het eten maken we een wandeling naar het dorp om onszelf zo een beetje op te warmen en gaan daarna vroeg naar bed. De nachtelijke temperatuur daalt tot zo’n 5º C. Kunnen we alvast wat aan de Hollandse temperaturen wennen.

Vrijdag 1 januari (Egypte)
Na het doen van wat boodschappen (de supermarkt is gewoon open) rijden we richting het Suez kanaal en hopen hier een paar flinke boten door de woestijn te zien varen. Dit moet een mooi gezicht zijn, tankers door die door het Suez kanaal varen met op de achtergrond de zandduinen van de Sinaï. We komen bij Ismailia waar we met een ferry naar de andere kant kunnen. Of toch niet? Er volgt alweer een paspoort controle en er blijken problemen te zijn, we kunnen niet met de ferry naar de andere kant. Wat de problemen precies zijn is ons niet geheel duidelijk maar het heeft vast met ons te maken. We krijgen het advies om 30 km verder naar het noorden rijden, daar kunnen we de brug over het kanaal nemen. Als we bij deze mooie nieuwe Peace Bridge aankomen is er weer een paspoortcontrole en wordt er gevraagd of we naar bezet Palestina gaan. “Nee, we willen naar Dahab”. Probleem, foreigners (buitenlanders) kunnen niet via deze brug naar de overkant. We moeten terug naar het zuiden, naar de Suez tunnel. Grapje, het is inmiddels half 5 en Suez is zo’n 130 km hiervandaan. Zo kun je het gevoel krijgen dat je van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Stelletje paranoïde Egyptenaren, bang dat we iets zien wat we niet mogen zien of bang dat er iets gebeurt wat niet gebeurt.
Tegen de tijd dat we bij de tunnel zijn is het al flink donker. En in het verkeer houdt men er hier rare gewoontes op na. Men rijd met stadslicht, alleen met mistlichten aan of gewoon met dimlicht. Gekleurd licht, blauw of rood, is ook populair. Het valt op, maar je ziet er niets mee. En dan zijn er nog altijd van die gasten die waarschijnlijk goed bevriend zijn met Allah, zij denken dat ze in het pikken donker zonder ligt kunnen rijden.
Als we bij het adres van de camping aankomen, blijkt deze niet meer te bestaan. Aan de kant van de uitgestorven weg parkeren we de auto, slaan de tent op en bereiden een eenvoudig maal van cup-a-soup, knakworstjes met brood en een yoghurtje.

Donderdag 31 december (Egypte)
We blijven een dagje op de camping staan en buurten wat met nieuwe overlanders. Ik doe weer wat was en tel stiekem af hoe vaak ik de was nog met de hand moet staan doen. Volgens mij komen we met een auto vol vuile was terug. In het begin van de avond bellen we naar huis om daar iedereen een fijne jaarwisseling te wensen. Wij zullen rond 21.00 uur wel weer in ons bed liggen, tenminste dat dachten we. Maar tijdens een drankje in de bar hebben we zoveel informatie met nieuwe overlanders, die nu van noord naar zuid rijden, uit te wisselen dat het stiekem tegen twaalven loopt. Om twaalf uur steken we een paar sterretjes af om het nieuwe jaar in te luiden. Verder zien we geen vuurwerk, wel horen we hier en daar een knal. Nee, hier leeft de jaarwisseling niet zoals bij ons.

Woensdag 30 december (Egypte)
Vanaf Masa Matrouh rijden we naar Alexandrië waar we een bezoek aan deze oude stad willen brengen. Op de een of ander manier rijden we rondom Alexandrië van de ene naar de andere snelweg, komen we geen bordjes met stadscentrum tegen en zien we te laat dat we waarschijnlijk af hadden moeten draaien om richting het centrum te rijden. We zitten op de weg richting Cairo en Arjan oppert het idee om naar Cairo door te rijden, daar bestaat in ieder geval een camping. Het besluit is snel genomen, over een paar uur moeten we er wel zijn. Dachten we, het wordt drukker en soms staan er van die super domme politieagenten midden op de weg te zorgen voor verkeersopstoppingen. Ze zouden eens een lesje bij onze verkeerspolitie moeten nemen. In Nederland proberen ze juist opstoppingen te voorkomen of snel op te lossen door het verkeer “aan te zwaaien”, aan te moedigen om door te rijden.

Dinsdag 29 december (Egypte)
We verlaten de woestijn. In Siwa brengen we nog een kort bezoek aan de Mountain of Death. Een berg waarin men vroeger werd begraven en waarin verschillende graftombes zijn terug gevonden.
Als we Siwa hebben verlaten wordt het landschap weer vlak, kiezelig en saai. Halverwege de route rijd ik een stukje. Nou dat is alweer een maand of acht geleden dat ik achter het stuur zat. Ik moet zeggen, er is niet veel veranderd. Het stuur en de versnellingspook zitten nog steeds op dezelfde plaats.
In Massa Matrouh rijden we weer naar het hotel waar we een paar nachten geleden hebben gelogeerd.

Maandag 28 december (Egypte)
Vandaag blijven we een dagje op dit rustig plekje in de woestijn. De eigenaar van het camp nodigt ons uit voor de thee. Wat blijkt, voordat we op de thee overgaan moeten we eerst de lunch mee nuttigen. Mmmm, lekker warm brood met saus, kaas, komkommer, tomaat en pittige rauwe ui. De tranen zouden er bijna van in je ogen springen.
We maken nog een korte wandeling door het losse duinzand en zitten ’s avonds lekker bij een kampvuurtje.

Zondag 27 december (Egypte)
Vandaag hebben we niet zoveel politiestops op onze tocht naar Siwa. Maar overal is hetzelfde, als men Ilha ziet denken ze allemaal dat ze Bobby heet. Er is geen twijfel over mogelijk, Kuifje is echt in Afrika geweest.
De weg naar Siwa is saai, behalve de laatste 15 km. Het vlakke verdwijnt uit het landschap en gaat over in grote uitgesleten rotsen. Rond Siwa, een grote oase, ligt een meer, groeien vele palmbomen en heeft men voldoende water om aan landbouw te doen.
Het kost ons enige moeite, maar uiteindelijk vinden we aan de rand van de Grote Zand Zee een camp waar wij kunnen kamperen met zicht op de zandduinen.

Zaterdag 26 december, 2e kerstdag (Egypte)
We rijden vanaf Cairo naar Alexandrië. Voor Alexandrië slaan we linksaf en volgen de kust langs de Middellandse zee. De eerste 100 km staat het aan onze rechterzijde volgebouwd met complexen van vakantie ressorts. Hier en daar ligt een braak stuk terrein wat of op de nominatie staat om volgebouwd te gaan worden of toebehoord aan een militaire basis. We gaan op zoek naar een plekje voor de nacht, maar dat valt tegen. Bijna niemand spreekt in dit op het eerste oog toeristische gebied Engels. Dan is het moeilijk om uit te leggen wat we willen. Kan men een beetje Engels, dan is het nog steeds moeilijk. Kamperen schijnt hier iets ongewoons te zijn. We voelen ons net Josef en Maria met ons kinneke Ilha als we na zoveel vragen maar geen plekje gevonden krijgen. Het is al na zevenen voordat we uiteindelijk na heel veel vragen bij uitgestorven ressorts in Masa Matrouh aankomen. Het is donker en daardoor valt door overdreven verkeersverlichting extra op. Op verschillende plaatsen zien we borden, paaltjes en andere vormen verlichting, voornamelijk in de primaire kleuren die attenderen op een drempel, politiepost, max. snelheid of wat ook voor situatie.
We vinden een hotel waar we voor een schappelijke prijs in een overcomplete kamer overnachten. In de kamer is een strijkplank en strijkijzer aanwezig, maar ik kom niet in de verleiding om deze te gaan gebruiken. Ik kan met gemak al meer dan een jaar zonder leven en daar wil ik nog even van genieten. Naast het toilet hangt een tweede telefoon, altijd gemakkelijk als het toiletpapier op is. Er staat een extra bed, maar Ilha slaapt liever tussen ons in dan dat ze een eigen bed heeft. De keuken is voorzien van een gasfornuisje. Uiterst handig voor het opwarmen van ons maaltijdje. Water, melk en een beetje boter aan de kook brengen. Zakje Knorr Pasta & Saus toevoegen en na 10 minuten is ons maaltijdje klaar. Het is wel duidelijk dat wij na deze feestdagen geen dieet hoeven te volgen om de aangekomen kilo’s kwijt te raken.

Vrijdag 25 december, 1e kerstdag (Egypte)
Het is 1e kerstdag, maar kerst wordt hier door het kleine groepje orthodoxen pas over een paar weken gevierd. Dus 25 en 26 december stellen hier weinig voor. Daarom maken we er zelf maar een beetje een speciale dag van door een bezoek aan de piramides en de Sphinx te brengen. De 3 piramides zijn een stel imposante bouwwerken. De grootste piramide kunnnen we niet meer van binnen bezoeken. Zowel voor de ochtend als voor de middag zijn hiervoor maar 150 kaartjes beschikbaar. Iedereen die de kans heeft wil natuurlijk van deze mogelijkheid gebruik maken. Wij bekijken daarom de 2e piramide vanbinnen. Na de graftombes in The Kings Vally is dit een tegenvaller. Eerst dalen we in de piramide af en vervolgens gaan we met een trap weer naar boven. Hierbij moeten we flink door de knieën en krom, de gangen zijn niet zo hoog. Aan het einde komen we in een flinke kamer uit waar de graftombe staat, maar als we naar de muren kijken kunnen we niet anders constateren dan dat het hier maar een kale bedoeling is. Geen grafeer/ of schilderwerk tegen de muur. Alleen tex in de kleur off-white. We lopen nog even rond over het terrein en vragen ons af waar we de Sphinx kunnen vinden. Nou, daar dus. We zien de achterkant van de kop en Arjan vermoed dat dit de Sphinx moet zijn. We lopen verder in de richting en inderdaad. Jammer dat het inmensen beeld niet meer geheel in tact, doordat Napoleon er o.a. de neus vanaf geschoten heeft. Maar de overblijfselen laten duidelijk zien dat er hier in vroegere tijden toch wel een stel knappe kunstenaars aan het werk zijn geweest.
We gaan vervolgens naar de supermarkt, die dus gewoon open is. Bij de Mac Donalds halen we een paar menu’s die we in de auto opeten en voor de avond warm ik het prutje wat over is van gister op.
Op vrijdag zijn alle kantoren gesloten, dat is iedere vrijdag zo. Dit heeft niets met Kerstmis te maken. Hier in Egypte heeft men op vrijdag en zaterdag weekend en is zondag weer een gewonen maandag.

Donderdag 24 december (Egypte)
Een dagje niets doen, of in ieder geval weinig noemenswaardig.

Woensdag 23 december (Egypte)
In de morgen gaan we eerst ons visum voor Syrië regelen. Met de taxi gaan we naar de ambassade. Zo hoeven we ons niet zo druk te maken over de verkeersgekte. Of er hier nu wel of geen strepen op de weg geschilderd staan, het maakt niet uit. Als er maar 2 rijbanen zijn, maar er is ruimte voor 4 auto’s naast elkaar, dan rijdt men minimaal in 4 rijen dik. Je hoeft je ook nooit af te vragen in welke baan men rijdt, meestal rijdt men namelijk in het midden van 2 banen. En als het over inhalen gaat, dat doe je links of recht. Gewoon daar waar de meeste ruimte is. Als je inhaalt, even toeteren, je voorganger weet niet waar spiegels voor bedoeld zijn. Wij zijn gewend dat het langzaamste verkeer rechts rijdt en het snelle verkeer links, maar hier lijkt dit omgekeerd te zijn. En een pech strook heeft men hier niet nodig. Krijgt men een kapotte band, dan wordt deze gewoon daar vervangen waar hij stuk gaat.
Het Syrië visum is simpel en snel geregeld. Op het aanvraag formulier dat we in tweevoud moeten invullen lijkt de belangrijkste vraag of we ooit een bezoek hebben gebracht aan bezet Palestina (Israel). Syrië en Israel blijken op een niet zo’n goede voet met elkaar te leven. Heb je een stempel in je paspoort van Israel staan, dan schijnt het zo te zijn dat Syrië je weigert. We laten naast de ingevulde formulieren een paar copies van ons paspoort en het Egypte visum achter met 2 pasfoto’s per persoon en natuurlijk… money. Normaal gesproken kun je de volgende dag je paspoort met visum alweer ophalen, maar morgen is men waarschijnlijk gesloten. Er wordt gezegd dat we zondag terug kunnen komen om het paspoort op te halen. We proberen nog even te regelen om toch morgen al ons paspoort op te kunnen halen, aangezien de sluiting van het kantoor niet 100% zeker lijkt te zijn. We moeten even wachten en horen dan dat we deze middag om 14.00 uur al terug kunnen komen, jippie! Arjan gaat ’s middags weer met de taxi terug en ik houd mezelf wat bezig op de camping. ’s Avonds gaan we even naar de bar, daar is de temperatuur iets aangenamer dan buiten.

Dinsdag 22 december (Egypte)
Ondertussen hebben we ons al wat Arabisch aangeleerd. Ja, 0 t/m 9 hebben we al onder de knie. Wel zo handig bij het lezen van prijsetiketten, houdbaarheidsdatums en de max. snelheid. Nu wordt het een sport om nummerplaten op auto’s te ontcijferen.
Vanaf Bawity rijden we naar Cairo. Het eerste stukje voert ons door de Black Desert, al moet je bij zwart niet al te veel voorstellen. Het gele zand is weliswaar bezaaid met zwarte stenen, maar blijft het zwart domineren.
In Cairo aangekomen krijgen we te maken met verkeersdrukte. Dat is weer eens wat anders dan de lege wegen die door de woestijn lopen. Een echt gekkenhuis is het gelukkig nog niet, maar we zitten ook nog ruim voor de avondspits. Als we op de camping aankomen horen we dat het geen probleem is om hier met een hond te verblijven. Oh nee, helemaal niet. Er zijn al andere gasten met 2 grote honden. Ra ra wie zouden dat zijn? Ja hoor, Patrick en Katharina zijn ook van de partij, zonder Francie. Zij is vanaf Luxor terug naar Duitsland gevlogen.

Maandag 21 december (Egypte)
We rijden voordat we The White Desert verlaten nog een rondje langs de verschillende rotsformaties. Kalkrotsen die tot verschillende sculpturen zijn gevormd door de langsrazende wind. De meest bekende sculptuur is toch wel the Mushroom (champignon). Als we weer op de doorgaande weg verder richting het noorden rijden zien we een caravan in de berm staan. Een man houdt ons aan en vraagt of we in the White Desert hebben overnacht en dat we hiervoor moeten betalen. Ja hé, daar komt hij ook mooi laat mee aan. Zoiets horen ze vooraf maar aan te geven. Ook op het informatiebord stond daar niets over vermeld. We vinden dus zij nu maar achter het net moeten vissen en betalen niets. De man begrijpt het waarschijnlijk wel een beetje of heeft geen zin in een discussie en we wensen elkaar een fijne dag.
In het begin van de middag arriveren we al op tijd op een camping in Bawiti, zodat ik nog mooi tijd heb om een wasje te doen.

Zondag 20 december (Egypte)
We blijven nog een dagje in de woestijn. Het is hier erg stil en rustig. Af en toe komen er enkele toeristen, met name Japanners, met gids en Landcruiser de Acacia bezoeken. Wij blijken ook een ware toeristenattractie te zijn, er worden dan ook regelmatig foto’s van ons gemaakt.
In de middag maken we een ommetje door de omgeving, waarbij het zand onder onze voeten wegschuift.

Zaterdag 19 december (Egypte)
We rijden weer verder naar het noorden waar we net voorbij Farafra het nationaal park The White Dessert bereiken. We draaien van de weg af en zien op het informatiebord bij de hoofdingang dat het toegestaan is om op bepaalde plekken in het park te kamperen. Natuurlijk mogen we geen rommel achterlaten en zijn er totaal geen faciliteiten, maar de omgeving is de moeite waard. We parkeren bij een acacia, een bezienswaardigheid tussen al het zand en de witte rotsen.

Vrijdag 18 december (Egypte)
We rijden naar Kharga en vervolgens door naar Dakhla waar we een camping vinden. De dorpen die we hier in de woestijn passeren zijn allemaal gegroeid rondom oasen met hier en daar warmwaterbronnen. Dus de woestijn is niet alleen maar droog en grijs, geel. Nee, op sommige stukken is het er heel groen en vruchtbaar.

Donderdag 17 december (Egypte)
We verlaten Luxor en rijden traject 1 van de route naar Cairo via de Western Desert. We volgen heel netjes de borden met Western Desert Route, al hadden we dit beter niet kunnen doen. We rijden door een mooie canyon met links en recht van ons door de wind uitgesleten rotswanden. Het eerste stuk is weliswaar een mooie route, maar als we op de navigatie kijken wijken we steeds meer af van de plaats waar we vanavond willen arriveren, een hotel met camping in Kharga. We kunnen het hele stuk terug rijden of de weg maar volgen. Veel opties zijn er verder niet aangezien de keuze aan wegen hier heel schaars is. We rijden door en maken nu gewoon een ommetje van een kleine 200 km. Kharga gaan we vandaag niet meer halen, dus zoeken we een mooi plekje achter een bult in de woestijn.

Woensdag 16 december (Egypte)
Met een busje en gids gaan we vandaag naar de Westbank van de Nijl. Hier brengen we o.a. een bezoek aan de graftombes in de Valley of the Kings. We bezoeken 3 tombes, die van Ramses I, Ramses IV en Ramses IX. In totaal zijn hier 62 graftombes gevonden waaronder die van Tutankhamen. Een 20-tal van de tombes is maar voor het publiek te bezichtigen. De andere zijn gesloten wegens onveiligheid of renovatie. De tombes variëren van grote en diepte, maar bezitten allemaal met elkaar overeenkomende muurschilderingen. Toch bijzonder om te zien dat men 3500 jaar geleden al dergelijke stabiele constructies onder de grond kon bouwen. Jammer genoeg was het niet toegestaan om foto’s op het terrein of in de graftombes te maken, maar na afloop heb ik toch een leuk setje met fotokaarten kunnen kopen. Na de tombes brengen we een bezoek aan de Funerary Tempel of Hatshepsut. En tot slot bezoeken we het dorp van de bouwers van alle tombes, waar we ook een paar tombes van de chefs bekijken. Eigenlijk zouden we i.p.v. het dorp van de bouwers naar de Valley of the Queens gaan, maar de indrukwekkendste tombe daar, die van Queen Nefertari, is momenteel gesloten wegens renovatie.

Dinsdag 15 december (Egypte)
De eigenaar van het hotel legt ons uit waar we een supermarkt kunnen vinden voor onze boodschappen, een kilometer of 3 van het hotel gelegen. We lopen langs de Nijl en lopen en lopen en gaan tussendoor even zitten op een bankje met uitzicht op de Luxor Tempel en lopen vervolgens nog een heel stuk door. Het lijkt wel België, daar kan men ook geen afstanden inschatten. Na anderhalf uur komen we bij de supermarkt aan. We lopen dan weliswaar met Ilha aan de lijn, maar anderhalf uur over 3 kilometer… het zullen er wel 5 – 6 geweest zijn.
De supermarkt is nogal Arabisch georiënteerd. Op de verpakking is vaak nog wel te zien om welke inhoud het gaat, maar het lezen van de prijsetiketten is onmogelijk. Een leuk item voor in mijn plakboek is het kassabonnetje. Hier staan de prijzen gewoon leesbaar, maar de bijbehorende producten zijn in het Arabisch omschreven.
Laat in de middag gaan we naar het Luxor museum. Hier zijn verschillende beelden afkomstig uit de graftombes aan de westkant (wij zitten nu aan de oost kant) van de Nijl tentoongesteld. Zo zien we beelden gehouwen uit o.a. Sandstone, Limestone, Graniet en Quarts van Ramses I, Hatsepsut, Amenophis III en vele andere. Ook liggen er een paar mummies tentoongesteld.

Maandag 14 december (Egypte)
Zo, we kunnen weer aan het rijden. Onderweg passeren we enkele politieposten. Hierover hebben we al het een en ander gehoord en gelezen en vaak worden ze als vervelend ervaren. Na Marokko en m.n. de westelijke Sahara en Gambia kan het lijkt ons niet veel erger meer. We hoeven maar bij 2 posten te stoppen. Bij de eerste post vraagt de agent naar onze nationaliteit: “Netherlands” is ons antwoord naar alle eerlijkheid. Er komt een 2e agent aanlopen die dezelfde vraag stelt en wij geven hetzelfde antwoord: “Netherlands, Nederland”. Zegt de 2e agent “Nationaliteit? Italy, France, Allemagne (Duitsland)? Nou ja zeg, het lijkt of ze hier nog nooit van ons kikkerlandje hebben gehoord. Veel meer dan ons best doen kunnen we niet en zeggen “Netherlands, Les Pays Bays, Nederland”. Er volgt heel wijs geen reactie meer, zouden ze nu weten waar we vandaan komen? Bij de volgende post proberen we het anders als ook hier naar onze nationaliteit gevraagd wordt: “Holland”. De reactie van de agent is duidelijk: “Oh, hOlanda”. Goed, wij komen dus uit hOlanda, fijn om te weten voor de volgende keer.
In de middag arriveren we in Luxor, waar we vlak aan de Nijl bij een hotel kamperen.
’s Avonds eten we in het hotel, waar we een enigszins pittige maar heerlijke maaltijd voorgeschoteld krijgen.

Zondag 13 december (Egypte)
Om 10.00 uur wordt Arjan en de rest natuurlijk weer opgehaald. De taxi komt na een uur wachten pas voorrijden en brengt de groep naar de haven. En daar gaat het weer zoals verwacht. Wachten, wachten en nog eens wachten. Rond 15.00 uur komt iedereen en jawel hoor, met eigen vervoer terug in het hotel. De auto is voorzien van gele nummerborden, maar dat is voor ons normaal. Alleen de Arabische tekens die er opstaan wijken af van onze normale kentekenplaten. Naast Arabische nummerborden is Arjan nu ook in het bezit van een Arabisch rijbewijs (model creditcard).
Rond etenstijd maken we een wandeling door de marktstraat met zijn vele winkeltjes en eten we hier en daar een hapje eten.

Zaterdag 12 december (Egypte)
Om 8.00 uur vertrekken we met alle auto en truck bezitters naar de haven. Onderweg maken we bij het politiebureau een stop voor de registratie van de auto. Bijna anderhalf uur later zitten we weer in de taxi om de reis voort te zetten. Bij de haven aangekomen geeft het eerst nog wat problemen om het terrein op te komen, maar na even wachten en het betalen van entree kunnen we naar binnen. Bij het kantoor van de douane gaat men de gegevens van het carnet in het Arabisch overschrijven. Wat eeuwen duurt. Omdat het erop lijkt dat de hele dag uit wachten gaat bestaan, besluit ik om een taxi terug naar het hotel te nemen.
Kort na mijn vertrek worden de auto’s van de boot gereden, maar alle handelingen nemen dusdanig veel tijd in beslag dat de auto’s vandaag nog niet meegenomen kunnen worden. Niet dat het zoveel werk is. Nee, men is tergend sloom, kent de definitie van efficiënt werken niet dus laat staan dat ze weten hoe het uit te voeren en er heerst een cultuur waarbij men elkaar baantjes wil verschaffen. Hoe langer alles duurt, hoe meer baantjes er verschaft kunnen worden en hoe meer geld ze kunnen aftroggelen.
Rond 16.30 uur komt Arjan met Ilha terug. Nee, haar een dag langer aan de auto knopen zou niet meer door de beugel kunnen. En wie denkt dat dat nog wel kan, wil hij graag een paar dagen aan de auto knopen. Arjan is razend op het hele systeem en zou het liefst het land zo snel mogelijk achter zich laten en er zo weinig mogelijk geld in uit willen geven. Maar ik denk dat Egypte toch wel enkele hoogte punten heeft die de moeite waard zijn om te bezoeken. Daarnaast heeft het genoeg geld gekost om Egypte in te komen, dat moeten we er nu natuurlijk ook weer uit zien te halen.

Vrijdag 11 december (Egypte)
Het voordeel van een overnachting in een hotel is dat je zelf niet voor het ontbijt hoeft te zorgen. Lekkere pannenkoekjes met jam, toast en versfruit. Al vrij vlot na het ontbijt horen we dat de ferry met de auto’s en natuurlijk de honden is de haven is gearriveerd. Dus gaan we naar de haven om onze honden te begroeten. Jeetje, wat is Ilha in die paar dagen groot geworden, maar vind je het gek? Waarschijnlijk heeft de bemanning het goed bedoeld, maar we vinden stukken brood en haar bak zit vol met brokken, met meer dan ze normaal op een dag eet. Het zegt al genoeg dat haar bak vol zat, normaal blijft er na een maaltijd geen kruimeltje achter en alles wat ze te pakken krijgt en enigszins eetbaar is of naar eten ruikt verdwijnt in haar mond in. Voor de eerste keer dat we het meemaken lijkt het of ze verzadigd is. Verder ruikt het niet erg fris op de boot, maar wat wil je als een hond de hele dag aan een lijntje ligt en niet verder dan aan het einde van de lijn een plas of poep kan doen. Gister werd gezegd dat Arjan en Patrick bij de honden op de boot zouden mogen blijven. Maar nu, mag na enig aandringen maar 1 persoon achterblijven. Patrick blijft achter en wij moeten het haven terrein weer verlaten.
Na een kort bezoek aan ons hotel lopen we naar de Mac. Donalds. Ons eerste Mac Donalds bezoek tijdens deze hele reis. Helaas valt mijn quarterpounder menu als een steen in mijn maag en kan er ik er de hele dag van nagenieten. Arjan wordt door de mannen die we passeren benijd, hij is per slot op stap met 3 dames. “Lucky man” “Casanova” “Rich man” en meer van dergelijke opmerkingen worden hem toegeworpen.
Later in de middag maken we een boottocht met een deel van de groep waarmee we de laatste dagen in hetzelfde schuitje zitten. Het is een zeilboot en als op onze terugweg de wind helemaal is gaan liggen lijkt het of we achteruit in plaats van vooruit varen. Na wat roerloos te hebben gedobberd gaan de mannen aan de bak en roeien de boot naar de kant waar we aanleggen. Daarna nog even wat eten, voor mij natuurlijk niet meer zoveel, en vervolgens is het weer mooi tijd om ons terug te trekken in onze kamer.

Donderdag 10 december (Soedan – Egypte)
We zijn de nacht redelijk goed doorgekomen. Gelukkig had ik een deken meegenomen wat we onder de slaapzakken hebben gelegd. Dit zorgde voor een beetje meer comfort en hield de kou van het ijzeren dek wat tegen. Tegen de ochtend laaide de wind aardig op. Geen probleem voor de slaapzakken, deze zijn winddicht, maar het klapperen stoort zo.
Even na 10.00 uur lopen we de haven van Aswan binnen waar de boot aan een of andere rots wordt vastgeknoopt en de toilettanks worden opengetrokken. “Free Willy”, daar drijft het dan allemaal lekker rond in de Nijl. We horen al dat het nog wel een 3 uur duurt voordat we van boord kunnen. Eerst komen enkele medewerkers van het Ministerie van gezondheid aan boord. Zij controleren een briefje waarop we konden aankruisen of we besmet waren met bepaalde ziektes. Vervolgens checken ze je temperatuur d.m.v. een thermometer die je oor in gaat. Deze thermometer wordt tussentijds niet gedesinfecteerd, dus wie weet wat we daar aan over gaan houden. Vervolgens komen de medewerkers van immigratie aan boord. We krijgen onze stempel en klaar. Het kost weinig tijd, alleen het wachten tussen de bedrijven door neemt veel, heel veel tijd in beslag. De boot verhuist naar een aanleg stijger en dan is het weer wachten. Uiteindelijk is het 17.00 uur (16.00 uur Egyptische tijd, de klok gaat dus een uur terug) voordat er beweging in komt en we naar buiten kunnen. Arjan en de andere autobezitters kunnen alvast vooruit naar de Douane, daarna volgen wij. Loop ik daar te sjouwen met een loodzware tas. Net als op de luchthaven moet de tas door een detector. Wordt er gevraagd of ik een Zwitsers mes bij me heb. Ja, maar die hebben ze natuurlijk op hun scherm herkent. Ik haal het mes eruit, zet de tas nogmaals op de lopende band en dan is alles goed, krijg ik mijn mes terug en kan ik gaan.
We wachten nog even op de mannen en vertrekken dan met een paar taxi’s richting een hotel in Aswan. We spreken af om elkaar over een halfuur weer te treffen voor het zoeken van een restaurantje. Ik ben zo kweps dat ik mijn bed in kruip en het eten aan me voorbij laat gaan.

Woensdag 9 december (Soedan – Egypte)
Na het doen van een paar boodschapjes komen we om 10.30 uur bij de haven om alles te regelen. Eigenlijk zou de auto gister al op de boot gaan, maar we zijn in Afrika. Ja betekend niet altijd ja en het woordje maybe (misschien) is favoriet. De douane checkt de auto en vult de papieren in. Dit neemt overigens wel wat meer tijd in beslag dan mij vorig zinnetje doet vermoeden. Ondertussen wachten we wat, maken een praatje met een Nederlands stel, Emiel en Saskia die van de boot uit Aswan komen en richting Tanzania gaan, eten tussendoor een broodje maken een ommetje met de hond. Nadat de papieren bij de douane in orde zijn gaan we naar de immigratiedienst voor de paparassen en stempels in ons paspoort. Check check dubbel check lijkt het wel. Alles dubbel op en wat wordt er na ons vertrek met al die briefjes die we hebben in moeten vullen gedaan? We vragen ons maar steeds af wanneer we de auto op de boot kunnen rijden. De passagiersferry loopt langzaam aan vol met reizigers terwijl wij eerst nog de auto op de cargoferry moeten rijden en de hond aan een lijntje moeten knopen. Uiteindeling krijgen we een seintje dat we richting de cargoferry kunnen rijden. Het duurt en het duurt en als de auto uiteindelijk op de boot staat moet Arjan hem nog een paar keer verzetten. Hij moet strak tegen de kant komen te staan en daarbij ramt hij een paar keer met de bumper tegen de wand van de boot. Nee, de aanwijzingen zijn niet zo goed als hij van Bowy of Han tijdens de challange wedstrijden gewend is. En dan opeens krijgt onze meneer Fixed haast. De hele dag is het wachten en nu zeker vliegen, springen, rennen. Nee hé dacht het niet. Nadat Arjan even duidelijk heeft gemaakt dat hij al de hele dag gewacht heeft en niet dom is maar blank gaan we verder met vastmaken van Ilha, geven haar water, leggen aan de kapitein uit wat haar te geven aan brokjes. Dit valt niet mee, hij spreekt geen woord Engels. Voordat we gaan leg ik een lekker stukje biltong op Ilha’s kussen waar ze gretig op gaat kauwen en er weinig van meekrijgt dat wij vertrekken. Wij lopen naar de passagiersferry waar we een plaatsje op het dek zoeken. De cabine’s zijn vol dus wij slapen gezellig op het dek. Het lijkt net een schoolkamp van vroeger.

Dinsdag 8 december (Soedan)
In de ochtend maak ik eerst onze koelkast schoon en ontstof de auto een beetje. Voordat de auto op de boot gaat zullen we de koelkast uitzetten We hebben nl. niet genoeg stroom om de koelkast 2 tot 3 dagen te laten draaien, zonder de motor tussentijds te laten lopen. Daarbij komt nog het euvel dat de thermostaat van de koelkast stuk is. Zetten we de koelkast aan, dan gaat hij als een gek aan het vriezen. Normaal zetten we de koelkast dus steeds een aantal uren aan en vervolgens weer een aantal uren uit, zodat hij weer kan dooien. Hierdoor krijgen we aardig wat water op de boden van de koelkast staan en dat is de voornaamste reden om hem nu schoon te maken, hem ontdoen van het overtollige water.
’s Middags gaan Arjan en ik even naar het centrum van Wadi Halfa. Het is een stoffig dorp, maar niet zo erg dan de verhalen die we erover gehoord hebben. Bij het postkantoor kopen we postzegels voor onze kaarten (vooral van Katharina en Franci). We hebben het nog nooit meegemaakt, maar er worden 2 stoelen voor ons neergezet waar we op mogen gaan zitten. Het lijkt erop dat het een hele ceremonie gaat worden, maar dat valt toch wel weer mee. Eerst moet er overlegd worden hoeveel porto er op de kaarten moet en vervolgens worden de postzegels uit een kluis gehaald. Nadat ik de postzegels op de kaart heb geplakt worden ze direct gestempeld. Dat zal zoals anders ook wel allemaal goed gaan komen.
’s Avonds gaan we met de hele groep (10 personen) die bij mr. Fixed logeren eten in het centrum. We lopen richting het centrum, in de hoop enkele toek-toek’s of taxi aan te kunnen houden. Er komt een pick-up aanrijden, we zwaaien en hij stopt. Met zijn alles stappen we achter in de bak. Voor hier is het heel normaal om bovenop een truck of achter in een pick-up te zitten, voor ons is het onze eerste pick-up ervaring. Bij een restaurantje krijgen we in een vlot tempo ons eten geserveerd, wat wij met onze handen naar binnen mogen werken met 25 katten op de 2e rang. Voor de terugweg nemen we 3 toek-toek’s naar huis.

Maandag 7 december (Soedan)
Een dagje waarop we wat was doen, lezen en rondhangen.
Onze groep wordt verder uitgebreid met een Australisch stel en een motorrijder uit Zuid-Afrika. Hun hebben we een paar weken geleden ook bij Wim’s Holland House in Addis Abeba ontmoet. Morgen komen er ook nog de fietsers uit Amerika bij, dus het wordt een hele overlandgemeenschap die zich hier aan het verzamelen is.

Zondag 6 december (Soedan)
Shit, wat is het nog koud zo in de ochtend. In het zonnetje gaat het wel, maar de stevige wind is nog behoorlijk koud.
Wij rijden naar Wadi Halfa. Onderweg passeren we een paar fietsers en stoppen even voor een praatje. Het is een Amerikaansstel die 9 maanden onderweg zijn vanaf Kaapstad naar Cairo. Hun einde van de reis begint dus aardig in zicht te komen. Waarschijnlijk treffen we elkaar over een paar dagen weer, ze nemen namelijk dezelfde boot als ons naar Egypte.
In Wadi Halfa aangekomen rijden we naar het centrum, waar we Patrick, Katharina en Franci treffen. Zij zijn hier ook net gearriveerd en mister Fixed is onderweg om ons naar zijn gastenverblijf te begeleiden. Als we daar aankomen regelen we het papierwerk voor de auto, de hond en immigratie.

Zaterdag 5 december (Soedan)
We besluiten om de Nijl te volgen naar Wadi Halfa. Dit geeft een communicatiestoring tussen Arjan en mij. Hij denkt dat we richting het noorden de Nijl gaan volgen, maar we gaan eerst naar het zuiden en volgen hem daarna naar het noorden. De Nijl slingert namelijk nogal en stroomt dus niet eenvoudig in een rechte lijn naar Wadi Halfa. We verlaten Karima en brengen eerst een bezoek aan de Twin Tombe in El Kurru. De tombes liggen een aardig stukje onder de grond en zijn vanbinnen leeg. Niets meer van waarde is erin achtergebleven. Wel kunnen we de muurtekeningen bewonderen. Onze gids, of eigenlijk de man die de sleutel van de tombes bezit, spreekt geen Engels en kan ons helaas niets vertellen over de betekenis van de tekeningen. De tekeningen in beide tombes komen aardig met elkaar overeen al zijn de tekeningen in de ene tombe in betere conditie dan in de andere. Vervolgens rijden we naar Dongola. Het is toch vreemd dat je door een land met zoveel woestijn rijdt, kort naast de langste rivier van de wereld en je alleen kort naast de rivier een oase ziet. Buiten de palmbomen en andere groene begroeiing op de over is alles zand, kaal en droog.
Ten noorden van Dongola vinden we weer een rustig plekje voor de nacht. Wederom een bush camp. Veel keus hebben we in dit land niet, een camping is niet te vinden en bij de hotelletjes hier moet je je niet al te veel voorstellen.
Het is vanavond pakjes avond, maar daar krijgen we hier weinig van mee.

Vrijdag 4 december (Soedan)
In de ochtend brengen we eerst een bezoek aan de piramides. Om dit tijdstip is het nog lekker koel en rustig, we zijn de eerste gasten. De piramides zijn indrukwekkend. Waarschijnlijk niet zo groot en indrukwekkend als de piramides in Egypte, maar we zijn erg blij dat we besloten hebben om de route naar Wadi Halfa via deze piramides te laten lopen. Vervolgens rijden we via Atbara door de woestijn naar Karima. Op de weg door de woestijn is weinig verkeer. Alleen af en toe een truck volgeladen met mensen. Een levensgevaarlijk tafereel om te zien, men zit boven op de imperiaal die bevestigd is op de cabine. Ik vraag me af waar men beland zodra de truck een keertje flink moet remmen. Sowieso lijkt het me niet lekker om met je neus in de wind te zitten. En wind staat hier voldoende. De woestijn is bezaaid met geel zand met hier en daar een struikje. Een stuk aangenamer om te zien dan de grijze stoffige omgeving rondom Khartoem. Als we in Karima aankomen rijden we langs de Jebel Barkal mountain en piramides. Het gaat hier maar om een paar piramides in vergelijk met Meroe. De berg is een groot rotsblok en aan de achterzijde zien we per toeval de resten van een tempel of iets wat daarop lijkt.
Net buiten Karima zoeken we een verdekt plekje in de woestijn. We nemen daar een lekkere lauwe bucket shower. Gelukkig komt er ondertussen niemand spontaan bij ons op bezoek, dat zou anders toch wel even schrikken zijn.

Donderdag 3 december (Soedan)
We verlaten Khartoem en rijden alleen richting de piramides van Meroe. De truck neemt een kortere route naar Wadi Halfa, maar wij willen graag nog wat van Soedan zien. Onderweg zien we weer vele kapotte banden naast de weg liggen. Hier lappen (recycling) ze de banden op door op het versleten loopvlak nieuw rubber met profiel aan te brengen. In de middag arriveren we bij de piramides. Achter de piramides, achter een zandduin vinden we een mooi plekje voor een bush camp. Als we op duin klimmen hebben we een mooi uitzicht op piramides. Voor Ilha is het fantastisch om van de duinen af te schuiven en rond te rennen.

Woensdag 2 december (Soedan)
Eerst wordt er op de camping voor ons de benodigde brief getypt. Vervolgens gaan Patrick en Arjan, gewapend met de brief, naar het Alain registration office. Hier zijn ze niet helemaal tevreden over de brief en wil men de mannen eigenlijk weer wegsturen. Maar die hebben er genoeg van en laten zich niet voor een 3e keer wegsturen. Ze worden vervolgens van loket naar loket gestuurd. Naar een paar uur wachten staan ze eindelijk buiten met de sticker en stempels in onze paspoorten.
In de middag gaan we even naar het internetcafé, hier is het heerlijk koel. Heel wat anders dan in de brandende zon buiten.

Dinsdag 1 december (Soedan)
Patrick en Arjan rijden eerst naar het Alien Registratiebureau om ons te laten registreren. Als ik de naam hoor krijg ik bijna het gevoel dat ze ons voor buitenaardse wezens aanzien. Foreigner was toch een veel passendere benaming geweest. Na een uur zijn de mannen alweer terug. Er moeten formulieren ingevuld worden en de camping waar we nu staan moet een brief opstellen waarin aangegeven staat dat wij hier op deze camping verblijven. Vervolgens gaan ze met alle paperassen weer terug naar het kantoor waar het een ongeregeld zooitje is. Nee, het is nog niet goed. De brief die door de camping is opgesteld moet met de computer opgesteld zijn en mag geen handgeschreven brief zijn. Arjan komt helemaal over de rooie terug op de camping en heeft geen goed woord over voor de manier waarop de bureaucrtatie hier te werk gaat. En we zullen het dan nog maar niet over de intelegentie hebben. “Het is dat god te weinig haren had, anders had hij…”. Ik moet zeggen dat hij hier wel een beetje gelijk heeft. Het niveau van de mensen hier ligt, op wellicht enkele uitzonderingen na niet zo erg hoog. Goed, het kantoor is inmiddels gesloten en morgenochtend wil men op de camping de brief overtypen. In de middag maken we ook nog een kopie van onze visa, die dan morgen met een kopie van het paspoort kan worden afgegeven. Niet dat men hierom gevraagd heeft, nee dat hebben Patrick en Arjan bij andere gezien. Dat is dan alvast in orde, voordat ze morgen anders weer met een kluitje het riet in worden gestuurd.

Maandag 30 november (Soedan)
Vanaf onze bush camp vlakbij de grens rijden we met een paar stops door naar Khartoem, de hoofdstad van Soedan. De weg is geheel geasfalteerd dus de 575 km schieten aardig op en aan het einde van de middag bereiken we Khartoem. De eerste helft is lekker relaxt rijden, maar het tweede deel is druk met veel gekken op de weg. Op het eerste stuk zien we veel militaire. Logisch natuurlijk, in het land heerst in het zuiden, in Dafur een oorlog. Militairen lopen rond of hebben in hun omgeving mitrailleurs, bazooka’s en M50’s op de auto’s. We zullen maar denken dat de gewapende macht er is voor onze veiligheid.
Het land, het landschap en alles wat we zien doet ons erg aan Mauritanië denken We zien verschillende overeenkomsten. Het landschap is vlak, stoffig en overal slingert afval rond. Mannen lopen in jurken rond en vrouwen komen weinig in het straatbeeld voor. De moslimcultuur overheerst en ook hier is alcohol verboden. Gelukkig voor Arjan hebben we een biertje en een bijna volle fles whisky de grens over kunnen smokkelen. Dus Arjan kan vanavond lekker een glaasje whisky drinken en voor de feestelijke aankleding combineren we dit met chips. Ja, we hebben wat te vieren, vandaag zijn we namelijk alweer een jaar aan het genieten van onze reis.

Zondag 29 november (Ethiopië - Soedan)
We verlaten Lake Tana en rijden naar de grens met Soedan. Hier arriveren we om half drie, een mooie tijd om het een en ander nog voor sluitingstijd te regelen. Het afhandelen van alle formaliteiten duurt vooral aan de kant van Soedan erg lang. Ons visa levert een probleem op en na het plegen van enkele telefoontjes wordt onze Antonius (Arjan) een kantoortje ingeroepen. Aan mij wordt in dit moslim land niets gevraagd. We hadden binnen 30 dagen na afgifte van het visa het land binnen moeten zijn, maar dit staat nergens. In Kampala is op de Soedan ambassade gezegd dat het geen probleem was als we begin december Soedan zouden ingaan en is er ook niet aangegeven binnen welke termijn we exact in Soedan zouden moeten zijn. Ook op de visa is deze termijn niet terug te vinden. En waarom 30 dagen? De duitsers hebben hiervoor 2 maanden de tijd. Arjan laat het paspoort en visa van Patrick zien en praat als Brugman. De ambtenaar krabt zich nog eens achter zijn oren en gaat in overleg met zijn chef. Ja, als ze in Kampala een fout maken dan hoeft men dat hier niet op ons bordje te schuiven. Dan krijgen we onze paspoorten met stempels terug en mogen we gewoon het land in. We moeten ons wel binnen 3 dagen in Khartoem laten registreren, maar dit is een standaardprocedure die ook voor Patrick, Katharina en Franci geld. Vervolgens lopen de mannen, ja we laten hier de mannen het werk maar eens doen, naar customs (douane) voor het invullen van het Carnet. Alles moet men overschrijven in het Arabisch wat aardig wat tijd in beslag neemt en als het dan half 5 is geweest is het etenstijd en gaat het kantoor op slot. Wel gastvrij dat Arjan en Patrick uitgenodigd worden voor de maaltijd en het hun dan ook goed laten smaken. Tot slot moeten we nog even naar de security.
Als alle formaliteiten zijn geregeld, zijn we ruim 3 uur verder en is het tijd om een slaapplek te zoeken. Net voorbij de grens vinden we een mooi en vooral rustig plekje een stukje van de weg, net voor de tolpoort van de tolweg naar Khartoem.

Zaterdag 28 november (Ethiopië)
Nog een dagje rust, waarbij ik deel 2 van de was was en het beddengoed laat luchten. Verder lezen we weer wat. Arjan is begonnen met een boek, maar naar een paar hoofdstukken kiest hij een ander boek uit de kast. Hij vindt de schrijfster zo’n zeur dat hij het niet kan opbrengen om het boek nog verder te lezen.

Vrijdag 27 november (Ethiopië)
Een rustdag. Ik doe alvast een deel van de was en laat de rest voor morgen liggen. Aangezien er geen waterkraan is, halen we hiervoor water uit het meer.
Het weer is heerlijk, zonnig en de wind geeft wat verkoeling. De avonden koelen vanwege de hoogte nog steeds af.

Donderdag 26 november (Ethiopië)
We rijden vanaf Debark verder naar de Simien Mountains, maar na 15 km krijgen we al een poort. De hond mag niet mee het park in en om het park in te mogen moet je een gids met je meenemen. Oke, jammer dan, en we draaien om. Nu moet ik eerlijk zeggen dat nu we hier rijden het uitzicht bij lange na niet zo mooi is dan gister toen we de bergen op een afstand konden bekijken.
We rijden naar Gonder, in deze oude stad bezoeken we de kastelen. Zes kastelen, bij elkaar gelegen en gebouwd door verschillende heersers. Bij de ingang besluiten we dat we op eigen houtje wat rondlopen en dus geen gids nodig hebben. Maar als we het eerste kasteel binnen willen lopen staat er bij de ingang een gids die ons graag wil rondleiden. Ach, waarom ook niet € 3,- is toch eigenlijk ook niets en we worden er altijd wijzer van. Als we van het ene naar het andere kasteel lopen valt het ons op dat de gids zich probeert te verstoppen voor andere bezoekers die door een gids worden rondgeleid. Het kan niet missen, we hebben een zwarte gids en in dit geval letterlijk en figuurlijk.
Voordat we Gonder verlaten kopen we nog wat voor de lunch. Een gefrituurde envelop gevuld met een mengsel van uien en een soort van kleine bruine peulvrucht, waarschijnlijk linzen. Goedkoop en het vult goed. We rijden door naar Lake Tana, waar Tim en Kim, een Nederlands stel een camping met lodges aan het bouwen zijn. Tim hebben we vorige week in Addis Ababa onmoet, waar Kim met malaria in het ziekenhuis lag. Ze zijn nog niet terug hier op locatie.
Een uur voordat we hier op de camping arriveren zijn ook Patrick, Katharina en Franci hier gearriveerd.

Woensdag 25 november (Ethiopië)
In de ochtend brengen we eerst een bezoek aan een paar oudheden in Axum. We bezoeken enkele obelisken, waarvan er een paar zijn omgevallen. Brengen een bezoek aan het museum, lopen langs een orthodox christelijke kerk met zijn kleurrijke muurpaintings en nemen de trap naar beneden om een graftombe van dichtbij te kunnen bekijken.
De ochtend is al aardig opgang als we Axum verlaten en richting de Simien mountains rijden. Onderweg steken we twee keer een vallei over wat betekend dat we een paar keer flink dalen en vervolgens weer flink stijgen. Onderin de vallei is de temperatuur aanzienlijk hoger dan boven op de bergtoppen. Onder al het geslinger hebben we prachtige uitzichten, vooral als de Simien mountains in zicht komen. Arjan kan zich niet herinneren dat hij ooit zoveel heeft moeten sturen in een land. M.a.w. het is in Ethiopië erg bochtig, maar dacht zegt ook wel weer iets over de omgeving die erg mooi is.

Dinsdag 24 november (Ethiopië)
We rijden verder richting Axum. Het landschap veranderd en het groene veranderd van kleur. Alles lijkt een beetje geel. De stenen zijn geel, het graan is geel, het zand is geel en ook de huizen die gebouwd zijn van de stenen uit het landschap zijn geel. Het graan wat rijp is voor de oogst wordt op verschillende plaatsen gedorst, waarbij de ossen een belangrijke rol spelen bij het scheiden van het koren van het kaf. Het beetje kleur wat het landschap kleur geeft wordt gevormd door eucalyptus bomen, cactussen en zuring.
Als we in het noorden zijn aangekomen slaan we linksaf richting het westen. Hier rijden we op een 25 km afstand parallel aan de grens met Eritrea. De oorlog die 30 jaar lang in Eritrea heeft geheerst heeft ook hier plaatsgevonden. We zien verschillende tanks die in onbruik zijn geraakt tijdens de oorlog langs de weg liggen.
Het landschap is inmiddels weer totaal anders, veel groener en het zand en de stenen zijn rood van kleur. We kijken van bovenaf zo in een prachtige canyon, dat zijn van die bijzondere natuurlijk gevormde schoonheden die altijd de moeite zijn om even voor te stoppen.
Aan het einde van de middag bereiken we Axum.

Maandag 23 november (Ethiopië)
In Dessie laten Arjan en ik allebei onze wandelschoenen repareren. Er zijn wat naadjes los en aangezien dit onze enige schoenen zijn waar we nog tot thuis mee willen doen is het laten repareren niet onverstandig. Voor een paar euro zijn ze weer opgelapt en hebben we ondertussen kunnen genieten van ambachtsweg verricht door een paar straatjongens. De schoenreparateurs leven en slapen op straat en proberen hun kostje te verdienen door schoenen te poetsen en repareren.
Onderweg gooit een jongetje een sinaasappelschil tegen onze auto en rent vervolgens hard weg. Arjan jaagt hem de stuipen op het lijf door de auto in volle vaart in zijn achteruit te rijden. Het joch rent zo hard hij kan en verdwijnt ergens achter een hek.
In de dorpjes die we passeren rijden minibusjes verbindingsroutes tussen de stadjes en de toek-toek en paard en wagen (bok waar men met 3 personen kan zitten met een huifje) zorgen voor het plaatselijke vervoer.
Tijdens de lunchstop heeft Katharina nog even contact met Wadi Halfa (Soedan). De truck en de auto gaan met de honden op de cargoferry. Deze vertrekt 8 december naar Aswan (Egypte), de passagiersferry vertrekt een dag later. Dit betekend dat we 6 december in Wadi Halfa moeten zijn en dat we nu eigenlijk niet heel veel tijd meer hebben voor Ethiopië. De Duitsers besluiten om via de Zuid route vanaf Lalibela naar Gonder en vervolgens naar Lake Tana te rijden. Wij kiezen voor de noordroute en rijden dus eerst naar Axum en de Simien mountains voordat we via Gonder naar Lake Tana rijden. Dat wil zeggen dat hier plotseling onze wegen splitsen en we elkaar over enkele dagen weer gaan treffen.
Het mag duidelijk zijn dat we met onze reis wat afwijken van onze originele plannen. In eerste instantie was het de bedoeling om na Afrika ook nog door Azië rond te gaan reizen, maar deze plannen hebben we al lang geleden laten varen. Geen tijd! Nee, het zou jammer zijn om beide continenten maar half te zien dus hebben we besloten dat we Azië voor een andere keer op de agenda plaatsen en nu volop van Afrika genieten.
We rijden nog een kleine 200 km voordat we op zoek gaan naar een slaapplek. Bij een hotel vragen we of we in de achtertuin mogen kamperen, maar het parkeerterrein is bestemd voor de gasten die een kamer huren. We kijken nog even rond in het dorp, maar de andere hotels hebben geen ruimte waar wij kunnen staan. Dan maar terug naar het hotel en vragen om een kamer. Raar, het is er hartstikke rustig en een halfuur geleden wilde ons men nog een kamer verkopen, nu is er plots geen ruimte. Een beetje vreemd! We rijden een stukje verder richting het politie bureau en vragen of we daar kunnen kamperen. Dat is geen probleem.

Zondag 22 november (Ethiopië)
In de ochtend laat Patrick eerst zijn kapotte band lakken. Vervolgens starten we onze etappe en eindigen de dag in Dessie. Daar vinden we een hotel met voldoende kampeergelegenheid, maar het management wil niet hebben dat we daar kamperen. Gelukkig vinden we een klein stukje verder op een andere plek. De manager is aller aardigst en laat ons de lokale drank proeven, honing gemengd met water. Wel een beetje zoet, maar het smaakt niet verkeerd.

Zaterdag 21 november (Ethiopië)
Eerst gaan we onze site updaten en rijden vervolgens naar het noorden. Patrick, Katharina en Franci zijn ons al vooruit gereden.
We rijden over een nieuwe weg, die overigens nog niet geheel af is. Op sommige stukken volgen we de noodweg. Daar waar de nieuwe weg al compleet is aangelegd zijn verschillende huisjes, die in de weg stonden afgebroken en worden er nu nieuwe huisjes gebouwd. De architect heeft 2 modellen getekend, een vrijstaand model en een 2 onder 1 kap.
Nadat we de hele dag een beetje aan het klimmen zijn geweest gaan we aan het einde van de middag de daling inzetten. Voordat we dalen rijden we eerst door een paar tunnels door de bergen en krijgen we een prachtig uitzicht. Dit doet zich totaal niet Afrikaans aan, het lijkt wel Frankrijk.
Tegen half 6 krijgen we een berichtje dat de truck een plaats voor de overnachting heeft gevonden, een kwartier later arriveren ook wij op deze plaats.

Vrijdag 20 november (Ethiopië)
Morgen verlaten we Addis Ababa, dus doen we vandaag nog even wat was en inkopen.
In Wim’s Holland House is er vanavond een feestje. De film “Alles is liefde” wordt gedraaid, een toepasselijke film nu Sinterklaas in aantocht is. We eten een lekkere Pizza en drinken wat in de bar. Af en toe vang ik een glimp op van de film.

Donderdag 19 november (Ethiopië)
Bij de Soedan ambassade krijgen we het antwoord dat we al vreesden. Zondag moeten we uiterlijk Soedan binnen gaan, anders is ons visum verlopen. We kunnen een nieuw visum aanvragen, maar dat kost hier $ 100,- per stuk. Belachelijk duur en dat terwijl we in Kampala 3x hebben gevraagd bij de aanvraag van ons visum voor Soedan of het geen probleem is als we eind november of begin december pas Soedan ingaan. Als we hier een nieuw visa voor Soedan willen regelen, dan moeten we wel eerst het visum voor Egypte hebben. Nou de aanvraag van deze visa stond toch al voor vandaag op het programma, dus dat gaan we vervolgens maar eens doen. Hier aangekomen moeten we met lokaal geld betalen, maar hiervoor is wel een bewijs van de bank nodig dat je het daar gewisseld hebt. Zouden ze bang zijn voor vals geld? We gaan dollars wisselen in birr en ik schrijf netjes mijn naam op het reçue dat ik ontvang. Een kopie hiervan krijg ik mee en we gaan weer naar de ambassade. FOUT, Arjan’s naam staat niet op het reçue en dat kan ik op mijn kopie niet even met de hand erbij schrijven. Dus weer terug en nog wat geld wisselen op Arjan’s naam. Onder het motto “Alle goeie dingen in drieen” gaan we weer terug naar de ambassade. Nu is alles in orde en ’s middags om 15.00 uur kunnen we onze paspoorten met visa alweer ophalen. Dat is dan weer een meevaller. Wat de visa betreft voor Soedan, hier zijn we nog niet over uit. Daar waar de geldigheidstermijn van het visa hoort te staan staat single entry, dus ik kan redeneren dat het geldig is tot het moment van entree, zoals ze in Kampala ook steeds zeiden. Toch maar eens eerst bellen met Kampala, of toch niet? ’s Avonds krijgen we nog van iemand te horen dat er op een visa afgegeven in Kampala nooit een termijn staat waarbinnen het gebruikt moet worden. Dus besluiten we het er gewoon op te wagen.

Woensdag 18 november (Ethiopië)
Terwijl de Duitsers nog een dagje aan het meer blijven, gaan Arjan en ik alvast naar Adis Ababa, de hoofdstad van Ethiopië. Hier brengen we een bezoek aan de ambassade van Soedan. We hebben een vraag over de geldigheidsduur van onze visa voor Soedan dat we in Kampala – Oeganda verkregen hebben. De bewaker die bij de poort staat zegt dat de ambassade om 9.00 uur open gaat. 9.00 uur? Morgen of heeft hij het over de Etheopische tijd. hier heeft men namelijk een eigen tijd. ’s Morgens om 6.00 uur begint de dag en hebben ze het hier over 0.00 uur. De bewaker spreekt niet zo best Engels, maar als hij zijn mobiele telefoon met de juiste tijd laat zien, snappen we dat hij het over de lokale tijd heeft. Bij ons is het 13.45 uur op de klok, hij heeft het 7.45 uur. We besluiten om morgen terug te komen en nu door te rijden naar de camping om ons tentje op te slaan. We kamperen bij Wim’s Holland House. Wim, een man uit de leeftijdscategorie van onze pappa’s runt bar met restaurant waar we bitterballen kunnen eten. Dus, eindelijk na al die tijd een bitterballetje. Thuis was het voor mij redelijk gewoonte om op zaterdag een frietje oorlog met een kroketje te eten, dus zo’n bitterballetje gaat er dan natuurlijk goed in.
Op de camping ontmoeten we Greg uit Zuid Afrika. Hij heeft stukken met zijn auto en is helemaal gelukkig als Arjan binnen 5 minuten al met zijn sleutels in de hand staat om de auto mee te repareren. Die tent van ons moet dus even wachten.
’s Avonds gaan we in het Holland house eten, mmmh nasi met saté. Ik ben dol op satésaus en dat is hier nergens aan te komen. Misschien moet ik eens op zoek gaan naar een recept om het zelf te maken nu ik het niet uit een pakje in een pannetje kan strooien.

Dinsdag 17 november (Ethiopië)
We nemen vandaag een dagje vrij en blijven waar we zijn. Meestal doe ik wat was op zo’n rustdag, maar onze kleren met het bruine water uit het meer wassen vind ik niet de beste optie dus wacht ik gewoon nog even voor ik weer wat was doe.
Arjan neemt weer een volgende boek ter hand, maar laat vandaag zijn T-shirt aan, gister heeft hij zijn borst en buik aardig verbrand.

Maandag 16 november (Ethiopië)
Het is zo lekker rustig op de camping, we zijn de enige campinggasten tot natuurlijk Patrick, Katharina en Franci in het begin van de middag arriveren. Ilha is helemaal in haar element nu ze lekker vrij rond kan rennen langs de waterkant van links naar rechts met haar voetjes net door het water. Geweldig vindt ze het om de bal in het water te halen en om een beetje te zwemmen.
Ik neem eindelijk weer eens de tijd om de dagverslagen bij te werken. Toch leuk om de afgelopen dagen weer even de revue te laten passeren.

Zondag 15 november (Ethiopië)
We verlaten Arba Minch. Onderweg is men overal met het vee op straat aan de wandel, levensgevaarlijk. Gelukkig is er weinig verkeer, maar we moeten de ogen goed open houden. Men let hier echt niet op en steekt zo maar over zonder te kijken, alsof ze geen auto verwachten en al helemaal geen 2 wagens achter elkaar. Arjan gebruikt regelmatig de claxon als hij ziet dat er weer eens iemand klakkeloos en zonder te kijken denkt over te kunnen steken.
Ethiopië is een land wat boven onze verwachting groen en bergachtig is en beschikt over fantastische vergezichten. Op verschillende plaatsen wordt er landbouw gedreven wat ervoor zorgt dat je ook hier weer voldoende tomaten, uien, bananen, aardappels en soms wat andere verse producten te koop is. Voldoende te koop, maar dan moet je er wel geld voor hebben om het te kunnen kopen. Wij klagen dus niet, maar de bevolking van Ethiopië heeft hier niet voldoende geld voor. Deze armoede zie je ook weer terug aan de versleten kleding waar men in rondloopt en aan de huisjes waarin men woont. Dit is toch wel een land wat bovenaan het lijstje staat als het gaat om mensen die wonen in inelkaar geknoopte en geplakte hutjes.
Omdat Patrick zich niet lekker voelt besluiten we om in het begin van de middag te stoppen om bij een hotel te kamperen. Maar de receptioniste is wel zo’n trut van een onvriendelijk mens dat ik het niet accepteer dat iemand in deze dienstverlenende sector zo met gasten omgaat. Mijn nekharen stonden er gewoon van overeind, daarom hebben Arjan en ik besloten om door te rijden en de geplande route voor vandaag verder te volgen.
We hebben al van verschillende reizigers verhalen over Ethiopië gehoord waarin ze zich beklaagde omdat ze door kinderen met stenen bekogeld werden, dat het land prachtig is, maar de mensen verschrikkelijk. Gelukkig hebben we dat nog niet meegemaakt. Wel valt het op in welke korte tijd er een horde kinderen om je auto staan als je even stopt. Nee, verlegen zijn de kinderen hier niet en over beleefdheid hebben ze niet veel geleerd. En jong geleerd is oud gedaan. Als we fruit langs de weg willen kopen zie je dat ook de oudere kinderen en volwassen weinig koek van beleefdheid hebben gegeten. Als we stoppen om een papaja en een vrucht die ik niet ken, maar graag wil proberen, wil kopen stormen ze op beide kanten van de auto af. Als ik de papaja en andere vrucht al in de auto heb liggen en ik duidelijk heb gemaakt verder niets nodig te hebben, wordt er nog steeds van alles onder mijn neus geduwd en wordt zelfs de vrucht die ik aan het kopen ben stiekem geruid tegen een mismaakt model. Ik moet 10 birr afrekenen, maar heb niet kleiner dan 100 birr. Omdat door het taalprobleem, men spreekt hier slechts een paar woorden engels, het mij niet duidelijk is of ik mijn wisselgeld nog krijg of niet, gris ik mijn 100 birr terug, en biedt de papaja en andere vrucht weer aan terwijl we wegrijden. Ondertussen stond men ook bij Arjan aan het raam te schooien om alles wat los en vast zit.
Tegen het einde van de middag arriveren we op onze eindbestemming, een camping aan Lake Lagano.

Zaterdag 14 november (Ethiopië)
Wasdag, we blijven een dagje staan en doen de was. Natuurlijk lezen we weer en zou ik eigenlijk weer eens wat dagverslagen moeten typen.

Vrijdag 13 november (Ethiopië)
De nacht was onrustig met veel geluiden uit de omgeving en hoofdpijn. Toen we naar bed gingen was de muziek van het hotel nog volop aan het spelen, vervolgens hoor je mensen, af en toe een auto wegrijden en tot overmaat begonnen de vele hanen in de buurt al veel te vroeg met hun gekraai.
We rijden via Konso, waar we de gids droppen, naar Arba Minch. Dit laatste stuk gaat vlot en is grotendeels geasfalteerd. Onder het gezang over Guus kom naar huus draaien wij bij een motel behorend tot een keten af. Hier kamperen we.

Donderdag 12 november (Ethiopië)
We rijden naar Key Afer waar het op donderdag markt is. Voordat we naar de markt gaan eten lunchen we wat. We eten de locale specialiteit dat hier door zo goed als iedereen gegeten word: Jingra. Dit is een soort luchtige grote pannenkoek met een wat zurige smaak, geserveerd met bijvoorbeeld een kommetje gekruid vlees. Dit eet je dan niet met mes en vork maar met je hand. Van het brood/pannenkoek scheur je wat af en hiermee pak je wat van het vleesmengsel.
Na de lunch lopen we naar de markt. Enkele stammen uit de omgeving komen hier hun inkopen doen of juist hun handelswaar verkopen. Natuurlijk kunnen we hier ook souvenirs kopen. De kinderen drentelen om ons heen en willen allemaal mijn hand vasthouden. Bij Arjan, met Ilha aan de lijn blijven ze een beetje uit de buurt. Een meisje van een jaar of vier, vijf, die waarschijnlijk nog nooit van school gehoord heeft pakt mijn hand en zegt: “foto 1 birr”, waarop ik reageer “hand 1 birr”.
Bij een hotel kunnen we kamperen. Er is achter in een hoekje ergens een toilet te vinden. Een betonnen vloer met een gat in de grond. Nou zou ik denken dat de mensen hier wel een beetje getraind zijn met het mikken in het gat, maar als ik de wc bekijk lijkt het er niet op. Aan de achterkant van het gat ligt een hoop of enkele hopen stront. De aromatisch lucht die er vanaf komt is niet bepaald mijn smaak, maar de strontvliegen die op de hoop zitten houden er kennelijk wel van. Wij kunnen gebruik maken van de douche en toilet van de kamer waar onze gids slaapt. Niet dat deze de schoonheidsprijs verdient, maar het is een heel stuk beter. De toilet is een zittoilet, zonder bril natuurlijk. Doorspoelen gaat eenvoudig door water uit een emmer er doorheen te gooien, wel voldoende, anders spoelt het niet weg maar komt de pot alleen maar voller te staan en kan er wel eens iets gaan drijven.

Woensdag 11 november (Ethiopië)
Vandaag gaan we een stam in de Omorate bezoeken. Om de stam te bereiken rijden we richting het zuid-westen van Etheopie, in de hoek van de buurlanden Kenia en Soedaan. Bij de immigratie moeten we ons even melden, vertellen dat we de …. Deshenstam gaan bezoeken en vervolgens weer terugkomen. Voor het laatste stukje moeten we de Omo rivier oversteken. Nee, niet met een motorboot, maar in een holle boomstam. Omdat de bodem van de stam modderig is blijf ik, enigszins gespannen, op mijn hurken zitten. Dit is niet de meest ideale houding. Gelukkig, we bereiken droog de overkant, al blijft mijn slipper bij het uitstappen in de modder steken. We worden op de waterkant door kinderen met jonge geitjes in hun armen verwelkomt. Al snel komen we er achter waar het ook hier allemaal om draait:”foto 2 birr (lokale valuta)”. Dit wordt continu herhaald. Als er een zak met snoepjes en zeep voor de dag gehaald wordt, hoeft men geen geld meer. Oh nee, men wordt helemaal wild en we horen alleen nog maar “foto, karamel” of “foto soap, soap”. Het zijn niet alleen de kinderen die dol zijn op een snoepje, maar ook de volwassenen. Op het moment dat wij het dorpje bezoeken zijn hier alleen de vrouwen met kinderen aanwezig, de mannen zijn met hun kudde koeien en geiten aan het rond sjouwen.
Rond lunchtijd komen we weer terug op de camping in Turmi aan waar we een vrije middag hebben. Om 17.00 uur wandelen we naar een kleine gemeenschap van een Hamerfamilie. Volgens onze gids is het een kilometer lopen vanaf de camping, maar wij weten wel beter als we na 3 kwartier lopen bij het dorpje aankomen… Afrika. We krijgen een korte rondleiding en bezichtigen hierbij een hut. Vervolgens gaan de mannen aan het dansen. De vrouwen lopen allemaal in mooie traditionele kleding rond gemaakt van koeienhuiden en sieraden gemaakt van kleine kraaltjes. De mannen dragen allemaal een westers T-shirt met daaronder een omgeknoopte doek die oogt als een soms zeer kort rokje. Als de zon gaat zakken lopen we weer terug, zodat we niet de hele weg terug in het donker terug hoeven te lopen.

Dinsdag 10 november (Ethiopië)
De jongen die onze gids wil zijn is al op tijd aanwezig. Als we hem te kennen geven dat we akkoord gaan met zijn aanbod gaat hij even naar huis om zijn spullen op te halen, waarna we vertrekken.
De eerste stam die we bezoeken is de Arborestam gevestigd in het gelijknamige dorpje. We krijgen een korte rondleiding en wat informatie hoe men hier in een huis leeft, wat men eet etc. Daarna is het tijd voor foto’s. Dit stukje ontgaat mij een beetje. Ik heb de koelte van de airco in de auto dan al opgezocht. De hitte valt me niet goed. Als ik wat afgekoeld ben stap ik toch maar uit om nog een foto te maken van een vrouw, nadat een man al even bij het raam met gebaren kenbaar heeft gemaakt dat hij en een vrouw voor 2 birr per persoon op de foto wil. De man vind ik niets aan, maar de vrouw is de moeite om er een foto van te maken. Nadat ik de foto heb gemaakt wil iedereen om me heen, tegen betaling op de foto. Aangezien Patrick een supercamera heeft, waarmee hij al flink wat plaatjes aan het schieten is laat ik het bij deze ene foto zitten.
We rijden verder naar Turmi, waar we op een camping verblijven.


Maandag 9 november (Ethiopië)
We rijden naar Konso, richting de Omo vallei. De camping waar we wilde verblijven was opgedoekt, maar op het terrein zonder faciliteiten mogen we wel kamperen. Een jongen legt ons hier het een en ander uit over het bezoeken van de verschillende stammen in de Omo vallei en dat hij voor $ 20,- per dag onze gids kan zijn. $ 20,- voor 5 personen is goed betaalbaar. Arjan heeft nog het idee om door te rijden “Er zullen in de Omo vallei voldoende mannen zijn die onze gids willen zijn”. We vertellen de jongen dat we een nachtje over zijn voorstel slapen en morgen antwoordt geven.

Zondag 8 november (Kenia - Ethiopië)
Op de camping komt een wisselmannetje langs waarmee ik een aardig portie Keniaanse shilling wissel tegen de Ethiopische birr. Later bij de grens kom ik erachter dat hij me niet echt een gunstige koers heeft gegeven, en bedankt...
De formaliteiten bij de grensovergang verlopen vlot, behalve bij de douane van Ethiopië. De ambtenaar was niet op zijn post en moest thuis van ons bezoek op de hoogte gesteld gaan worden. Als alles geregeld is rijden we Ethiopië in.
Het is zondag, maar de boer doet hier gewoon zijn werk. Hij ploegt het land om met behulp van een paar ossen. Hé, kijk daar eens, daar hebben we een boer met een tractor, dat moet voor hier toch wel erg bijzonder zijn.
In Ethiopië heeft men een eigen schrijftaal waar net als met het Arabisch geen touw aan vast te knopen is. De meeste borden, vooral in het verkeer, zijn gelukkig 2-talig (Engels).

Zaterdag 7 november (Kenia)
Patrick vervangt eerst zijn wiel en dan beginnen we aan de laatste etappe tot de grens. Het rotslandschap heeft weer plaatsgemaakt voor een groene begroeiing. Geen grote bomen, maar veel struiken domineren het landschap.
In Moyale slapen we op de camping van het Wildlife centrum. Een beetje duur, maar nadat we er wat discount hebben gekregen stemmen we toch maar toe. Andere opties zijn er per slot van rekening ook niet.

Vrijdag 6 november (Kenia)
Het rode zand en de groen struiken maken plaats voor geel zand met hier en daar een droog struikje en heel veel (lava) stenen. Waarom zou een mens in deze stenenmassa willen leven. Hier groeit niets en kun je kilometers ver wegkijken. Hier en daar zijn waterputten aangelegd of staan er grote watertonnen die met tankwagens worden gevuld.
Na de lunchstop komen we een paar herders met hun kudde koeien tegen. We stopen en vullen hun flessen met water. Een stukje verderop ligt een koe op het veepad. De herders hebben deze koe achter gelaten en is ten dode opgeschreven. De Duitsers vragen of ze haar wat brood en water moeten geven. Maar hiermee krijg je zo’n beest niet meer op de been. Je kunt er hooguit het leven wat mee rekken, maar is dat zo ideaal voor zo’n beest midden in de snikhete zon? Ja, de zon brand, gelukkig staat er een stevige wind die wat verkoeling geeft.
Dan zien we een kudde kamelen opgezadeld met ‘huisraad’ en al wat een Nomadenfamilie heeft om te verhuizen. Natuurlijk weten we dat er in deze omgeving nog veel nomaden leven, maar het is toch bijzonder om te zien als de verhuiskaravaan langs trekt, op zoek naar een nieuwe plek in de omgeving van water.
We slapen bij een politiecompound. De agenten die de politie post in het dorp bemannen brengen hier hun vrije tijd door. Als we gaan eten hoort Katharina een gesis, een band van de truck is lek en aan het leeglopen.

Donderdag 5 november (Kenia)
We rijden verder met de Duitsers, maar zonder de Fransen. Voor hen ligt ons tempo te hoog. Maar wat wil je met die rare Franse gewoontes? Tussen de middag moet er uitgebreid gekookt worden en een eenvoudig broodje met een kopje soep bewaren ze voor de avond. Voor ons is het natuurlijk niet echt prettig om op het heetst van de dag in de brandende zon te moeten wachten. Onderweg, tijdens een plasstop rijden de Franse ons voorbij, zodat wij hun tijdens de lunchpauze weer in kunnen halen. ’s Avonds treffen we elkaar weer op dezelfde camping.
Ongelofelijk wat regen doet, alles groen. Alles is in een mum van tijd na de regen tot leven gekomen, alsof het de achterstand in moest halen. De plasstop houden we bij een groen veld. Wat op het eerste oog gras lijkt, maar bij nader inzien is het onkruid. Het groene veld wordt opgefleurd door gele bloemetjes.
Langs de weg liggen verschillende karkassen van voornamelijk koeien. Voor hen is de regen te laat gekomen. En zelfs voor de beesten die het wel gered hebben is het nog hard halen. Door het water en voedsel tekort van de afgelopen tijd hebben de beesten heel wat te lijden gehad.

Woensdag 4 november (Kenia)
We rijden verder. In Isiolo kopen we nog wat vers fruit en groenten, tanken we en dan gaan we verder. Men is bezig met de aanleg van een nieuwe weg, maar wij mogen nog gebruik maken van de noodweg. Alles in de omgeving is nog steeds groen. We hebben enkele weken geleden berichten op TV gezien dat het hier in noord Kenia droog is, maar daar zien wij hier nog niets van. De weg is plaatselijk zelfs modderig.
Na een hobbelige rit arriveren we tegen de avond bij een missiepost waar we op het terrein kunnen camperen.

Dinsdag 3 november (Kenia)
Vandaag zullen in de loop van de dag de Fransen arriveren. In de omgeving kunnen we lekkere wat wandelen. Verder lezen we en is het vandaag bar en boos wat de regen betreft. In de loop van de middag begint het met regenen en er lijkt geen einde aan te komen. Jammer, als de zon schijnt is het zo mooi en lekker warm. Ach, we zullen in de komende maanden nog best wel eens naar een regenbuitje gaan snakken, dus laten we het nu dan maar even koesteren.

Maandag 2 november (Kenia)
In de ochtend doen we de was. Hopen dat het een beetje droog blijft, zodat deze lekker in het zonnetje kan drogen. Gelukkig het blijft droog tot de was in de kast zit, maar tegen etenstijd komt dan toch die gevreesde bui uit de lucht vallen. Voor het eten staat verse forel op het menu. We hebben toegekeken hoe ze hier op de kwekerij de forelletjes hebben gevangen, geknuppeld en vrij van ingewanden hebben gemaakt. Het zijn maar kleine visjes en 2 stuks per persoon is niet erg veel.

Zondag 1 november (Kenia)
We rijden richting Ethiopië via de Moyale route. In Timau belanden we op een camping bij een forellenkwekerij. Hier zullen we een paar dagen wachten tot een Fransstel zich bij ons heeft gevoegd. I.v.m. problemen met hun laptop zijn zij in Nairobi gebleven voor reparatie.

Zaterdag 31 oktober (Kenia)
Vandaag hebben we nog een rustdag. We verrichten wat kleine werkzaamheden en halen wat groenten op de markt op de hoek. ’s Avonds brengt een taxi ons vijven naar Carnivoor. In dit restaurant, waar het bijna alleen om vlees draait, zijn we een jaar of 5 geleden tijdens onze safari door Kenia wezen eten. De belangrijkste wildparken van Kenia hebben we toen al bezocht en slaan we nu over, maar een bezoek aan Carnivoor stond wel op ons lijstje. Er wordt tegenwoordig geen wild meer geserveerd, maar met het overige (struisvogel, varken, rund, kip, kalkoen, lam) hebben we ons buikje toch goed kunnen vullen. De taxi die ons naar huis brengt heeft net als alle taxi’s hier in Afrika de benzinemeter in het rood staan, typisch.

Vrijdag 30 oktober (Kenia)
Vandaag hebben we niet heel veel op het programma staan. Arjan pleegt wat onderhoud aan de auto en komt hierbij geen vreemde dingen tegen. Ik doe wat was en skype met het thuisfront. Dat was weer even geleden, maar de klok in de hoek maakt nog steeds hetzelfde Big Ben geluid.
In de middag lopen Arjan en ik met Katharina en Franci naar de dierenarts vlakbij. Alle honden gaan mee voor hun nodige vaccinaties. Voor Ilha is het nu de laatste vaccinatie, ook krijgt ze weer een ontwormingstabletje en knipt de dierenarts als service even de nageltjes van haar voorpootjes. Ilha is nu helemaal klaar voor haar reis naar Europa. Ze heeft alle inentingen achter de rug, is gechipt en deze morgen hebben we per mail een positieve testuitslag van de Rabiës antibodies test per mail ontvangen.
Na de vaccinatie is Ilha uitermate rustig. Ze eet gewoon, maar ligt de rest van de dag alleen nog maar in haar mand te slapen. Dat is wel lekker rustig, weer eens wat anders dan dat energierijke hondje wat steeds in je kleren wil bijten en steeds weer tot de orde geroepen moet worden.

Donderdag 29 oktober (Kenia)
We rijden naar Nairobi met aan onze rechterhand het uitzicht over de Rift Valley In de loop van de ochtend arriveren we in Nairobi. We rijden direct door naar de ambassade van Ethiopië voor het aanvragen van ons visum. Voor de betaling moeten we naar een bank in de omgeving, bij de ambassade wordt geen geld geaccepteerd. Een beetje omslachtig, maar oké. We rijden naar de bank waar ik het geld stort. Daarna maak ik nog een paar kopieën van het carnet en het internationalrijbewijs. Met het betalingsbewijs van de bank en de kopieën rijden we weer terug naar de ambassade, waar we nog mooi voor 12.00 uur, sluitingstijd, alles hebben kunnen afhandelen. Vanmiddag kunnen we onze paspoorten alweer ophalen.
We rijden door naar Jungle Junction, een camping gelegen in een omgeving met veel villa’s. Hier treffen we Patrick en Katharina weer en maken we kennis met Franci, een vriendin van Katharina die tot Cairo mee reist.
’s Middags halen we bij de ambassade van Ethiopië onze paspoorten op en slaan we alvast voor de komende maanden wat boodschappen in. Als we aan Ethiopië of Soedan denken, denken wij op de een of andere manier niet direct aan grote voorraden voedsel, daarom slaan we die hier in.

Woensdag 28 oktober (Kenia)
We rijden via Lake Nakuru naar Lake Naivasha. De route gaat over een redelijke goede weg. Behalve die rot drempeltjes. Ze zijn niet hoog, maar er liggen er telkens vier achter elkaar. Het is een ware kermisattractie, al is het gerammel wat minder prettig. Plaatselijk is de weg veranderd in een golfslagbaan. De sporen die hier met het warme weer door het zware verkeer in de weg zijn gereden zijn wel 15 cm diep. Als je wilt inhalen is het een gegolf van de linker naar de rechterrijbaan. Hier en daar hebben we een wat hobbelige omleidingroute in verband met wegwerkzaamheden.
Bij een meer houden we onze lunchpauze, terwijl we uitzicht hebben een grote groep roze flamingo’s die in het meer aan het pootjebaden zijn.
Als we bij Lake Naivasha aankomen duurt het niet lang of het begint te regenen. We schuilen in de bar. Aangezien het niet op wil houden met regenen brengen we hier tot bedtijd onze tijd door met lezen en eten we hier maar meteen wat.

Dinsdag 27 oktober (Oeganda - Kenia)
Via een hobbelige weg rijden we om Mount Elgon naar de grens met Kenia. De weg is niet optimaal, maar de omgeving compenseert dat in het geheel. Alles is mooi groen en tussen de aangeplante naaldbomen staat maïs die met de hand wordt geoogst.
Het is 13.30 uur als we bij de grens aankomen. Bij deze grensovergang passeren per dag hooguit 2 man en een paardenkop en dan komen wij hier net als de douaneambtenaar met lunchpauze is. Geen probleem, want binnen enkele minuten is hij weer op zijn post. Alle formaliteiten zijn in 45 min. afgehandeld en we rijden Kenia in.
In de buurt van Eldoret brengen we de nacht door op een camping die erg goed verzorgt is, een mooi aangelegde tuin en groot zwembad heeft.

Maandag 26 oktober (Oeganda)
We verlaten Jinja, maar niet voordat we de source of the Nile hebben bezocht. Dit is de bron waar de Nijl begint. Vroeger was hier een waterval waar het water vanuit het Victoria meer de Nijl in viel, maar na de aanleg van een op deze plek is de waterval verdwenen. De Nijl is met zijn 6400 km de langste rivier van de wereld en het duurt 3 maanden voordat het water vanaf het Victoria meer de Middellandse zee bereikt.
We rijden naar de Sipi watervallen in de omgeving van Mount Elgon. Onderweg passeren we weer verschillende suikerrietvelden.

Zondag 25 oktober (Oeganda)
We blijven nog een dagje in Jinja op de camping. Tegen 11.00 uur lopen we naar de Bujagali watervallen. Hier komen even naar 11.00 uur de rafters met hun bootjes langs, zodat we kunnen aanschouwen hoe hier en daar een mannetje over boord slaat.
Tegen het einde van de middag krijgen we weer een regenbui over ons heen en schuilen we voor een hapje eten in de bar.

Zaterdag 24 oktober (Oeganda)
Arjan gaat vandaag raften op de Nijl. De Nijl leent zich hier uitermate goed voor, het is een natuurlijke wildwaterbaan. Gewapend met helm, zwemvest en een peddel en zeven man sterk probeert het team de Nijl in hun bootje te bedwingen.
Ik blijf lekker op het drogen en ga weer aan de was, lees wat en probeer Ilha wat moe te maken door met haar met de bal te spelen. Achter de bal aanrennen vindt ze leuk, maar de bal terug brengen is nog te moeilijk. Als ze de bal eenmaal heeft, moet je maar zien dat je hem terug krijgt. Met andere woorden niet Ilha, maar ik ben degene die er moe van wordt.
De groep komt even na 17.00 uur terug op de camping, waar dan direct de barbecue aanvangt.
’s Avonds bekijken we in de bar een film die vandaag van het raften gemaakt is. Spectaculaire beelden, waarbij het mooi om te zien is hoe de boten de golven trotseren of juist over kop slaan.

Vrijdag 23 oktober (Oeganda)
We zorgen dat we op tijd bij de ambassade van Soedan zijn. Hier moeten we alleen nog even wachten, degene die de visa’s in orde moet maken is in bespreking. De ambassade is op vrijdag maar tot 12.00 uur open, maar als we om 12.00 uur nog steeds geen paspoorten hebben ontvangen lijkt het erop dat men moet gaan overwerken. Tegen 12.30 uur is het dan zover.
We verlaten Kampala en vertrekken richting Jinja. Als we Kampala uitrijden vragen ons af wanneer de bebouwing ophoud. Het lijkt een aaneenschakeling van huisjes, winkeltjes en marktkraampjes te zijn. Dan wordt het rustiger langs de weg en gaat ook de snelheid omhoog.
Ten noorden van Jinja belanden we op een camping aan de Nijl, de langste rivier ter wereld die hier vlakbij ontspringt en doorloopt tot de Middellandse zee. Vanaf ons plekje hebben we een mooi uitzicht op de rivier die hier in het begin al breed en ruig is.

Donderdag 22 oktober (Oeganda)
Arjan belt in de ochtend een paar keer met de Nederlandse ambassade. Uiteindelijk krijgen we te horen dat we om 14.00 uur de brief kunnen komen halen. Dat wordt dan krap qua tijd, want de Soedan ambassade is maar tot 15.00 uur open.
Tegen de middag gaan we eerst dry ice halen bij een of ander gasbedrijf. Vervolgens rijden we door naar DHL waar nu eindelijk alles voor transport geregeld wordt. Alle goeie dingen in drieën. Het is nog geen 13.00 uur. Terug rijden naar de camping lijkt ons onzin, maar het is nog te vroeg om naar de ambassade te gaan. Dus we rijden naar een winkelcentrum en gaan daar lekker luxe lunchen. Vervolgens halen we de brief op bij de Nederlandse ambassade. Niet te geloven, hebben we daar drie dagen op moeten wachten? Het maken van een boodschappenlijstje is meer werk. We rijden door naar de ambassade van Soedan en leveren daar onze papieren en paspoorten in. Mooi, daar kunnen we morgen onze paspoorten om precies 11.00 uur weer ophalen.
Na al dat rond gecross door Kampala beginnen we de belangrijke routes al aardig te kennen, het wordt dus tijd om te vertrekken. Hopelijk is het morgen zover.

Woensdag 21 oktober (Oeganda)
In de ochtend is het nog koel, alles moet nog opdrogen na de regenbui van afgelopen nacht. Naarmate de ochtend vordert is het noodzakelijk om onder de avocadoboom te schuilen, hier is het lekker koel.
Vandaag rijden we weer naar DHL. Terwijl ik het e.e.a. aan het regelen ben wordt er het hoofd van de afdeling bij gehaald. Het doosje, met een paar bakjes ijsklontjes hebben we netjes ingepakt. Nu blijkt dat het pakketje 3 dagen onderweg is naar Duitsland. En wij denken dat DHL overal ter wereld binnen 24 uur een pakketje kan bezorgen. Nou dat ijs is dan natuurlijk allang ontdooid. Omdat het pakketje zolang onderweg is en in het weekend in Duitsland aankomt, maakt het ook niet meer uit of we er nog een dag mee wachten. Het is eigenlijk zelfs voordeliger, want dan kan het een dag langer bij ons in de koelbox staan. We krijgen (kopen) een nieuwe box voor het vervoer van het serum, een tempexbox. We krijgen een adres waar we dry ice kunnen kopen, zodat het langer koel blijft. Nou, de rest regelen we dan morgen.

Dinsdag 20 oktober (Oeganda)
We gaan naar de ambassade van Ethiopië om te kijken of we hiervoor alvast een visum kunnen regelen. Helaas, dat is hier niet mogelijk. Als je met het vliegtuig gaat krijg je een visum als je het land inkomt en voor over de weg verstrekken ze hier geen visums. Dat moeten we dus in Nairobi regelen. Vervolgens rijden we naar de Nederlandse ambassade om te informeren wanneer we de aanbevelingsbrief kunnen ophalen. Gister werd wel gezegd zo’n briefje niet zoveel zou voorstellen en dus niet zo lang hoeft te duren. Maar wat is niet zo lang duren, het is natuurlijk een behoorlijk subjectief begrip. Inderdaad, een subjectief begrip. Als we bij de ambassade zijn krijg ik te horen dat het nog wel 2 dagen kan duren, 3 dagen totaal. Dat noem ik dus wel lang.
’s Middags gaan we naar de dierenarts om een verklaring op te halen, zodat we gerust met Ilha kunnen verder reizen richting Kenia. Ook halen we het serum wat naar een laboratorium in Duitsland gestuurd moet worden voor de rabiëstest op. Dan snel naar de DHL om het geheel te versturen. We moeten daar voor 17.00 uur zijn, maar door de verkeersdrukte zat dat er niet in. Wel kan ik alvast het e.e.a. doornemen omdat het serum gekoeld verstuurd moet worden en een doosje meenemen voor het versturen van het kleine flesje serum.

Maandag 19 oktober (Oeganda)
In de ochtend rijden we eerst naar de Soedan ambassade om het visum te regelen. Een transit visum is maar voor 7 dagen geldig en gaat in op de dag van afgifte. Aangezien we pas over enkele weken de grens met Soedan oversteken en 7 dagen, met onze race door Angola in ons achterhoofd, zo kort is voor de afstand die we moeten overbruggen is dit geen optie. Een andere mogelijkheid is het verkrijgen van een toeristenvisum voor 30 dagen, maar dan hebben we een uitnodiging nodig of een aanbevelingsbrief van de Nederlandse ambassade. Dus op naar de Nederlandse ambassade om zo’n aanbevelingsbrief te regelen. De medewerker die we hebben gesproken zou even contact opnemen met de Soedan ambassade over de precieze inhoud van de brief en ons bellen als deze voor ons klaar ligt.
Nadat we onderweg nog even in een internetcafé onze e-mail hebben gecheckt, rijden we terug naar de camping voor een boterhammetje.
’s Middags gaan we naar de dierenarts. Hier laten we Ilha chippen, nogmaals inenten voor Rabiës en wordt er bloed voor de Rabiës antibodies test afgenomen. Met deze test kan men zien hoeveel anti-lichaampjes er tegen Rabiës zijn ontwikkeld na de eerste inenting. Bij de dierenarts wordt Ilha ook weer eens gewogen, 6 kilo. Dat is toch heel wat anders dan die pak suiker in de eerste week.

Zondag 18 oktober (Oeganda)
Vannacht werden we wakker geschud door een aardbevinkje. Deze schijnen hier regelmatig voor te komen. Sinds 1992, toen werd er in ons oost Brabantse land een aardbevinkje waargenomen, hebben wij dit niet meer meegemaakt. Het was nog geen 4 uur en ik vroeg me af hoe ik de nacht na deze ervaring door moest gaan komen. Ik heb geprobeerd om wakker te blijven om zo te kunnen wachten op de volgende trilling. Dat is me even gelukt en toen was het opeens 6.30 uur. Even de stand van zaken inventariseren; alle bomen stonden nog op zijn plek en de auto was niet in het kratermeer gezakt.
Na het ontbijt ruimen we onze spullen op en vertrekken richting Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Bij ons vertrek zien we nog een groep Black & white Colobus apen. Die zijn we wel al eens in Costa Rica tegen gekomen, maar tijdens onze reis door Afrika is dit nu de eerste keer.
Terwijl ik onderweg bij een groentestalletje wat tomaten en paprika’s koop, ziet Arjan ondertussen een brommer voorbij komen met een varken achterop. We hebben al van alles gezien achterop de brommer; een heel gezin dat vervoerd werd, een geit, een koe en nu een varken.
In de middag arriveren we in Kampala, geen extreem grote of drukke stad, maar voor een zondagmiddag toch drukker dan verwacht. We rijden na het doen van wat boodschappen, toch handig als de supermarkt op zondag ook gewoon open is, door naar Red Chili Hideaway. Dit is een camping/backpackersplace wat vroeger waarschijnlijk tot een fabriek behoorden. De fabriek staat voor aan de straat, de huisjes rondom, de oude arbeiderswoningen, zijn nu tot hostelkamers omgedoopt.

Zaterdag 17 oktober (Oeganda)
We nemen vandaag maar weer eens een rustdagje. Halverwege de middag komt er weer een flinke regenbui naar beneden vallen. Maar zoals het spreekwoord zegt komt na regen weer zonneschijn en dat is nu ook weer het geval. Hoewel het ’s avonds niet echt koud is trekken we toch maar even onze jas aan, waarschijnlijk is het de vochtige lucht die dit noodzakelijk maakt.

Vrijdag 16 oktober (Oeganda)
We rijden verder richting het noorden en letten deze keer goed op de gps en op aanwijzingen langs de weg, we steken namelijk de evenaar over. In Gabon hebben we de evenaar gemist toen we deze naar het zuiden toe overstaken, maar deze keer kunnen we er een paar foto’s van maken.
We rijden naar een kratermeer in de omgeving van Fort Portal, waar we op de rand van de krater kamperen. Het kratermeer is tot de waterrand weelderig begroeid met bomen en struiken.
In het begin van de middag beginnen de wolken grijs te kleuren en volgt er een dikke vette bui. Gelukkig is er een overdekte ontspanningsruimte waar we lekker droog kunnen zitten. Hier ligt overigens ook een Nederlands reisboek over Oeganda waarin staat dat de meeste regen in de maand oktober valt. Juist ja, maar wat wil je anders in zo’n mooie groene omgeving.

Donderdag 15 oktober (Oeganda)
Nadat we de boekenkast hebben nagekeken en enkele boeken hebben geruild vertrekken we richting het westen. Het is aan de groene omgeving duidelijk te zien dat we in het regenwoud zitten, op dezelfde hoogte als Gabon. Hier hebben waarschijnlijk wel al verschillende bomen moeten wijken voor een stukje landbouwgrond.
Het landschap is heuvelachtig en dan opeens kijken we een uitgestrekte diepte in. Op de rand van deze vlakte, op de rand van het Queen Elizabeth NP, slaan we ons tentje op. We kunnen Congo DRC vanaf hier bijna ruiken, hemelsbreed is de grens niet zo gek ver hiervandaan.
’s Avonds starten we met een experiment. Ilha slaapt vannacht voor het eerst niet bij ons in de tent, maar voor in de auto. Achter de stoelen schuift Arjan ons tafeltje, zodat ze alleen voor in de auto alles wat los en vast zit kan ruïneren. Ze wordt een beetje groot om bij ons in de tent te slapen, al is ruimte niet het grootste probleem. Nee, haar gekke 5 minuten voordat we gaan slapen die meestal uitloopt tot een kwartier, geven de doorslag. In deze tijd bijt ze op alles wat mogelijk is en het liefst niet op haar eigen spullen. Haar favoriete bijtspeeltje zijn onze handen en armen.

Woensdag 14 oktober (Tanzania – Oeganda)
We rijden naar de grens met Oeganda. Het uitstempelen verloopt voorspoedig, op naar Oeganda. Hier kom ik bij de douane waar het Carnet gestempeld wordt. De vraag wordt gesteld wat we in de auto vervoeren. “Alleen spullen van persoonlijke aard”. Nu loop er zo’n mannetje, een geldwisselaar die steeds als een bij achter een pot honing vliegt, achter me aan. Oke, als hij zich koest houdt geen probleem, ik kan mijn eigen boontjes wel doppen en heb inmiddels meer ervaring met grensovergangen dan hij in zijn leven zal krijgen. Maar nee, hij houdt zich niet koest en moet zo nodig zeggen dat wij een hondje bij ons hebben, de sukkel. Wij houden er niet zo van om slapende honden wakker te maken en ik opper nog dat de hond ook van persoonlijke aard is, ze slaapt ten slotte bij ons in de tent. Helaas, men wil haar papieren zien. Ik laat het vaccinatiebewijs zien, maar dat is niet voldoende, men wil een traveldocument zien. Ja, nee dus, die hebben we geen. Ook nog nooit nodig gehad. Bij de dierenarts een stukje verderop moet ik zo’n document gaan regelen. Tot Kampala mogen we de hond vervoeren, daar moeten we het e.e.a. weer verder in orde maken.
Als we de grens over zijn loopt het tegen lunchtijd en zoeken we een plekje aan de kant van de weg. Net voordat we hier weer weg willen rijden komt er een kudde koeien aan. Even een paar foto’s maken van deze koeien met enorme hoorns. De boer is het er niet mee eens dat wij foto’s hebben gemaakt. Niet dat we dat verstaan, maar dat begrijpen we uit zijn gebaren. Wat een gezeur zeg. Er staan alleen maar koeien op de foto’s en laten hem maar kletsen.
In Masaka eindigen we onze dag bij een camping/backpackersplace. Hier treffen we een aantal Nederlanders die hier voor een Nederlandse vrijwilligersorganisatie aan het werk zijn.

Dinsdag 13 oktober (Tanzania)
We nemen de ferry die ons naar de andere kant van een uitloper van het meer brengt. Halverwege de route kunnen we kiezen. Rechtdoor de weg, een wasbordje volgen die op de kaart staat en ook bekend is bij onze navigatie of rechtsaf de asfaltweg volgen. We rijden eerst rechtdoor, maar het gerammel doet ons al snel besluiten om weer terug te rijden naar de kruising. Hier kijken we nog eens naar de verkeersborden, maar worden hier niet veel wijzer van. We vragen aan een agent welke weg wij het beste kunnen nemen naar Bukoba. Hij wijst naar de asfaltweg. Toch vreemd dat deze asfaltweg niet of de landkaart of in onze navigatie staat. We volgen in ieder geval het advies van de agent op en nemen de asfaltweg naar het noorden. Dit is een hele mooie route met regelmatig zicht op het Victoria meer. Toch raar, een paar dagen geleden, in de omgeving van Arusha was alles nog zo super droog en dor van kleur terwijl hier alles vruchtbaar groen is. Het laatste stuk weg is onverhard. Men is hier wel ooit begonnen om de weg te asfalteren, maar zover is het nooit gekomen.
In Bukoba zoeken we een plekje voor de overnachting bij een hotel. Niet normaal, hier vliegen duizenden muggetjes rond, die bijna allemaal een rustplekje op onze tent zoeken. Zolang we maar buiten de lichtbundel van onze lamp blijven gaat het wel, maar zodra we ons in de buurt van de lamp begeven, dan wordt ons gezicht ook tot landingplaats gebombardeerd.

Maandag 12 oktober (Tanzania)
We rijden richting het Victoria meer, naar Mwanza. Als we in de buurt komen van het meer valt het op dat alles groener wordt. De bermen zijn begroeit met gras, wat weliswaar erg kort is maar in ieder geval groen is. Toch weer eens wat anders dan stoffige zand.
In Mwanza rijden we naar de jachtclub, waar maar een paar bootjes aan de stijger liggen. Op het grasveld aan het water hebben wij een kampeerplekje met zicht op een stukje van het meer.

Zondag 11 oktober (Tanzania)
Zo, nu verlaten we dan echt Arusha. Als we de stad uitrijden hebben we een mooi uitzicht op mounth Meru, die door de regen/sneeuw van gister een mooie witte top heeft.
We rijden naar Singida, een omweg naar Oeganda maar een stuk goedkoper dan de kortere weg via de Ngorogoro krater. Een paar jaar gelden hebben we de 4 bekendste wildparken van Tanzania al bezocht en slaan deze daarom nu over. Tot net voorbij de afslag naar het Tarangire NP is de weg in goede conditie. Daarna beginnen de wegwerkzaamheden. Ook Ilha moet kennelijk weer even wennen aan al dat gehobbel. Wat haar maag betreft is het even allemaal teveel en de lunch blijft er niet lang in.
Uiteindelijk arriveren we aan het einde van de dag in Singida, waar we na enkele omzwervingen bij een Sociaal trainingscentrum uitkomen wat opgezet is door RK zusters. We mogen hier niet kamperen, maar voor nog geen € 3,- per persoon hebben we een kamer met 2 bedjes. Met 3 andere kamers delen we de douche/toilet en een ontspanningsruimte met TV.

Zaterdag 10 oktober (Tanzania)
In de ochtend doe ik snel nog een wasje. Deze kan dan alvast mooi in de zon drogen voordat we vertrekken.
Als we alle kosten van ons verblijf over de afgelopen dagen, bijna 2 weken, hebben betaald nemen we afscheid van Patrick en Katharina en verlaten Sakina Campsite. Patrick en Katharina gaan richting de kust, terwijl wij richting Oeganda gaan. Over een paar weken treffen we elkaar weer.
Als we een 40 km buiten de stad zijn schiet me het opeens te binnen: “Shit, ik ben de was vergeten”. We draaien om, even denk ik nog dat we misschien beter kunnen doorrijden en de was laten voor wat hij is, maar er zitten een paar dingen bij die me te prettig zitten.
Als we weer terugkomen op de camping loopt het al tegen de middag en besluiten we om hier nu maar te blijven, zodat we morgen een hele dag hebben om naar de volgende bestemming te rijden.
De manager van de camping/hostel komt uit Kenia, waar het vandaag een feestdag is. Verschillende vrienden en kennissen zijn daarom vanmiddag/vanavond uitgenodigd voor een barbecue. Jammer dat het tegen 18.00 uur, net als de party een beetje op gang is gekomen, begint te regenen. Geen Hollands buitje, maar een bestaande uit dikke droppen die in een razend tempo uit de lucht komen vallen. Jammer dat het feestje nu een beetje in het water valt, maar de gasten hebben er geen moeite mee. Hier is men eigenlijk best blij met de regen.

Vrijdag 9 oktober (Tanzania)
Arjan en ik gaan weer even met de minibus naar het centrum. Het busje rammelt aan alle kanten maar zolang het maar rijd, dan is het hier al oké, er worden verder weinig eisen aan gesteld. In het centrum lopen we langs wat kleine winkeltjes af op zoek naar een paar korte broeken en T-shirts voor Arjan. Een korte broek is inmiddels al afgeschreven en een tweede heeft geen lange levensduur meer. Ook in een paar T-shirts zijn de gaatjes al ingevallen. Arjan´s kleren hebben het hier zwaar. Hij weet ze in no time vuil te krijgen en wil ik ze nog een beetje schoon krijgen, dan moet ik er met de harde hand aan. Oftewel schrobben met de borstel. Na wat winkeltjes afgelopen te hebben, hebben we 2 korte broeken en 2 poloshirts op de kop weten te tikken. Dit alles voor nog geen € 40,-. Vervolgens gaan we nog wat boodschappen voor de komende dagen doen en lukt het nu wel om de site te updaten.

Donderdag 8 oktober (Tanzania)
Een luie dag. In de ochtend gaan we naar het internetcafé om de site te updaten. Na 2,5 uur houden we het voor gezien, de verbinding is traag en het schiet allemaal niet zo op. Een volgende keer beter.

Woensdag 7 oktober (Tanzania)
Ik doe vandaag alvast wat van de was die Arjan mee heeft gebracht.
Laat in de middag starten we de barbecue. Lekker maar veel te veel; worstjes, drumsticks, steak, salades, brood en nog wat saus.

Dinsdag 6 oktober (Tanzania)
Om 6.30 uur belt Arjan op dat hij de top (5895 m) heeft bereikt. Wauw, wat een prestatie. Daar boven is het overigens wel erg koud en het water is zijn tas is inmiddels bevroren. Patrick is helaas een anderhalf uur eerder afgehaakt.
Katharina en ik gaan boodschappen doen. We hebben het e.e.a. nodig voor de barbecue die we morgen voor de mannen willen organiseren. Als we met onze tassen de minibus nemen terug naar de camping blijkt dat de minibus naar een centraal punt rijdt waar iedereen uitstapt. Wij moeten hier kennelijk verder met een ander busje. Als ik wil uitstappen wordt mijn weg belemmerd door een sukkel die het pad afsluit en aan het hannesen is met zijn plastic tasje. Hij, ik en mijn buurman zijn nog de enige inzittende. Tot slot duw ik de man wat met mijn tas opzei om er door te kunnen. Direct als ik uitgestapt ben voel ik en mis in mijn portemonnee. Het kwartje valt, dat gehannes was een afleidingsmanoeuvre, zodat mijn buurman mijn portemonnee uit mijn dichtgeknoopte zak kon bietsen. Ze doen alsof hun neus bloeit, ja ik zou ook geen briefje op mijn voorhoofdplakken met “Ik ben een dief erop”. Het is wel balen, naast € 15,- zaten mijn Visacard en Rabopasje in mijn portemonnee. Veel geld hebben ze dus niet buit gemaakt, maar mijn pasjes missen is bijna een ramp. We besluiten om een taxi terug naar de camping te nemen en hier kan ik dan snel de pasjes blokkeren. Er komt iemand aan om te vertellen dat de taxi er is en hij geeft mijn portemonnee terug. Die scheen ergens op de grond te liggen. Het geld is eruit, maar de pasjes zitten er nog in. Een geluk bij een ongeluk, al baal ik er wel van dat ze me gerold hebben en mijn geld hebben gebietst. Nuchter gezien kom ik er nog goedkoop vanaf. Toen een paar maanden geleden mijn Visacard in Nelspruit bij een winkel is achtergebleven koste dit een dag rijden en € 50,- aan diesel.
In de loop van de middag zegt de manager van de camping/B&B dat de jongens vandaag terugkomen. Katharina verbeterd haar en zegt: “Nee, morgen”. Nee vandaag herhaalt ze, de manager heeft contact gehad met de organisator. Wat blijkt nu, omdat Patrick zich niet goed voelde wilde hij naar beneden. Hij is toen met de gids-assistent niet naar het kamp voor de komende nacht gelopen maar naar de ingang. Toen Arjan met de gids bij het kamp aankwamen was Patrick en de gids-assistent nergens te bekennen. De gids had papieren bij zich die de gids-assistent nodig had als hij beneden bij het kantoor aankwam. Dus ze moesten met zijn allen naar beneden. Arjan zei tegen zijn gids: “Oké, geef me even wat rust en wat te eten, dan denk ik dat het me wel gaat lukken”. Dus nadat hij eerst naar de top is geklommen en terug naar het kamp moest hij nog eens 30 dalen naar de uitgang. De terugweg is weliswaar korter dan de heenweg, maar het is aan een stuk dalen. Rond 18.30 uur arriveert het busje met Arjan en Patrick op de camping. Arjan is logisch moe en heeft, door het afdalen, pijnlijke tenen.

Maandag 5 oktober (Tanzania)
In alle vroegte belt Arjan weer op. Vandaag lopen ze naar het kamp wat op 4600 m gelegen is en vannacht om 0.00 uur lopen ze aan naar de top, waar ze ongeveer 7 uur over doen.
Ik hou me weer bezig met mijn dagelijkse bezigheden en zoals gebruikelijk gaan we rond 21.00 uur weer naar bed.

Zondag 4 oktober (Tanzania)
Tussen de bedrijven door maak ik elke dag een paar kastjes in de auto schoon. Natuurlijk moet ik tussendoor ook wat lezen. Ja de tijd gaat vanzelf voorbij.
Aan het einde van de middag maken we weer een wandeling. Het is behoorlijk warm, ondanks dat het al 16.00 uur is geweest.
’s Avonds gaan we weer eten in het restaurant, waar we allebei vis bestellen. Eindelijk weer eens vis, dat is alweer heel wat maandjes geleden.

Zaterdag 3 oktober (Tanzania)
Een verassing, Arjan belt rond 7.00 uur om te vertellen dat alles goed is. Ze zitten nu op 3600 m en lopen vandaag naar de 4500 meter om vervolgens weer naar het kamp op 3800 m af te zakken. Ze hebben allebei wel wat last van hoofdpijn, maar waarschijnlijk komt dit door de koude lucht.
Een wandeling maken over de koffieplantage zit er vandaag niet in, we krijgen geen toestemming van de bewaker bij de ingang. Jammer dat er bijna elke dag een andere bewaker is, zo is het elke dag een verassing of we wel of niet binnen gelaten worden.

Vrijdag 2 oktober (Tanzania)
Ilha is een schatje, maar af en toe lijkt het wel een katje, oftewel een verrekt kreng. Ze bijt op alles wat mogelijk is en haar nagels, die ondanks dat ze geknipt zijn, zijn behoorlijk scherp. Vooral als we net in de tent liggen is ze erg actief en wil ze niet met de verschillende speeltjes spelen, maar met mijn handen en armen. Het gevolg is dat ik behoorlijk wat schrammen en krassen op vooral mijn rechter hand en pols heb.
’s Middags maken we weer een flinke wandeling door de koffieplantage.
’s Avonds komt Paul, net als gisteravond, weer bij ons zitten. Hij studeert in Nederland geneeskunde en is voor stage in Tanzania.

Donderdag 1 oktober (Tanzania)
De tassen zijn gepakt en om 8.30 uur worden de mannen opgehaald. Shit, de eenvoudige rugzak waar Arjan zijn dagelijkse spullen in heeft gedaan begeeft het. Snel gaat hij op en neer naar het centrum om een nieuwe rugzak te kopen. De beste die hij tegenkomt is nog geen € 6,-, als die het maar gaat houden de komende dagen. Even voor 8.30 uur is hij weer terug. Snel de spullen overladen, want het busje arriveert vrijwel direct. Na een paar haastige kussen verdwijnt hij het busje in.
Katharina belt de dierenarts om een afspraak te maken. Hij is niet in de praktijk, maar op route. Omdat hij toch onderweg is stelt hij voor om ons te bezoeken. Dat is ideaal, dan hoeven wij niet op zoek naar zijn praktijk. Als de dierenarts er is geeft hij de 5 in 1 herhalingsspuit en een ontwormingstabletje.
In de middag gaan Katharina en ik wandelen in de koffieplantage vlakbij. Eigenlijk moeten we een permit (toestemmingsbewijs) hebben binnen te komen, maar de bewaker laat ons ook zonder binnen. Hier kunnen de honden los rondlopen, heel wat beter dan wandelen langs de drukke weg.
’s Avonds probeer ik Arjan te bereiken, maar zijn telefoon heeft geen bereik. Mmm, betekend dit nou dat wij elkaar woensdag pas weer gaan zien?

Woensdag 30 september (Tanzania)
We gaan naar het internet toe en vervolgens gaan we weer wat boodschappen doen voor de komende dagen. Arjan gaat klimmen en voor hem wordt er dagelijks gekookt, maar ik heb natuurlijk wat voorraad nodig om mijn eigen prutje te koken.
Voor de avond bak ik een lekkere steak, die zal voor Arjan de komende dagen wel niet op het menu staan.

Dinsdag 29 september (Tanzania)
Arjan en Patrick regelen het e.e.a. om donderdag te starten met het beklimmen van de Kilimanjaro. De Maranga route duurt normaal 6 dagen en 5 nachten, maar omdat Patrick bij een vorige poging last van hoogte ziekte heeft gehad, kiezen ze ervoor om er 7 dagen en 6 nachten over te doen, zodat ze wat meer tijd hebben om te acclimatiseren. Ze moeten zelf hun dag-rugzak dragen. De slaapzak, extra kleren etc. wordt door de dragers gedragen. Zijn dragen ook het eten voor alle dagen en natuurlijk hun eigen spullen, zwaar werk zeg.
’s Avonds gaan we eten in het restaurantje op de camping, mmmmh frietjes met mayonaise.

Maandag 28 september (Tanzania)
We rijden naar Arusha. Onderweg kopen we op een marktje eerst wat groenten en fruit. Hier in de bergen is voldoende voorraad en keuze. Als we weer op de hoofdweg zitten passeren we weer, net als een paar dagen geleden, verschillende plantages met Aloë Vera, tenminste dat denken we.
Voor de lunch maken we een stop. Het is warm in de middag zon die recht boven ons staat en dus alleen schaduw geeft als je ergens onder kunt staan.
Als we richting Arusha afdraaien wordt Patrick aangehouden. Hij is, zoals altijd, bij de weegbrug doorgereden. Men beweert dat hij ondanks dat hij een camper is de truck bij de weegbrug had moeten laten wegen, nou dat zou in Tanzania dan de eerste keer zijn. Na wat gebakkelei rijden wij door om alvast een leuke camping te vinden en draaien zij om om de truck alsnog te laten wegen. Even later krijgen we een sms’je van Katharina. Omdat zijn doorgereden moeten ze $ 2000,- betalen. Dat is natuurlijk een beetje te gortig en laten ons weten dat ze bij de weegbrug kamperen, $ 2000,- zijn ze niet goed snik? Het schijnt dat er een bord langs de weg stond dat ieder vervoermiddel dat boven de 3500 kg weegt gewogen moet laten worden, ook de boete van $ 2000,- stond erbij vermeld. Even later krijgen we weer een sms’je, Patrick en Katharina zijn weer op weg en hebben gelukkig niets hoeven te betalen.
Wij zien even voor Arusha verschillende draaikolken die het stof mee de lucht in nemen, waar komen die kolken toch allemaal vandaan (warme opstijgende lucht).
We hebben een paar adressen van campings, maar het is toch even zoeken voor we een geschikte camping vinden. De ene is nauwelijks bereikbaar met de truck, bij de andere is het kennelijk druk met overlandtrucks vol met toeristen, een andere krijgen we niet gevonden en op een camping mogen we niet parkeren op het gras. Arjan en ik komen per toeval op de weg naar Nairobi, een paar km buiten het centrum van Arusha een camping tegen. Hier informeren we. Het ligt wel dicht aan de weg, maar ze hebben er een mooi grasveld om op te kamperen, warme douches en een restaurantje voor als we onszelf willen verwennen. Wij gaan snel een boodschap doen en wachten op Patrick en Katharina. Om de truck op het gazon geparkeerd te krijgen sneuvelt er wel een struikje, maar dat schijnt geen probleem te zijn.

Zondag 27 september (Tanzania)
We blijven nog een dagje in de bergen en maken een wandeling in de omgeving. Sommige padjes zijn best stijl. Het klimmen put me uit en bij het dalen moeten Katharina en ik ons even aan een boom vast houden om de snelheid er uit te halen. Ilha houdt de wandeling goed vol en schuift op het steile pad als vanzelf naar beneden.
Als we terugkomen op de camping zijn we niet de enige gasten meer. Een Engels en Nederlands stel (Roy en Sandy) zijn zojuist gearriveerd. Zij zijn via de oostkust onderweg naar Cape Town.

Zaterdag 26 september (Tanzania)
We rijden naar Lusotho, een dopje in de bergen. We vertrekken vanaf 10 m hoogte, als we de slingerweg naar Lusotho nemen zitten we inmiddels op 400 m. De slingerweg blijft slingeren tot we rond de middag op een hoogte van 1600 m bij de camping arriveren. De weg naar de camping geeft een mooi uitzicht en in het dal wat zich links van ons bevind zien we overal mooi stukjes bewerkt land. Hier wordt volop groenten en fruit geteeld en de akkers liggen er mooi verzorgd bij.
De camping is bij een farm gelegen waar men zelf kaas, jam, yoghurt en andere producten maakt en verkoopt. Ik koop hier kaas en 3 soorten jam. Vooral de Mispel jam smaakt erg lekker.
’s Middags maken we nog een wandeling naar een uitzichtpunt “cliff view”. Hier hebben we een mooi uitzicht op een klif en op de omgeving. Op de rand van de afgrond drinken we wat op een terrasje.
Als de zon weg is koelt het best wel wat af, dus is het weer eens tijd voor een vuurtje.

Vrijdag 25 september (Tanzania)
We blijven een dagje op onze plaats en ik doe een wasje. Jeetje, wat is het warm, poe poe. Eigenlijk is het niet de warmte, maar vooral de hoge luchtvochtigheid die het plakkerig maakt.
In de ochtend komt er iemand van de camping aan ons vragen of we zelf koken of in het restaurant willen eten. Zoals bijna altijd koken we vanavond zelf. Hij vraagt of we wellicht vis willen. We moeten hier even over nadenken, maar als we hem in de middag vertellen dat we wel een lekker visje lusten zijn de vissers al huiswaarts gekeerd. Een stukje verderop kunnen we wellicht nog wel vis kopen. Katharina en Arjan lopen naar het dorpje, maar komen met lege handen terug. Alle vis is al de deur uit, voor ons vanavond dus geen vis op het menu.

Donderdag 24 september (Tanzania)
Na bijna een week aan het strand in South Beach, vlakbij Dar Es Salam, trekken we maar weer eens verder. We rijden noordelijk waar we ten noorden van Pangani aan het strand neer strijken. Om hier te komen is het niet mogelijk om de kustlijn te volgen. Nee, we moeten eerst 100 km landinwaarts rijden slaan daarna in noordelijke richting af om 100 km verderop weer richting de kust te kunnen rijden.
Het strand hier valt wel een beetje tegen, het is bij lange na niet zo mooi wit en schoon als in South Beach. Maar wat wil je, de medewerkers van Sunrise Beachresort maakte daar iedere dag het strand schoon. De zee loopt hier heel langzaam af, waardoor de zee zich behoorlijk ver terugtrekt als het eb wordt.

Woensdag 23 september (Tanzania)
Zoals gebruikelijk is Ilha weer rond 6.00 uur wakker dus ga ik eruit om haar uit te laten en eten te geven. Terwijl Arjan nog even rustig een dutje kan doen geniet ik van de opkomende zon en begin ik alvast met het typen van de dagverslagen. Ik heb ruim 2 weken in te halen, dus ik ben wel even zoet. In de morgen gaat Arjan alvast naar het internetcafé om de laatste foto’s alvast op de site te plaatsen. ’s Middags gaat hij terug om het verhaal erbij te plaatsen.

Dinsdag 22 september (Tanzania)
Patrick, Katharina en ik gaan naar de stad terwijl Arjan met de honden op de camping blijft. Met de minibus, bestemd voor max. 15 personen rijden wij met ruim 20 volwassen en nog enkele kinderen naar de ferry. Het is hier wederom druk, maar voor € 0,06 per overtocht is het op zich al een goedkoop uitje om de overtocht te maken. Aan de andere kant gekomen lopen we naar een hotel waar we vragen of het mogelijk is om te internetten, copieren en scannen. We worden naar de 6e verdieping van het superluxe businesshotel doorverwezen. De airco staat koud en als we naar enkele uren buiten komen kunnen we weer lekker opwarmen. We lopen nog even naar een supermarkt en eten onderweg een pizza (sorry Arjan). Ik bestel de Mexican pizza, maar sta er even niet bij stil dat deze nogal pittig zou kunnen zijn. Gelukkig houdt Patrick van alles wat spicy is en ruil ik met zijn pizza die vrij neutraal van smaak is. In de supermarkt koop ik een zak hondenbrokken voor Ilha. Puppyvoer hebben ze niet, dan maar brokken voor de smal/medium hond. Met de zak brokken (8 kg) onder mijn armen lopen we weer terug naar de ferry. Voor de terugweg van de ferry naar de camping nemen we deze keer niet de minibus, maar de tuk-tuk. Volop fresh air, maar helemaal op m’n gemak voel ik me niet, onze auto voelt toch een stuk stabieler. Als we op de camping aankomen is Ilha niet bepaald blij verrast om mij te zien, maar helemaal gericht op de zak hondenvoer die ik in mijn handen heb.

Maandag 21 september (Tanzania)
Omdat het vandaag een nationale feestdag is besluiten we om morgen naar de stad te gaan en belt Katharina vandaag alvast met de ADAC om te informeren hoe we het e.e.a. het beste kunnen aanpakken. Heel simpel, het aanvraag formulier mailen een postadres opgeven waar men onze Carnetten naartoe kan sturen en betalen.
Ook vandaag is het weer druk met gasten, rond de 700 mensen die hun dag hier aan het strand bij het resort spenderen
Wederom gaat ’s avonds de barbecue aan en bestellen we bij het restaurant van het resort frietjes. Jammer dat de frietjes al half koud zijn als ze geserveerd worden, maar ze blijven toch lekker.

Zondag 20 september (Tanzania)
Wij zijn niet zo thuis in de Moslimwereld, maar het blijkt dat vandaag het Suikerfeest begint en daarmee het einde van de Ramadan wordt ingeluid. Vandaag en morgen zijn dus tot nationale feestdagen uitgeroepen en iedereen uit Dar es Salam lijkt hier op het strand feest te komen vieren. Het is me een drukte en iedereen is op zijn paasbest gekleed. Wel mooi om te zien, al die vrouwen in mooie kleurrijke jurken. Tot zonsondergang is het druk en lopen de mensen van links naar rechts of van rechts naar links over het strand en wederom vragen we ons af; “Waar komen ze vandaan en waar gaan ze naartoe”.
Vrijdag hebben we flinke een steak gekocht, die gaat ’s avonds op de barbecue, dit maakt het vakantiegevoel helemaal compleet.

Zaterdag 19 september (Tanzania)
Maandag willen we het e.e.a. gaan regelen om onze Carnet de Passage te gaan verlengen. Het Carnet van Patrick en Katharina verloopt eind november, die van ons medio december. Aangezien een geldig Carnet voor Egypte verplicht is, anders kom je het land gewoon niet in, zouden wij medio december dit land alweer verlaten moeten. Geen probleem, maar vandaar rijden we via Jordanië en Syrië naar Europa en dit laatste stukje, vooral met de opkomst zijnde winter, zal vrij vlot gaan. Dus met het verlengen van het Carnet kunnen we het nu wat rustiger aan doen en genieten van de zomerzon en komen we straks volgens planning precies op tijd thuis.
Tot het maandag is gaan we dus zeker genieten van dit mooie vakantie plekje.

Vrijdag 18 september (Tanzania)
HIEPERDEPIEP ER IS ER EEN JARIG HOERA HOERA!!! Ja ja, 40 jaar dat is niet mis. Arjan wordt in de ochtend door Patrick en Katharina verast met een eigen gebakken verjaardagscake die ons bij het ontbijt goed doet smaken. Na het ontbijt gaan wij richting Dar es Salam, als we hier rond de middag aankomen is het behoorlijk druk met het verkeer. Bij de Shoprite gaan we boodschappen doen. Terwijl Arjan bij Ilha in de auto blijft kan ik voor hem mooi een cadeautje kopen.
Met de ferry maken we de overtocht naar South Beach net buiten Dar es Salam. Omdat de ferry bijgetankt moet worden loopt de wachttijd wat op. De zon is fanatiek en brand binnen, maar de airco gaat ertegen in de verdediging. Aan de andere kant gekomen is het op straat een drukte met voetgangers die ook met de ferry zijn overgestoken. Waar komen toch al die mensen vandaan en waar gaan ze naartoe?
Bij Sunrise Beache Resort vinden we een mooi en rustig plekje aan het strand, absoluut geen verkeerde plek. Als Arjan even naar het toilet gaat pak ik snel zijn cadeautjes in; een fles Johnny Walker Black Label, wat Tusker bier en een Nederlandse Snickers. De whisky is een schot in de roos, bij Tusker bier heeft Arjan speciale herinneringen en de Snickers doet hem goed smaken. We drinken er (ik natuurlijk niet) een paar biertjes op, op naar de 50. Ja ja, langzaam aan komen de ouderdomsverschijnselen te voor schijn; rimpeltje hier, grijs krulletje daar. Maar zeg nou eerlijk, hij mag er nog best zijn.

Donderdag 17 september (Tanzania)
We willen morgen in Dar es Salam arriveren om daar Arjan’s verjaardag een beetje te vieren. Dat moet lukken als we vandaag al een groot deel van de kilometers af kunnen leggen. Oeps, een tegenvaller, rondom Iringa is men druk bezig met wegwerkzaamheden en dat houdt vooral voor het eerste deel van het traject flink op.
Onderweg rijden we door een natuurpark, waar we impala’s, zebra’s, elanden en overstekende olifanten passeren. Na Zambia zien we hier dan toch weer wat wild, maar wat verwacht je anders in een van de favoriete safarie-landen. Ook zien we verschillende masai mannen met hun vee rondtrekken, deze mogen hier natuurlijk ook niet in het straatbeeld ontbreken.
Weliswaar wat later dan gehoopt bereiken we tegen het einde van de middag het hotel in Morogoro waar we kunnen kamperen.

Woensdag 16 september (Tanzania)
Omdat we gister een aardig lange dag hebben gemaakt blijven we vandaag een dagje staan. We lezen wat, Arjan is fanatiek bezig met de Engelse versie van The Davinci Code en ik worstel me door een iets minder interessant boek heen.
’s Avonds nemen we het er weer eens van. We gaan gezellig met z’n vieren uit eten. Bij het restaurant worden we met ritmisch getrommel ontvangen wat ten goede komt ambiance die ook in het restaurant met de aankleding zeker aanwezig is. Er is geen stroom, maar de kaarsen en olielampen zorgen voor een gezellige sfeer en alles ziet er zeer kleurrijk uit.

Dinsdag 15 september (Tanzania)
Voor het doen van boodschappen stoppen we in Mbeya. Het is een flinke uitgestrekte plaats, maar het ontbreekt er aan een fatsoenlijke supermarkt. In een kleine winkel kopen we wat noodzakelijke spullen. Vervolgens maken we nog een flinke tocht naar een camping richting Iringa. Hier hebben ze heerlijke warme douches.

Maandag 14 september (Malawi – Tanzania)
We rijden het laatste stukje door Malawi en kruisen vervolgens de grens met Tanzania. Bij de grens verloopt het soepel en er kraait weer geen haan naar ons hondje.
In Tanzania is het groen om ons heen met verschillende bananen- en theevelden. Hier is het flink bergachtig en koelt het ’s avonds aardig af en alles wordt vochtig.
De klok hebben we een uur vooruit kunnen zetten, een andere tijdszone. Dit is wel fijn, nu blijft het toch zeker tot 18.30 uur licht en blijft het ’s morgens een uurtje langer donker, zodat het pas tegen 6.00 uur licht wordt. Hopelijk slaapt Ilha, onze vroege vogel nu ook wat langer door.

Zondag 13 september (Malawi)
Even een dagje rust. Arjan is hier na het geregel en werken van de afgelopen dagen wel aan toe. Ik heb mooi wat tijd om de was te doen, al wordt het steeds moeilijker om Arjan’s T-shirts en broeken waarin na het sleutelen hier en daar olie en smeervlekken zitten, schoon te krijgen.

Zaterdag 12 september (Malawi)
We rijden via Livingstonia naar Chitimba beach. Via een mooie omgeving en een stoffige weg bereiken we Livingstonia, een oud missie dorpje. We rijden door het dorpje wat qua omvang niet zoveel voorstelt, maar wel bijzonder is qua architectuur. Alle huizen en gebouwen zijn uit dezelfde steen en in dezelfde stijl opgetrokken.
Daarna dalen we via een smalle pas met verschillende haarspeldbochten af naar het meer. Ik had verwacht dat de pas moeilijker zou zijn dan dat hij was. De Sanipas van Zuid Afrika naar Lesotho is wat dat betreft wel spectaculairder. Vanaf de pas hebben we wel bijzondere vergezichten over lake Malawi en de waterkant met het zandstrand. Rond lunchtijd arriveren we in Chitimba op de camping waar we ons weer bij Patrick en Katharina voegen.

Vrijdag 11 september (Malawi)
In de ochtend monteert Arjan eerst de remklauw en maakt de remmen verder in orde. In de middag maken we een testrit naar Mzuzu, waar we onze oude versnellingsbak terug gaan brengen.
Terwijl ik een paar boodschappen doe, treft Arjan de Spanjaarden die we al verschillende keren hebben getroffen, maar sinds Kameroen niet meer hebben gezien. Op de een of andere manier kom je elkaar telkens weer tegen of hoor je via via van elkaar.
De auto houdt zich ook gedurende de terugrit goed, dus morgen kunnen we verder. Als we terug komen in Rumphi laten we de auto eerst even wassen, niet dat dit nu echt nodig was!
’s Avonds maken we het ons gemakkelijk en gaan lekker uit eten.

Donderdag 10 september (Malawi)
Arjan maakt eerst de “nieuwe” transferbox schoon, kijkt hem na en monteert hem vervolgens onder de auto. Beide remklauwen, de originele en de 2e hands gekochte haalt hij uit elkaar en maakt er een goede remklauw van. Hierbij gebruikt hij zoveel mogelijk onderdelen van zijn eigen remklauw. Halverwege de middag is het mooi geweest, morgen weer een dag.

Woensdag 9 september (Malawi)
Om 7.00 uur vertrekt Arjan met de transferbox op zak naar Mzuzu.
Patrick en Katharina rijden naar het meer. Hopelijk zien wij elkaar daar snel weer, maar met een beetje pech treffen wij elkaar pas weer in Dar es Salam (Tanzania).
Tegen de middag belt Arjan mij op. Hij heeft de monteur van de politie getroffen en deze kan een bak regelen. “Wat willen we ervoor uit geven?” vraagt hij. De prijs van € 750,- heeft hij al naar € 500,- gepraat. “Zo min mogelijk, probeer er nog maar wat af te krijgen, maar we hebben hem wel nodig” is mijn reactie. Het blijkt een zaak te zijn die het daglicht niet bepaald kan verdragen. De bak komt onder een politieauto (Defender) vandaan, die stukken heeft en waarbij reparatie niet meer rendabel is. Over een half jaar worden alle afgeschreven politieauto’s geveild. Daarom heeft de man onze oude bak nodig, zodat de auto er aan de buiten kant als een complete auto uit ziet. Naar wie het geld in zijn zak steekt hoeven wij niet te raden. In Nederland zouden we nog wel even verder kijken, maar hier in Afrika zal het wel snoes zijn, de wereld hier kunnen wij toch niet meer verbeteren. Tegen etenstijd komt Arjan met zijn eigen en de voor € 400,- gekochte transferbox terug. Zo heeft hij de mogelijkheid om evt. nog goede onderdelen van de oude bak, indien nodig, over te zetten op de “nieuwe” bak. In de “nieuwe” bak zit namelijk een tik en het is niet helemaal duidelijk of dit kwalijk is.

Dinsdag 8 september (Malawi)
Wij rijden met Patrick mee naar Mzuzu. Hij laat hier een band plakken en laat de andere laten vervangen (het gat wat te groot om goed te repareren).
Arjan en ik gaan eerst naar de immigratiedienst. Ons visum voor 21 dagen laten we hier (gratis) tot 30 dagen verlengen. Nu kunnen we tot 18 september in Malawi blijven. Hopelijk is tegen die tijd de auto gerepareerd. Vervolgens gaan we naar de garage waar ze ons wellicht verder kunnen helpen. Dit valt wat tegen. Ze hebben geen remklauw, maar denken wel een versnellingsbak te kunnen regelen. Terwijl zij wat proberen te regelen gaan wij op zoek naar een remklauw. Deze vinden we uiteindelijk (2e hands) op de hardware markt. Een markt bestaande uit houten kraampjes waar van alles voor fietsen, motors en auto’s wordt verkocht. Onderweg terug lopen we langs een oude Landrover Defender. We kunnen deze voor € 1500 kopen, maar wat moet je met zo’n hele auto. Eerst nog maar eens verder kijken. Als we weg willen lopen komt er een man naar ons toe. Hij werkt als monteur bij de politie en denkt wel een transferbox voor ons te kunnen regelen. Morgen laat hij meer weten. Nadat we wat boodschappen hebben gedaan lopen we terug naar de garage, maar hier hebben ze nog niets voor ons kunnen regelen. Tegen de avond arriveren we weer op de camping waar Katharina met de honden is achter gebleven.
Arjan gaat nog even snel regelen dat hij morgen met een auto van de camping mee kan rijden die Mzuzu op de planning heeft staan.

Maandag 7 september (Malawi)
Arjan informeert in de ochtend bij de staf van de camping naar de mogelijkheid van vervoer naar Mzuzu, zo’n 70 km vanaf Rumphi. Bij de garage op de camping heeft Arjan een adres gekregen in Mzuzu waar hij evt. onderdelen voor de auto aan kan komen. Arjan stuurt ook even een sms’je naar Nederland, naar Bowy. Wie weet mag hij, in het ergste geval, iets vanuit Nederland gaan regelen.
Tegen de middag arriveren Patrick en Katharina weer op de camping. Ook bij hen heeft de pech toegeslagen. Een tweede kapotte band in 2 dagen tijd.

Zondag 6 september (Malawi)
Patrick en Katharina rijden vandaag naar Livingstonia en zullen morgen weer terug komen.
Arjan kijkt alvast op internet om te zien waar hij hier in Malawi Landroveronderdelen aan kan komen, maar wordt hier niet echt wijzer van.

Zaterdag 5 september (Malawi)
Als we wakker worden hangt de truck van Patrick en Katharina een beetje op links, hun linker achterband staat slap, voor hen de 1e kapotte band. Nou, de mannen kunnen aan de slag. Arjan ligt het deksel van de tranferbox (verdeelbak) en ziet al snel wat het euvel is. 1 Tandwiel is erg beschadigd en de anderen zier ook niet meer nieuw uit (zie foto). Daar moet een nieuwe bak onder of we moeten onderdelen aan kunnen komen om de inhoud van de bak te vervangen. Het is in ieder geval duidelijk dat wij hier nog wel een paar daagjes zullen staan. Arjan haalt de bak er alvast onderuit en helpt Patrick met het vervangen van de band.

Vrijdag 4 september (Malawi)
We rijden naar het Nyika Nationaal Park. In het park ie een camping waar we willen gaan overnachten. Hopelijk leveren de honden, die in het park eigenlijk niet zijn toegestaan, hier geen problemen op. Ilha is nog wel te verstoppen, maar George en Kinha zijn hiervoor een beetje te groot.
Als we zo’n 30 km in het park zijn verandert het landschap. De bergen worden kaler en zijn vooral begroeid met protea, varens en andere struiken hier en daar afgewisseld met bloemen die geel en blauw/paars kleuren. Dan horen we een vreemd geluid:
- de versnellingsbak naar de klote of
- lager in de versnellingsbak los of
- een steen tussen de remschijven
Het geluid is alweer snel verdwenen en hopelijk was het maar een steen. 5 Km verderop, zo’n 20 km voor de camping wordt het duidelijk, de versnellingsbak is goed ziek. We besluiten om om te keren, terug naar de camping in Pumphi. Rijden op eigen kracht is eigenlijk niet meer mogelijk, of in ieder geval zeer ongezond als je het gekraak, gerammel en gegrom van de versnellingsbak hoort. Voor Patrick en voor de truck is het geen probleem om ons terug te slepen. Dat was dan het park. Wel jammer dat we hier nu juist pech moeten krijgen. De natuur in het park moet voor Afrika namelijk een bijzonder stukje zijn en daar hebben we maar een stukje van gezien. Natuurlijk boffen we ontzettend dat we niet alleen zijn en het voor Patrick en Katharina zo klaar als een klontje is dat ze met ons terug rijden nu wij niet verder kunnen.
De weg terug naar de camping, die 1000 m lager ligt dan het keerpunt, verloopt spoedig. Maar dan lijken onze remmen niet helemaal meer te werken, geen remdruk. Bergje op is dit niet zo’n probleem, maar bergje af….. Arjan probeert door wat in de schuin aflopende berm te rijden vaart te minderen. Patrick ziet onze vreemde capriolen en weet even niet wat er aan de hand is en remt af tot stilstand. Het sleeptouw komt wat los te hangen en slaat om de as van het rechtervoorwiel. Onze redding, hierdoor remt de auto en rammen we de truck gelukkig niet. Omdat we de laatste 60 km veel hebben gedaald heeft Arjan veel bij moeten remmen. Gevolg; de remolie is aan het koken gegaan en er is lucht in de leidingen gekomen. Even de boel af laten koelen, de verloren gegaane remolie aanvullen en de remmen ontluchten. Oeps, het touw heeft een remleiding beschadigd. Arjan maakt van koperleiding ter plaatsen een nieuwe remleiding, maar bij het bevestigen van de remleiding in de remklauw blijkt het schroefdraad in de remklauw dusdanig beschadigd te zijn dat de nippel van de remleiding niet meer voldoende stevig blijft zitten. Dan maar met 3 remmen verder en hopen dat deze niet meer warm lopen.
Blij en opgelucht bereiken we tegen half 7 de camping. Ik maak hier voor ons allen gehaktballetjes in tomatensaus met rijst, waarvoor ik tijdens de reparatiestop al wat voorbereidingen had getroffen.

Donderdag 3 september (Malawi)
Vanuit Kande beach rijden we naar Rumphi. Hoer arriveren we rond de middag op de camping van Nederlanders die we getroffen hebben in Lilongwe. Zij hebben hier een opvang voor kinderen. Uit de opbrengst van de camping, lodges, het restaurant en toertochten putten ze een stukje inkomensvoorziening voor het runnen van het centrum.
Na aankomst schuiven Patrick en Katharina eerst de luifel uit, zodat we mooi hieronder tegen de hete zon beschermd kunnen zitten.
’s Avonds gaan we in het restaurant eten; frietjes met kip en eindelijk weer eens lekkere satésaus.

Woensdag 2 september (Malawi)
In de ochtend houden Katharina en ik ons met wat huishoudelijke taken bezig. s´Middags gaan Katharina, Patrick en Arjan snorkelen, terwijl ik op de honden pas. Nee, snorkelen is niets voor mij. Jaren geleden op Ibiza ben ik aan het oefenen geweest, maar zonder resultaat .

Dinsdag 1 september (Malawi)
Alweer een luie dag. We houden ons wat bezig de met afwas, lezen en niets doen.
´s Avonds gaan we in het restaurant eten. Het is niet duur, maar de porties zijn wel veel kleiner dan dat wij dagelijks of in een restaurant in Nederland gewend zijn.

Maandag 31 augustus (Malawi)
Ik ben niet zo´n waterrat, maar vandaag begeef ik me even in het meer. Het water golf aardig en voelt in het begin wel wat koud aan. Even doorbijten en dan valt het best mee. Het grote voordeel van het meer is dat het zoet water is en dus niet zo verschrikkelijk vies van het zout als de oceaan. Als Ilha weer aan de waterkant staat verrast een golf haar en wordt haar neus nat, snel maakt ze zich uit de voeten en rent weg van het water.
’s Avonds genieten we van een lekkere maaltijd die Patrick voor ons bereid heeft.

Zondag 30 augustus (Malawi)
Het is weer een luie zondag. We maken een wandeling langs het strand en motiveren Ilha om het water in te gaan. Verder dan haar voetjes en onderkant van de buik (dankzij de golven) gaat ze niet.

Zaterdag 29 augustus (Malawi)
Wij blijven op de camping en wachten hier op Katharina en Patrick.
Kort nadat Arjan de auto naar een andere plek heeft verhuist, omdat een nieuwe overlandtruck ons aardig aan het insluiten is en ons berooft van het beetje privacy wat we hebben, arriveren Katharina en Patrick.

Vrijdag 28 augustus (Malawi)
We rijden via de Viphya Mountains naar Lake Malawi. Hier arriveren we al redelijk op tijd, maar voordat we ons op een camping settelen struinen we eerst een paar campings af voor de beste plek. Overal is wel iets aan op te merken; te duur, te ver van het strand, verouderd en op de mooiste plek met veel gras liepen een paar honden rond vol met vlooien, die ook op ons neergestreken waren voordat wij weer in de auto zaten.
Uiteindelijk besluiten we te verblijven bij Kande Beach, de beste optie van wat we gezien hebben. Deze plek is populair bij de overlandtrucks die groepen toeristen van Nairobi naar Cape Town rijden. Voor deze vaak jeugdige toeristen is het een vakantie van 5 – 6 weken, maar voor ons is het inmiddels ons dagelijks leven. Voor hun is het feest en voor ons is het minder als we om 1.30 uur ’s nachts nog steeds een hoop herrie horen.

Donderdag 27 augustus (Malawi)
Arjan en ik rijden alvast verder naar het noorden, naar het strand van Lake Malawi. Katharina en Patrick moeten nog blijven aangezien de papieren vanuit Duitsland nog steeds niet zijn gearriveerd.
Halverwege de route naar het meer verlaten we de weg richting een camping. Dit pad is zo stoffig. We hebben al heel wat stof meegemaakt maar zo’n dikke stof als hier, dat waarschijnlijk nog niet. Het stof slaat tegen de achterraam en zien we zo naar beneden glijden. Als we stoppen haalt het stof ons in en zien we het via de zijramen naar beneden vallen. Als we na ruim 10 km bij de camping aankomen ligt er een dikke laag stof op de achterbumper en is alles wat aan de buitenkant van de auto zit rood. Het duurt niet lang of onze kleren zitten ook onder het rode stof.
De camping ligt op 1600 meter, dus de nacht is weer fris en een kampvuurtje is geen overbodige luxe.

Woensdag 26 augustus (Malawi)
Woensdag wasdag, in de ochtend was ik de was weer wat bij en pleegt Arjan wat onderhoud aan de auto.
´s Middags gaan we even naar het internetcafé en halen weer lekker vers brood.

Dinsdag 25 augustus (Malawi)
Al op tijd in de ochtend komen Katharina en Patrick ons gezelschap houden op de camping. Zij moeten wachten op enkele documenten die per post vanuit Duitsland naar Lilongwe worden verstuurd. Het is even afwachten wanneer deze hier arriveren. Tot die tijd blijven zij bij ons hier op de camping staan.
We doen wat was, lopen naar het dichtbij gelegen centrum voor een paar kleine boodschappen en genieten van de zon.

Maandag 24 augustus (Malawi)
Samen met de Duitse truck rijden we naar Lilongwe. Hier wil Patrick i.v.m. een ontsteking even naar een dokter en willen wij Ilha laten inenten. Als we in Lilongwe op de camping aankomen hebben we wat problemen met de hond. Ilha heeft nog geen inentingen gehad en aangezien men hier vorig jaar een Rabiës (hondsdolheid) uitbraak heeft gehad wil men niet dat Ilha met hun eigen honden in aanraking komt. De eigenaresse is verder wel zeer behulpzaam en maakt voor ons een afspraak bij de dierenarts. Terwijl Patrick en Katharina naar de dokter gaan, gaan Arjan en ik naar de dierenarts. Hier krijgen we de 5 in 1 cocktail, de Rabies inenting, ontworming, 2 antivlooien kuren en 1 antivlooien/teken kuur voor € 21,50. Dat ben je in Nederland al kwijt als je de voordeur van de dierenartsenpraktijk aanraakt.
We gaan nog even kijken naar de camping bij de golfclub, deze ziet er netjes en voorzien van gras. We besluiten om hier de nacht door te brengen. We rijden nog even terug naar de andere camping om Katharina, Patrick en de eigenaresse te laten weten dat we naar de camping bij de golfclub gaan. Op de camping nemen we ’s avonds een lekkere warme douche en duiken op tijd ons bedje in.

Zondag 23 augustus (Malawi)
We rijden vandaag naar een camping een paar kilometer verderop. Hier hebben we wat meer rust, geen rondlopende honden. De camping ziet er netjes uit, maar de plek is wat klein en er is helaas niet zoveel schaduw. Het is een lamme zondag, we doen niets en hebben daar eigenlijk ook totaal geen zin in.

Zaterdag 22 augustus (Malawi)
We blijven nog een dagje op de camping. Al is het is niet erg relaxt aangezien de campingeigenaar 2 honden heeft rondlopen en Kinha Ilha dusdanig beschermt dat ze geen andere honden in de buurt duld. De anders zo vredelievende Kinha is goed in staat om haar tanden te laten zien en laat ook haar gegrom horen als er een van de andere honden in de buurt komt.
’s Middags gaan we even op het strand aan het meer zitten. Ilha maakt kennis met het water, voorzichtig gaat ze met haar voetjes in het water staan en proeft de smaak van het water. George en Kinha leven zich uit met de bal die ze steeds in het water ophalen.

Vrijdag 21 augustus (Malawi)
Nadat de website is geüpdate rijden we naar Cape Mc Clear in het zuiden van Lake Malawi. Hier hebben we met Katharina en Patrick bij een camping afgesproken. Als we daar aankomen moet natuurlijk eerst ons hummeltje bewonderd worden en maken ook de honden kennis met Ilha. Kinha is direct zorgzaam en George moet als stoere man niet zoveel van puppies hebben. ’s Avonds gaan we op de camping een pizza eten. Hij is lekker, alleen een beetje kleiner dan wij gewend zijn.

Donderdag 20 augustus (Mozambique)
Met onze freubel gaat het goed. Arjan is er vannacht verschillende keren uit gemoeten om Ilha een plasje te laten doen. Aan haar gedrag is goed te merken wanneer ze moet.
We rijden naar Blantyre voor wat boodschappen en rijden vervolgens door naar Zomba. Onderweg maken we een lunch stop, ja daar nemen we nu ook wat meer de tijd voor. Dan kan Ilha wat rond huppelen.
In Zomba rijden we naar een camping waarvoor we even ruim 500 meter moeten klimmen. Onderweg hebben we een ver uitzicht wat de diepte ingaat. We komen in een mooi oud dennenbos, met dikke en hoge naaldbomen. Goh, ik wist niet dat naaldbomen zo groot konden worden. Het is hier wel beduidend koeler en vochtiger dan de laatste nachten. ’s Avonds maken we een vuurtje om ons een beetje op te warmen. Voor Ilha is het sowieso koud. Zij komt van de warme kust waar ze lekker tegen haar broertjes en zusjes aan kon liggen.
Het is mooi om de ontwikkeling van zo’n klein ding te zien. Ze drinkt inmiddels uit een bakje, kan al wat rennen met haar O-pootjes en heeft af en toe de doldwaze 5 minuten waarbij ze overal op bijt wat ze tegenkomt. ’s Avond in bed ontdekt ze Arjans zijn krullen, waar natuurlijk ook in gehapt moet worden. ’s Nachts wordt ik wakker als ze bij mij in de slaapzak een warm plekje zoekt. De kruik in haar nestje, een fles met warm water, is inmiddels koud geworden en net als met kleine baby’tjes kan ze zich nog niet zo goed warm houden.

Woensdag 19 augustus (Mozambique)
Ik heb een drukke nacht gehad, als een kind de dag voor haar verjaardag.
We staan al vroeg op, slapen ging toch al niet zo best. Eigenlijk zijn we net iets te vroeg opgestaan. Het is wel al licht, maar de zon is nog niet helemaal op en de Malariamug is nog actief op dit moment. We smeren ons snel met deed in, maar lopen toch allebei nog een prik op. Nu maar hopen dat we al die tijd niet voor niets Lariam hebben geslikt (beschermt tegen Malaria, maar niet voor 100%). Ik kan niet zeggen dat we de Malariamug al vaker tegen gekomen zijn, nu valt hij me pas op. Deze zwarte mug is met zijn afstekende witte strepen op zijn bovenlijf en achterpoten duidelijk herkenbaar.
Als we alles hebben opgeruimd, gaan we een hondje uitzoeken. Eigenlijk hadden we gister al besloten welke het zou worden. Het brutaalste vrouwtje, een meid waar een beetje pit in zit met een wit vlekje op de neus en een wit puntje aan de staart, net als moeders. Moeders heeft niet in de gaten dat we haar puppy meenemen. We geven haar weer wat brood met boter en hopen dat ze met een hongerige mond minder het nog even volhoud om haar kleintjes voldoende te voeden.
Rond 8.00 uur gaan wij met onze Ilha, Ilha de Mocambique op pad. Het eerste uur rijden we over een hobbelig pad. Langs dit pad koop ik een doek, zodat ze hier lekker op kan liggen i.p.v. in de doos opgesloten te zitten. Aan het einde van dit pad geven we haar een flesje melk. Ja, we zijn op alles voorbereid, gister hebben we al een babyfles en babymelkpoeder gekocht. Ilha is nog maar een maand oud, nog net iets te jong om brokken voor te schotelen. Ze drinkt goed uit de fles, ze zet haar tanden in de speen en met haar voetjes en scherpe nageltjes probeert ze de fles te omklemmen. Het volgende stuk van de route gaat via een goede asfaltweg, maar voor de laatste 150 km, tot de grens met Malawi krijgen we een hobbelige gravelweg. Onderweg maken we weer een drinkstop en voorbijgangers moeten lachen als ze zien dat ze de fles krijgen. Een hond als huisdier zoals wij die kennen is hier al vreemd en dan een puppy die fles krijgt, dat is helemaal bijzonder.
In de loop van de middag arriveren we bij de grens naar Malawi. Hier ondervinden we geen problemen en kijkt er niemand in de auto. Ja, ze hoeven nog even niet te weten dat we een hondje bij ons hebben.
We rijden Malawi binnen vlakbij Mount Mulanje. We hebben een mooi uitzicht op de berg en de omgeving is, met name door de theeplantages fris groen.

Dinsdag 18 augustus (Mozambique)
We rijden weer naar Praia de Zalala, de plek waar “ons” hondje is. De weg lijkt nu niet zo slecht dan een paar dagen geleden op de heenweg. Het scheelt natuurlijk dat we nu weten wat ons te wachten staat. Onderweg horen we iets tegen de onderkant van de auto tikken. We kijken elkaar verbaast aan en ik denk: “Dat zal wel een takje zijn”. Even later hoor ik wat gerammel onder de auto, het lijkt wel of een van de achter schokbrekers los is geraakt. Arjan kijkt even, maar deze zitten nog vast. We rijden door, maar ik ben er nog niet gerust op, zou het dan een schokbreker aan de voorzijde zijn? Bij onze plasstop kijkt Arjan en ja hoor, de schokbreker hangt los. De bevestigingsmaterialen zijn verdwenen, dat was het dus wat we tegen de auto aanhoorden vliegen.
In Zalala zetten we eerst de tent op en gaan daarna naar het nest puppies kijken. Wat een schatjes. We zijn al volop aan het kijken welke we wel zouden willen hebben als een van de medewerkers komt vragen of we geld kunnen wisselen. Dat wisselen is geen probleem. Hij vraagt ondertussen of we morgen een puppie mee willen nemen. “Nou als dat mag, heel graag”. Geen probleem en even later komt hij al met een doos aanlopen. We laten de puppies nu nog een nachtje lekker samen slapen en morgen nemen we een mooi meisje mee.

Maandag 17 augustus (Mozambique)
We rijden in de loop van de ochtend naar het centrum van Nampula. Hier gaan we naar het internetcafé, waar men wat problemen heeft met de internet verbinding. Internetten lukt wel, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Daarna lopen we een stukje door de stad naar de supermarkt. Op de trottoirs ligt van allerlei handelswaar uitgestald, maar de straat verkopers laten ons best met rust. Terwijl wij ons rondje maken wordt er door een beschaafde jongen op onze auto gepast.
Het weer laat ons wat in de steek. In de middag verdwijnt de zon en de stevige wind maakt het fris.

Zondag16 augustus (Mozambique)
Nou mis ik toch weer een broodje. Ik kijk bijna automatisch weer achter mijn stoel en jaar hoor, daar ligt weer een aangevreten broodje. Die muis lijkt onze auto wel tot zijn domein te hebben gemaakt.
’s Morgens brengen we eerst een bezoek aan het eiland wat tot World Heritage is uitgeroepen. Op het eiland staan verschillende in verval geraakte gebouwen die behoeften hebben aan meer dan een likje verf. We willen het oude Portugese fort bezoeken, maar dit blijkt gesloten te zijn. Na 9.00 uur begint er wat leven op straat te komen en komen ook de marktkraampjes uit de kast.
Vervolgens rijden we terug naar Nampula, waar we weer naar de goed verzorgde camping terug gaan. Van hieruit zou het logisch zijn om door te rijden naar Malawi, maar wij moeten eerst nog even een omweg maken. In Nampula gaan we een paar muizenklemmen kopen. Als we parkeren komen als vliegen op een mest hoop een hoop jongens aanlopen die op de auto willen passen en belagen Arjan als hij de auto uitstapt. Ja hé, als het zo moet dan zijn we wel weer weg hoor. Ze gooien door hun opdringerige gedrag hun eigen ruiten in. We parkeren een stukje terug, waar het nu de kinderen zijn die op onze auto afvliegen. Nee, voor ons hoeft het niet meer. Ik blijf in de auto zitten en pas zelf wel op de auto. Terwijl Arjan de muizenklemmen koopt zit ik opgescheept met kinderen die aan de auto staan te zeuren. De armmoede mag dan nog zo groot zijn, als ze zich niet fatsoenlijk kunnen gedragen verdienen ze aan ons geen cent door bijvoorbeeld even op onze auto te passen.
Na de lunch poets ik het in de auto weer wat bij. Het zal waarschijnlijk maar weer voor even zijn met al dat stof hier. Terwijl op de tafel nog de spullen van de lunch liggen, dacht dat met die muis in de auto het brood op tafel veiliger zou zijn. Dat heb ik verkeerd gedacht. De paar ezeltjes die hier rondlopen en het gras maaien schijnen een vers broodje ook niet verkeert te vinden als tussendoortje.
De twee muizenklemmen worden door Arjan op vakkundige wijze met een stukje brood op strategische plaatsen neergezet. Vlak voordat wij aan tafel gaan hoort Arjan dat er een klem af gaat “Die hebben we te pakken”. Hij maakt de deur open, terwijl ik nieuwsgierig op veilige afstand achter hem sta. Daar zit dan de muis, een beetje dizzy van de klap die hij op zijn neus heeft gehad. Het is een flinkerd, niet te vergelijken met ons spitsmuisje. Arjan pakt de schop ter hand en deponeert de muis op ruim voldoende afstand van de auto. Of hij het zal overleven is de vraag, maar hij zal nu wel snappen dat hij uit de beurt van onze auto moet blijven.

Zaterdag 15 augustus (Mozambique)
Ook bij daglicht blijkt de camping heel netjes te zijn. De tuin is mooi aangelegd, er zijn prieeltjes aan een meertje en de toiletten zien er voor Afrikaanse begrippen erg netjes uit. Ook de warme douche doet het goed, heerlijk toch.
Tijdens het ontbijt ben ik ervan overtuigd dat ik een broodje mis. Arjan houdt het erop dat ik niet kan tellen. Na het ontbijt ga ik op zoek naar het verloren broodje en tref het achter mijn stoel aan. Aangevreten en in gezelschap van enkele muizenkeuteltjes.
We rijden vandaag naar Ilha De Mozambique. Onderweg krijgen we een politiestop. Arjan moet meekomen naar de politieauto waar men laat zien dat hij 95 reed (max. toegestane snelheid op dat moment was 60 km p/u). Wat een grap! Zelfs daar waar we 100 mogen rijden we rond de 85 tot 90 en dan zouden we hier 95 hebben gereden. Nee, onze navigatie gaf 65 aan en als Arjan de agent meeneemt naar onze auto en de navigatie laat zien en uitlegt dat hij kan laten zien dat hij geen 95 reed, weet de agent dat hij aan het kortste eind trekt. Die dacht zeker ook even gemakkelijk geld voor het weekend binnen te halen.
Wat is dat nou? Regendruppeltjes op de voorruit. Na 2 maanden geen drup gehad te hebben gaat het zachtjes regenen, maar gelukkig blijft het bij een bui.
Als we in Ilha de Mozambique aankomen parkeren we op een camping, niet op het eiland zelf, maar wel aan zee met zicht op het eiland. De zee wordt hier als openbaar toilet gebruikt. Steeds zien we weer mensen die het strand, wat bij eb droog is komen te liggen, gebruiken om hun behoeften achter te laten.
De gemoederen rondom het puppietje blijven zich bezig houden en we besluiten om toch maar terug te gaan om te zien of we er eentje mee kunnen nemen.
’s Avonds drinken we wat met een Zuid Afrikaans stel die 5 maanden door Afrika aan het reizen zijn.

Vrijdag 14 augustus (Mozambique)
De korstjes die na het ontbijt overblijven besmeer ik met wat boter en geef ze aan moeders. Als je voor 8 puppies moet zorgen, moet je wel wat te eten krijgen.
’s Morgens gaan we nog even naar de puppies kijken en als ik zeg: “Dus we gaan een puppy meenemen”. Zegt Arjan: “Toch maar van niet”. Als we even later wegrijden krijgt Arjan last van “hartezeer” en de glans is van zijn gezicht. Had hij toch maar een puppy meegenomen.
Onderweg lijkt het naast de weg een aaneenschakeling van huisjes en hutjes en is het een drukte met lopende en fietsende mensen die van A naar B gaan. Voor ons is het wel lastig om een rustig plekje te vinden waar we even kunnen plassen. Ja, dat moet ook af en toe gebeuren.
Om ons heen zien we vrijwel alleen maar ongerepte natuur. Dat kom je hier in Afrika tenminste nog tegen. In Nederland waar we met 16 miljoen op zo’n klein stukje wonen is de ongerepte natuur nagenoeg verdwenen. Het is maar goed dat er enkele natuurorganisaties zijn die de laatste stukjes natuur behouden en beschermen, anders was dat laatste beetje ook door boeren of projectontwikkelaars meester gemaakt.
Het is al donker als we aankomen in Nampula, maar de camping waar we uiteindelijk arriveren ziet er, zover we dat kunnen zien, erg netjes uit.
Als ik na het eten terug kom uit de douche, zegt Arjan: “Ik was zojuist even de binnenkant van mijn ogen aan het bekijken toen ik wat geritsel in de auto hoorde. Toen ik keer zag ik een muis of een rad, in ieder geval iets met een staart de auto uit glippen”. Ik zie nu bij ons mam de rillingen over haar rug lopen terwijl ze denkt “Gatver…”.

Donderdag 13 augustus (Mozambique)
Vandaag blijven we nog een dagje op dezelfde plek. In de ochtend gaat Arjan “goud”zoeken. In het zand zitten zoveel glimmende stukjes, die moeten toch wel wat waard zijn. Ik raap verschillende mini schelpjes.
’s Middags maken we een strandwandeling en zien we hoe de vissers hun buit binnenhalen. Wij zijn op zoek naar reuzengarnalen, maar de vissers hebben alleen kleine garnaaltjes. Maar goed ook, want hoe maak je die dingen eigenlijk schoon.
Aan de rand van de camping, onder een struik, ontdekt Arjan een nest puppies. Moeders, die broodmager is, bekommert zich er niet erg om en ligt op de camping onder een boom. Na ons avondeten geven we haar wat brood met een restje saus.
Als we in bed liggen oppert Arjan het idee om een puppy mee te nemen. Maar is dat wel praktisch en zijn ze nog niet te jong?

Woensdag 12 augustus (Mozambique)
We rijden de kust, naar Praia de Zalala, vlakbij Quelimane. Kort nadat we wegrijden moeten we de Zambezi rivier weer oversteken. Volgens onze info moeten we hiervoor de pont nemen, maar dat blijkt verleden tijd te zijn. Sinds enkele weken is de mooie nieuwe tolbrug (mede mogelijk gemaakt door de EU) in gebruik genomen.
Als we dichter bij de kust komen wanen we onszelf met al die palmbomen om ons heen in het Caribische gebied. Hier komen we langs de weg een vreemd maximum snelheidsbord tegen. O nee, geen zorgen 300 km p/u gaat ons niet lukken. Vlak aan het strand vinden we een plekje waar we kunnen kamperen. Ik smeer een paar broodjes die we op het strand opeten. Daarna moeten we natuurlijk even onze voeten in het best aangename zeewater van de Indische oceaan steken.

Dinsdag 11 augustus (Mozambique)
Even tanken, wat boodschappen doen en pinda’s scoren. Hier hebben ze lekkere geroosterde pinda’s in mini zakjes, € 0,03 per zakje. Ik koop 18 zakjes en ben daarmee mooi van mijn kleinste geld af. Kinderen staan helemaal verbaast en slaan een kreet van verbazing als ze zien dat we “zoveel” pinda’s kopen.
Bij Gorongosa verlaten we de asfaltweg en rijden een pad in dat de noordgrens met het Gorongosa Nationaal Park volgt. Langs dit pad passeren we veel lopende en fietsende mensen. In de verschillende dorpjes zijn winkeltjes waar men vooral koekjes, waspoeder, kleding en lappen stof verkoopt. Een deel van deze kleding ziet er nieuw uit, maar er wordt hier ook 2e hands kleding verkocht. Ach, wie weet zit hier nog wel een T-shirt of broek van jou of mij bij. De kleding die wij voor Afrika inzamelen blijkt hier niet altijd op de juiste plaats aan te komen. Er zijn altijd wel weer mensen die er een slaatje uit weten te slaan. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat “onze” kleding hier wordt verkocht. De aller armste hebben zelfs geen geld om deze 2e hands kleding te kopen en blijven dus noodgedwongen in hun versleten kloffie lopen, terwijl wij het juist voor deze groep inzamelen..
In Inhaminga staan verschillende flinke stenen gebouwen die in verval zijn geraakt. Best jammer, maar dat zullen wel de gevolgen van het kolonialisme en marxisme uit verloren tijden zijn.
In Caia slapen we bij een lodge, dankzij de aanwezigheid van een bewaker is het hier nog niet uitgestorven.

Maandag 10 augustus (Mozambique)
In Tete steken we de Zambezi naar het zuiden over. Er zijn werkzaamheden aan de brug, hierdoor is maar een rijbaan beschikbaar en moeten we wachten. Ruim een half uur later zijn we aan de overkant. We komen dan in het centrum van Tete, hier gaan we even pinnen en kopen we verse broodjes.
De asfaltweg is plaatselijk bezaaid met putholes. Maar er is hoop, men is al begonnen met het aanbrengen van een nieuwe laag asfalt. We moeten daarom plaatselijk een omleidingsroute kort naast de hoofdweg volgen. Wat een stoffig zooitje zeg. Daar waar het pad uit grijs zand bestaat, zijn alle struiken grijs. Daar waar het pad uit rood zand bestaat, zijn de struiken in de berm ook hartstikke rood van het stof. Naar onze verwachting zijn er bij het aanleggen van dit pad wat hutjes gesneuveld. Ze kijken hier nergens naar en maaien met hun grote machines alles plat wat op hun pad komt. En als je dan het geluk hebt dat jouw huisje is blijven staan, dan mag je verschillende maanden stof happen. Ook leuk als je net de was hebt gedaan, vooral het rode stof is een zooitje.
Uiteindelijk is het een lange dag geworden en vinden we pas aan het einde van de middag een plekje om te kamperen bij een motel.

Zondag 9 augustus (Mozambique)
Vandaag staat Mozambique op het programma, dus rijden we naar de grens. Bij immigreatie van Zambia krijgen we een stempel van vertrek in ons paspoort. Bij de douane moet ons Carnet afgestempeld worden, maar de beambte is even niet op zijn plaats. Men gaat hem zoeken en vindt hem. Jeetje, wat is de vent stomdronken. We hoeven niet te raden van wie hij gezelschap heeft gehad, hij ruikt op een afstandje al naar bier. De sleutels van zijn kantoor krijgt hij met moeite in zijn broekzak gevonden en het invullen van het Carnet valt ook niet mee. Ja, schrijven wordt moeilijk als je zoveel gezopen hebt en dat al om 10.00 uur in de ochtend. Maar goed, als alles geregeld is kunnen we verder richting Mozambique. Hier is de man van de immigratie enigszins norsig. Waarom wij geen visum voor Mozambique hebben. Ja, waarom wel als je deze aan de grens kunt regelen. Gelukkig doet de man z’n werk en verschaft ons een visum. We regelen ook de andere zaken en zijn dan weer een landje verder.
Op de 1e markt die we tegenkomen koop ik veel te veel tomaten….taalproblemen. Kocht ik een paar dagen geleden in Zambia voor € 0,60 4 tomaten, nu krijg ik voor hetzelfde geld een halve tas.
De weg is beter dan verwacht en in de middag arriveren we bij een verwaarloosde camping in Tete. Als de zon onder gaat trekken we wat langs aan en smeren ons in met deet. Vooral in het noorden van Mozambique schijnt de Malariamug momenteel nogal actief te zijn.

Zaterdag 8 augustus (Mozambique)
Na een paar dagen rust verlaten we Croc Valley, de camping waar we hebben vertoefd. We rijden naar Cipata. Hier pinnen we, wat na enige moeite lukt. Pas bij de 4e ATM (geldautomaat) wordt mijn Visacard geaccepteerd.
We doen boodschappen, tanken, internetten en kopen een paar lekker vette oliebolletjes en gaan vervolgens naar een camping. Hier verdwijnt de zon achter de wolken en zorgt de wind ervoor dat het wat fris wordt

Vrijdag 7 augustus (Zambia)
Voordat we opstaan besluiten we om nog een dagje hier op de camping te blijven. Het is een mooi plekje met zicht op het wildlife in en rondom de rivier. We hebben een eigen prieeltje waaronder we lekker in de schaduw kunnen zitten, wat wil je nog meer.
We doen niet zo heel erg veel. Ik maak met voldoende tussen pozen een paar kastjes schoon. De laatste dagen waren nogal stoffig en ik probeer het e.e.a. weer wat stofvrij te maken. Arjan is druk met het wild spotten vanuit zijn luie stoel. Impala’s, waterbokken, bavianen, krokodillen, olifanten, nijlpaarden, zebra’s en verschillende vogels komen de rivier bezoeken.
We hebben al de hele week geen koude avonden meer gehad. Zondagavond was het opeens te warm voor een jas en was een vuurtje stoken sinds lange tijd al helemaal niet nodig. Het weer is helemaal perfect, overdag warm en ’s avonds zwoel.

Donderdag 6 augustus (Zambia)
Voeg op! Om 6.00 uur staan we bij de poort van South Luangwa. Degene die gaat over de financiële zaken gaat is nog niet aanwezig, dus moeten we bij ons vertrek maar het intreegeld betalen. We rijden tot 11.00 uur rond en hopen leeuwen tegen te komen, maar helaas. Het park is vooral rondom de rivier en de verschillende (droogstaande) aftakkingen er mooi en plaatselijk zeer groen. In deze omgeving is het ook vrij open, waardoor je goed kunt rondkijken en de verschillende dieren kunt spotten. Als we bij ons vertrek het intreegeld hebben betaald en een dag permit hebben gekregen rijden we weer terug naar de camping. Hier houden we een siësta. Tegen 15.00 uur rijden we weer naar het park voor onze middag game drive. We hebben geluk, geen leeuwen, maar wel een luipaard. Zeker zo bijzonder of nog bijzonderder om te spotten. Verder zien we weer olifanten, giraffen, een hele grote groep buffels, puku’s, impala’s, waterbokken, kudu’s, nijlpaarden, wilde zwijnen, bavianen en vervet aapjes.
De avond duurt voor ons niet zo lang. Afgelopen nacht was een kort nachtje en om 20.30 uur doen we onze oogjes dicht en snaveltjes toe.

Woensdag 5 augustus (Zambia)
Na de laatste lange dagen van rijden doen we vandaag niet meer dan het noodzakelijke; onszelf wassen, tandenpoetsen, eten en vooruit een klein wasje.
’s Middags worden we verrast door een paar (4) olifanten die de camping op komen lopen. O jeetje, ik voel een lichte paniek opkomen. Snel doe ik de deur en de ramen van de auto dicht en pak het fototoestel. Arjan loopt de olifanten tegen het lijf als hij van het toilet komt. We volgen het groepje op een veilige afstand. Als ik ’s avonds bijna klaar ben met eten koken komen er nog eens 3 olifanten op bezoek. Ach, ze doen eigenlijk helemaal niets, trekken hun eigen plan en lopen om het zwemband richting een paar jonge boompjes. Al lijkt het me niet helemaal de bedoeling dat ze op hun eigen wijze snoeien.
We gaan voor ons doen laat (23.30 uur) naar bed. Maar hebben wel een leuke buurtavond met onze buren Ellen en Eric gehad. Zij zijn bijna aan het einde van hun 18 maanden durende reis door Afrika.

Dinsdag 4 augustus (Zambia)
Aangezien we door onze broodvoorraad heen zijn, bestaat het ontbijt uit crackers en pap.
We vervolgen onze route weer door een bosrijke omgeving met verschillende rivier doorwaardingen. Deze rivieren staan overigens vrijwel allemaal droog, dus wat dat betreft weinig uitdaging, maar het in- en uitrijden is wel steeds behoorlijk stijl. Het is een leuke en uitdagende route voor de LRCH (LandRover Club Holland) indien ze hier een keertje willen gaan green lanen.
De mensen die hier wonen zijn erg arm. Ze bezitten niets en hebben niets om te verkopen. Van de kleine katoenvelden zullen ze wel wat inkomsten hebben, maar dat houdt echt niet over. Kinderen en volwassen lopen in te grote, te kleine of kapotte kleding. Ik zie een jongetje met een T-shirt wat aan elkaar geknoopt is om de losse flarden bij elkaar te houden. Toch is er wel leven, rennen de kinderen achter de auto aan en wordt er volop gezwaaid (soms de Africanwave).
Aan het einde van de middag arriveren we vlak bij de hoofdingang van South Luanga, een van de, naar het schijnt, mooiste wild parken van Zambia.

Maandag 3 augustus (Zambia)
We rijden verder oostwaarts richting de grens met Malawi, om vervolgens langs de grens naar het zuiden af te zakken. We zijn nog maar een halfuurtje onderweg als we de vallei verlaten en een klimmetje maken. Wat een mooie omgeving, weelderig groen begroeide bergen met indrukwekkende vergezichten. Dit mag ik toch wel tot een van de mooiste stukjes van Zambia rekenen.
Onderweg wordt ons een enquête afgenomen. Men denkt erover om de weg te gaan asfalteren en wil weten wat wij daarvan vinden. Voor de bewoners is het natuurlijk veel gezonder als ze niet de gehele dag meer stof hoeven te happen. Daarnaast komt de economie wat beter op gang en wellicht ook het toerisme. Dit zou voor dit onderontwikkeld gebied goed van pas komen. Maar wij vinden een asfaltweg doorgaans wel afbreuk doen aan de natuurlijke omgeving.
Verder hebben we vandaag onze kennismaking met de tsee tsee vlieg gehad, niet bepaald iets waar wij op zaten te wachten. Het is een soort daas en vindt het ook heerlijk om wat bloed te zuigen. 25% Van de tsee tsee vlieg is besmet met de slaapziekte, die deze tijdens het bloed zuigen op de mens kan overbrengen. En daar zitten wij natuurlijk al helemaal niet op te wachten. Dus doen we snel de ramen dicht en de airco aan. Op de stukken waar we, vanwege de vele hobbels in de weg, rustig rijden vliegen ze langs de auto of gaan op de motorkap, tegen de ramen en op de buitenspiegels zitten.
Voor de 3e middag op rij zoeken we een rustig plekje in de bush. In deze omgeving is geen camping te vinden, verkoopt men geen brood of diesel, is men verstokt van stroom en wordt water met de hand opgepompt.

Zondag 2 augustus (Zambia)
We rijden verder naar het noorden. In Mpika gooien we de tank weer vol, pinnen en kopen lekker vers brood. Ruim voor de grens met Tanzania slaan we bij Isoka rechtsaf en verlaten de asfaltweg. Vrij direct dalen we af en komen in een vallei. Door de vele watertjes die door dit gebied lopen is het gras op verschillende plaatsen groen, groeien er palmbomen en wordt er groenten geteeld op de vruchtbare grond. In een gravelafgraving (voor het aanleggen van de wegen) parkeren we onze auto verdekt. Hier zullen we in deze verlaten hoek van het land de nacht doorbrengen. Niet zozeer verlaten in de zin van “geen mens te zien”. Nee, meer verlaten in de zin dat de economie en het toerisme hier nog totaal niet ontwikkeld is.

Zaterdag 1 augustus (Zambia)
We rijden eerst een stuk naar het zuiden, richting Lusaka om vervolgens koers te zetten naar het noordoosten. De reden voor onze omweg is dat Congo DRC in de weg ligt, Zambia krult hieromheen en krijgt hierdoor een beetje een raar model.
Na 150 km rijden zien we een camping. Het is nog geen 12.00 uur en besluiten om nog even door te rijden. Via tracks for Africa hebben we 2 GPS punten van kampeergelegenheden verder op de route. Het 1e adres wat we aandoen ziet er verlaten uit. Het 2e adres is met zijn Spartaanse voorzieningen belachelijk duur. We rijden verder en weten dat we op zoek moeten naar een rustig plekje langs de weg. Mooie plekjes zijn er voldoende, maar overal staan hutjes.
Het eentonige landschap verandert plotseling en ruige rotsen steken boven de horizon uit. Dan zien we een veelbelovend pad. Volgens een waarschuwing aan het begin van het pad is het pad stijl en uitsluitend met een 4x4 toegankelijk. Het pad loopt naar een paar zendmasten en is doodlopend. In de berm slaan we onze tent op, nadat we bij de bewaker van de zendmast hebben geïnformeerd of dit akkoord was. Het is een rustig plekje terwijl het toch dicht aan de hoofdweg richting Tanzania ligt en heeft een ontzettend mooi uitzicht op de rotserige bergen.

Vrijdag 31 juli (Zambia)
We rijden via dezelfde weg terug naar de camping waar we gister hebben geslapen. Hier hebben ze goed heet water, wat goed van pas komt bij het doen van de was.
Onderweg koop ik weer sinds lange tijd groenten en fruit langs de kant van de weg.

Donderdag 30 juli (Zambia)
Via Kitwa en Chingola rijden we naar een opvangcentrum voor chimpansees. Als we de asfaltweg afdraaien om de laatste 20 km over een hobbelig pad af te leggen, staat er een gezin langs de kant. Ze willen graag een lift. Moeder met de kleine aan de borst stapt achterin. Het oudste kind, een meisje, kan bij mij op schoot. Vader volgt op de fiets.
Bij het opvangcentrum aangekomen hebben we geluk, we zijn precies op tijd. De verzorger die ons rondleid was net onderweg om de apen te voeren, dus pikken we dit tafereel mooi mee. De maaltijd bestaat uit stengels suikerriet, monkey fruit (lijkt op een groene sinaasappel met een hele harde schil) en wilde gember. De stengels suikerriet worden de door chimpansees met de handen vastgepakt en met behulp van hun voet (zoals wij ook onze voet of knie gebruiken) breken ze de stengels door. Een andere groep apen zit in de schaduw van een gebouw. Op hun kont, voeten voor zich en knieën opgetrokken. Heel opmerkelijk om te zien dat ze op sommige punten menselijke trekken vertonen. Een jong vrouwtje plast in de schil van het monkey fruit en drinkt dit “kommetje” vervolgens leeg. Wellicht is dit iets minder menselijk, maar wel leuk om te zien.
Bij het opvangcentrum treffen we een meid met lef. Het is een Japanse en ze is nu al ruim een jaar in haar eentje op de motor onderweg van Japan naar Zuid Afrika. Dat is toch echt wel een avontuur. Natuurlijk hebben we wat verhalen en informatie uitgewisseld.
We slapen op de camping gelegen op het terrein van het opvangcentrum. Het is dat we de Sint Jan op de achtergrond missen, maar als je niet beter zou weten zou je denken dat je midden in het Bossche Broek staat. De rivier, het vlakke grasland en een prachtige zonsondergang.

Woensdag 29 juli (Zambia)
We rijden verder naar het noorden, naar de omgeving van Ndola. Dit is de 2e stad van het land gelegen in de Copperbelt regio. In dit industriële centrum van het land, dat het dichts bevolkt is, zijn verschillende kopermijnen en enkele kobaltmijnen gelegen.
Onderweg zien we weer iets aparts wat te koop aangeboden wordt. Een muis of iets wat daarop lijkt hangt met een pootje aan een touwtje te bungelen. Kennelijk bevindt hij zich niet in de meest prettige positie, het beestje spartelt erop los en als we passeren horen we zijn jammerlijk gepiep.
Als we op een camping aankomen, moet een medewerkster even de baas bellen om te informeren wat de prijs van de camping is. “Het is zo lang geleden dat we campinggasten hebben gehad”. Zegt ze.
Arjan ververst de motorolie, een lekkere zwarte smurrie waar hij iemand hier in de omgeving vervolgens blij mee maakt. Bij ons moet je ervoor betalen om ervan af te komen terwijl je er hier nog een vriendelijk bedankje voor terugkrijgt. Verder maakt hij van onze oude jerrycan een openhaardje. Nu kunnen we overal een vuurtje op de grond stoken. De openhaard is precies zo gemaakt dat ons braairooster erop past en hij dus ook als braai (bbq) kan dienen.

Dinsdag 28 juli (Zambia)
Na ongeveer 150 km rijden arriveren we in Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Hier gaan we naar de ambassade van Mozambique. Je kunt aan de grens wel een visum krijgen, maar dat schijnt niet altijd even gemakkelijk te zijn. Daarom willen we het hier alvast regelen. Maar als we horen dat het gehele proces hier 5 dagen gaat duren is de beslissing door ons snel gemaakt: “Dat gaan we dan toch maar aan de grens regelen”. Dat men 5 dagen nodig heeft voor een simpele stempel of leuke sticker in ons paspoort is een beetje overdreven.
Ja, wat gaan we nu doen. Zover hebben we eigenlijk nog niet gepland. We willen South Luangwa nog bezoeken, maar als we dat nu doen dan zitten we volgende week al in Mozambique. We besluiten om eerst een stuk naar het noorden te rijden en op het laatst pas naar South Luangwa te gaan.
Het is duidelijk dat we hier weer in het oude vertrouwde Afrika zijn. Het leven speelt zich hier weer af op straat. Langs de weg is de fietsenmaker druk met het repareren van een fiets, maakt men houtskool wat ter plaatse te koop aangeboden wordt en zien we mannen keien tot kiezels slaan. Groenten en fruit wordt volop langs de weg te koop aangeboden en de auto’s en vrachtwagens zijn weer volgeladen met mensen. We passeren ook verschillende politieposten, maar overal mogen we doorrijden. Ze controleren alleen de vrachtwagens.

Maandag 27 juli (Zambia)
Terwijl ik boodschappen doe, plaatst Arjan de laatste foto’s op de website. Daarna verlaten we Livingstone en rijden richting Lusaka. Omdat men druk bezig is om het eerste deel van de weg te vernieuwen, volgen wij een omleidingroute.
De tocht is niet spectaculair, totdat er ons een verassing tegemoet komt rollen. Arjan ziet rook en rubberspetters en zegt: “Hé moatje (hiermee doelend op de chauffeur van een tegemoet komende vrachtwagen), gê het unne kapotte band”. Een fractie later zien we deze kapotte band ons tegemoet rollen. Aangezien Arjan zijn rijbewijs niet bij een pakje boter heeft gekregen anticipeert hij razend snel en omzeild de band.
Halverwege Livingstone en Lusaka draaien we af richting een camping. Voordat we het terrein oprijden worden onze banden gedesinfecteerd, moeten wij op een vochtig matje gaan staan en wordt er een smerig goedje over onze handen gegoten. He lijkt wel carbeleum, het heeft dezelfde vieze lucht.

Zondag 26 juli (Zambia)
Het is zover, vandaag bezoeken we de overbekende Victoria watervallen. Deze zijn gelegen op de grens tussen Zambia en Zimbabwe. Wij bekijken alleen het stukje vanaf Zambiaans grondgebied. De waterval is in totaal 1,7 km breed en valt met een rotvaart een 100 meter de diepte in. Deze klap zorgt ervoor dat een deel van het water weer net zo hard omhoog komt en variërend van motregen tot een heuse regenbui over ons heen valt. We zien niet voor niets verschillende groepen mensen met een regencape lopen. “Och ja, die hebben wij ook in de auto liggen, die hadden we nu goed kunnen gebruiken”. We zijn te lui om terug te lopen naar de auto en nemen het op de koop toe dat we nat worden. Gelukkig drogen we in de zon weer aardig snel op.
We hebben nog nooit zoveel verschillende regenbogen op een plek gezien. Waar je ook kijkt, er zit er altijd wel een in het vizier. De Victoria watervallen zijn zeker de indrukwekkendste watervallen van de wereld, maar voor ons niet de mooiste.
´s Middags zet ik de schaar in Arjan´s wilde krullenbos. Niet te kort natuurlijk, want dat ziet er niet uit.

Zaterdag 25 juli (Botswana – Zambia)
De groep Nederlanders naast ons zijn alweer vroeg vertrokken. Ik heb niet eens gehoord dat ze zijn gegaan.
Nadat we de tank hebben volgegooid en het postpakketje bij het postkantoor hebben afgegeven rijden we naar de ferry. Deze zal ons naar Zambia brengen. Bij de ferry is het een beetje een ongeorganiseerd zooitje. Er staat niet aangegeven waar we ons op moeten stellen en een kaartje koop je kennelijk aan de andere kant. We moeten even wachten totdat een van de ferry´s aanlegt en wij meekunnen naar de overkant. Daar begint de kermis, draaimolen in, botsauto uit. Oftewel kantoortje in, kantoortje uit. Nu hebben we dit tafereel natuurlijk wel al vaker meegemaakt, maar nog nooit heeft een grensovergang ons zoveel gekost. Als alles betaald is (ferry, visa, tol, tax, verzekering en nog wat) zijn we € 175,- lichter en is het te hopen dat we met het wisselen er niet al te veel op toe hebben gegeven. Ook raar is het dat men hier met verschillende valuta werkt. Het ene kan alleen in dollars betaald worden, het andere alleen met kwacha (lokale valuta) en soms hadden we de keuze uit maar liefs 4 opties (rand, dollar, kwacha of pula).
Als alles geregeld is loopt het tegen lunchtijd en heeft het moment van arriveren bij de ferry tot het vertrek richting Livingstone 1 uur en 3 kwartier geduurd, een hele mooie tijd voor dit alles. In Livingstone zoeken we een camping, er is voldoende keus. Per toeval kiezen wij de camping die door een Fries, die al jaren in Afrika woont, gerund wordt.

Vrijdag 24 juli (Botswana)
’s Morgens oefenen we alvast voor de 4-daagse en lopen op en neer naar het centrum. Totaal toch bijna 10 km.
’s Middags vertoeven we op de camping. De camping ligt aan de Chobe rivier, aan de andere kant van de rivier ligt Namibië. Arjan kijkt de auto na, om eventuele problemen voor te zijn en ik maak een postpakketje in orde om naar huis te sturen. Vanuit Zuid Afrika was het behoorlijk duur om een pakketje naar Nederland te versturen. Hier in Botswana is het de helft goedkoper, dat scheelt dus een flinke slok.
In de loop van de middag krijgen we nieuwe buren. Een groep met 20 Nederlanders, waarvan er ’s avonds een paar op bezoek komen.
Kom ik er toch achter dat ik een leuk stukje vergeten ben te schrijven. In het begin van de week, toen we in Nata waren kregen we een politiepost van de verkeerspolitie. Wij hadden netjes onze gordel aan reden niet te hard en reden aan de verkeerde kant van de weg, maar dat noemen ze hier de goede kant. Geen opmerkingen dus van meneer agent, maar hij nodigde Arjan wel uit om even een korte cursus verkeersveiligheid te volgen. Mmmh, een verkeersveiligheidcursus in Afrika geen slecht idee in een continent waar iedereen zijn rijbewijs bij een pakje boter krijgt. Wel apart dat we dit juist in Botswana tegenkomen, een land zo groot als Frankrijk met waarschijnlijk minder dan 200.000 auto´s. Arjan weet onder deze cursus uit te komen door de politieagent ervan te overtuigen dat hij de beste chauffeur van heel Afrika is. Aangezien we half Afrika al hebben doorkruist was de agent snel overtuigd.






Donderdag 23 juli (Botswana)
Vannacht werden we gewekt door een olifant. Hees getoeter en krakende takken. Wat een kracht hebben die beesten als je hoort met hoeveel geweld ze de bomen plunderen, een kettingzaag is er niets bij.
‘s Morgens rijden we verder richting Kasane. De asfaltweg is inmiddels bezaaid met putholes, dus een goede reden om deze maar eens te verlaten. We volgen een pad dat naar de grens met Zimbabwe loopt en van hieruit ons langs de grens naar het noorden brengt. Voor het tweede deel van de route pikken we de asfaltweg weer op. De putholes zijn inmiddels verdwenen en met een paar uurtjes arriveren we in Kasane. We schrijven ons bij de receptie van de camping in voor 2 nachten, onze laatste 2 nachten in Botswana.

Woensdag 22 juli (Botswana)
We rijden weer terug richting Nata, alleen nemen we een iets andere route dan op de heenweg. Gister hebben we het zekere voor het onzekere genomen, maar vandaag rijden we via de westelijke rand van de pan terug. Wie weet moeten we straks terug als blijkt dat sommige stukken door water ontoegankelijk zijn. We hebben geluk, de route volgens de GPS is goed te berijden. Wel laten we soms een wat dieper spoor achter en hoor je aan de motor dat deze het af en toe zwaar heeft. De bovenlaag van de pan is hard, maar daaronder is het zacht en vochtig. De regen van een paar weken geleden is in de bodem getrokken, maar nog niet geheel opgedroogd.
Even ten noorden van Nata zoeken we een mooi plekje op een camping. Hier nemen we een zoute douche en schrijf ik maar weer eens wat dagverslagen.

Dinsdag 21 juli (Botswana)
We rijden naar het zuiden van de Sua pan, naar Kubu Island. Een eilandje gelegen in deze zout pan, die grotendeels droog staat. Wat een vlakt zeg, zo ver als je kijken kunt is het een wit-grijze vlakte. Het eilandje steekt als een rotshoopje boven deze vlakte uit en is begroeid met baobab bomen. We lopen een rondje van zo’n 3 km rondom het eilandje. Een leuke wandeling, alleen maken de muggen het wat minder aangenaam.

Maandag 20 juli (Botswana)
We gaan wat boodschappen doen. Bij de Shoprite kopen we supervers brood. Afgelopen donderdag hadden we hier ook een paar broden gekocht, die gister zelfs nog goed te eten waren. Het brood gaat rechtstreeks vanuit de oven ons winkelmandje in.
We rijden naar Nata, een rit van 300 km over de asfaltweg. Onderweg passeren we een Vetfence, een veterinaire controlepost. Onze schoenen en slippers moeten allemaal even op een vochtig matje staan en de auto mag door een badje rijden. Allemaal tegen MKZ (mond- en klauwzeer). Ook mogen we geen vlees (wel kip) het gebied uitvoeren. Hier hadden we al enigszins rekening mee gehouden. Wat de precieze regels zijn is ons nog niet geheel duidelijk. De ene keer mag je het vlees wel het gebied uitvoeren, maar dan mag je het weer niet invoeren. Gewoon niet teveel vlees inkopen lijkt de beste oplossing.
In Nata koop ik een halve kip en zoeken we een camping.

Zondag 19 juli (Botswana)
We zeggen Niels en Britta gedag en gaan weer op pad. Voor 11.00 uur moeten we het park verlaten, dus hebben nog mooi de tijd om wat door het park te rijden. Vlak bij de camping zien we de pootafdrukken van een leeuw, maar daar blijft het bij. Verder zien we impala’s en olifanten. Als we het park uit zijn komen we een groep giraffen midden op de weg tegen, zien we een olifant, zebra’s en impala’s.
In het begin van de middag arriveren we weer bij Audi Camp in Maun. Het is warm. Ik verwissel mijn spijkerbroek voor mijn rok, die inmiddels alweer een paar maanden in de kast lag.

Zaterdag 18 juli (Botswana)
Om 7.30 uur zitten we voor onze game drive in de auto. Al snel zien we 3 leeuwen langs de weg lopen. Ze rollenbollen wat met elkaar en lopen weer verder.
Op het pad volgen we de voetsporen van olifanten. Als we een olifant zien stoppen we. Het is een hele groep die het pad aan het oversteken zijn. Als ze allemaal overgestoken zijn rijden we een stukje verder om nog wat foto’s van de groep te maken. Een mannetje draait zich om, flappert met zijn oren en blaast op zijn trompet. Alsof hij zeggen wel: “Zo is het genoeg, wegwezen jullie”.
Richting Third Bridge komen we weer wat meer in het Delta gebied, waar ons pad regelmatig door het water gaat. Gelukkig is de ondergrond hier goed hard. We komen een huurauto tegen. Nederlanders (Niels en Britta), ze herkennen ons nummerbord en we maken een praatje. Vanavond treffen we elkaar vast weer aangezien we op dezelfde camping slapen. Bij Third Bridge, een kampeerterrein aan de voet van de 3e (knuppel)brug, pauzeren we even. Ik maak spaghetti die we hier opeten. We spreken hier een Belg die we al een paar keer bij Audi Camp getroffen hebben. Wat blijkt? Er was afgelopen nacht maar 1 campsite in gebruik, alle ruimte dus.
We nemen vrijwel dezelfde route terug naar de North gate, veel opties betreffende de route zijn er overigens niet. Op de camping blijkt onze toegewezen plek bezet te zijn. Ook de plek van Niels en Britta is door een ander in gebruik genomen. We gaan naar het kantoor om te informeren waar we dan wel kunnen staan. Wat een administratie zeg! Uiteindelijk delen we met Niels en Britta een campsite. Een gezellige avond bij een kampvuurtje, maar aan deze gezellige avond komt snel een einde als we de brul van een leeuw horen. Britta en ik hebben het er niet zo op. Volgens de mannen, die met een paar biertjes achter hun kiezen voldoende moed hebben, hoeven we ons geen zorgen te maken. Maar ze trekken aan het kortste eind als we even later de brul nog eens akelig dichtbij lijken te horen. De dames duiken de tent in en de heren volgen.

Vrijdag 17 juli (Botswana)
Op tijd in de ochtend rijden we naar het Moremi park, gelegen in het oosten van de Okavango Delta. We nemen de South gate en rijden vanaf hier rechtstreeks naar de North gate. Hier zou men ons moeten kunnen vertellen op welke camping we de komende 2 nachten kunnen staan. Maar hier weet men dus helemaal nergens van, maar we kunnen 2 nachten op de camping bij deze ingang staan. Andere opties zijn er niet, alles is vol.
Omdat het nog ochtend is, hebben we alle tijd om wat in het park rond te rijden. Vanwege de hevige regenval in Angola een paar weken geleden, staat het water hier in de Delta vrij hoog. De delta wordt namelijk gevoed door een rivier vanuit Angola. Op verschillende plaatsen zijn de paden ondergelopen met water. Natuurlijk moet Arjan toch proberen of hij erdoor heen kan baggeren. Nee dus, en we zitten al bij de eerste poging vast. Met behulp van de high-jack en rijplaten zijn we zo weer los.
We zien verschillende bokken, die geen last van watervrees hebben en olifanten hebben een spoor van vernieling achter gelaten; afgescheurde takken, om geknakte boomstammen en zelfs enkele bomen die met wortel en al uit de grond zijn geduwd.
Op de camping aangekomen eten we al op tijd, ruim voor zonsondergang. Tegen zonsondergang lopen we naar een open plek op de rand van de camping. Hier verzamelen de groepjes impala’s zich en bereiden zich voor op de nacht. Als we terug komen bij de auto, hebben ook de bavianen hun slaapplekje opgezocht. In de bomen boven ons. Zolang ze daar maar rustig blijven zitten vind ik het oké.
Wij slapen met het gesnurk van de bavianen boven ons en het geknor van nijlpaarden op de achtergrond.

Donderdag 16 juli (Botswana)
We willen het Moreni park, een gedeelte van de Okavango Delta, gaan bezoeken. We gaan eerst naar het Wildlife Office om een permit te kopen en om te informeren naar de kampeer mogelijkheden in het park zo op het laatste moment. De campings zijn vol, maar van de medewerkster krijgen we de tip om op het kantoor te betalen voor het aantal nachten dat we in het park willen blijven. Als we voor 2 nachten betalen en naar de noord ingang gaan, dan zorgt men er daar wel voor dat we ergens op een van de campings kunnen aanschuiven. Aangezien de ochtend al in volle gang is, we weer wat groenten en vlees voor de komende dagen willen kopen, de tank vol willen gooien en de noord ingang nog 130 km rijden is, besluiten we om morgenvroeg pas richting het park te gaan. We betalen op het kantoor de intree voor het park en 2 nachten camping. Met de permit in onze hand geldig van 17 t/m 19 juli verlaten we het kantoor. Nadat het boodschappenlijstje is afgewerkt rijden we weer terug naar de camping voor een aller laatste nachtje.

Woensdag 15 juli (Botswana)
In de ochtend doe ik een wasje, zodat deze lekker in de middagzon kan drogen. Arjan update de website met de laatste foto’s en ik lees een verder boek uit. Omdat we op de camping via Wifi kunnen internetten geeft dit mooi de gelegenheid om met het thuisfront te skypen. Kort samengevat een lambal dagje.

Dinsdag 14 juni (Botswana)
We pakken onze spullen in en rijden naar het centrum van Maun, waar we naast wat proviand ook voor een paar dagen verse groenten en vlees kopen. Daarna rijden we weer terug naar het Audi Camp en besluiten om hier nog 2 nachtjes te blijven. Onderweg bekijken we nog even een andere camping, maar dat lijkt te veel op een backpackers plaats.
We hebben de smaak van het braaien een beetje te pakken gekregen en dus … Ja hoor, ’s avonds braaien we een mooie steak, gooien een paar aardappels in alu-foli in het vuur en ook een mix van groenten met een lekkere saus gaat in alu-foli het braairooster op. Dit alles laten we ons, samen met een salade heerlijk smaken.

Maandag 13 juli (Botswana)
We vervolgen onze route verder naar het noorden, naar Maun the gateway to the Okavango Delta. Bij aankomst duiken we eerst voor een anderhalf uur het internetcafé in. Daarna gaan we naar het bekende Audi Camp. Wij zijn in eerste instantie niet zo onder de indruk van de camping, maar dit trekt bij nadat we de tent hebben opgezet en op onze stoel van het zonnetje genieten. We hebben een mobile braai die precies de juiste hoogte heeft om als kacheltje voor de frisse avond te dienen.

Zondag 12 juli (Botswana)
Het is al tegen twaalven voordat we de camping verlaten. We hebben het deze zondagochtend lekker rustig aan gedaan. Via de Trans-Kalahari higway rijden we naar Ghanzé.
Ik loop inmiddels een week achter met het schrijven van de dagverslagen. En na enig aandringen van Arjan begin ik onderweg deze achterstand weg te werken.
Op de camping, waar we de enige gasten zijn braaien we ’s avonds weer enkele van die lekkere gemarineerde sateetjes die we in het Kgalagadi Park hebben gekocht.

Zaterdag 11 juli (Botswana)
Kort na half 8 verlaten we het Nossob camp en nemen de afslag naar Mabuasehube. Zodra we de rivier over gestoken zijn, rijden we op een smal zandpad op Botswaanse grondgebied. “Zo” zegt Arjan en trapt op de rem. We zijn nog maar 5 km onderweg als in een bocht opeens een jong mannetjes leeuw voor ons staat. Hij draait zich om en loopt op zijn dooie gemak, door ons op de voet gevolgd, naar waar hij vandaan kwam. Enkele 10-tallen meters verderop verstoren we de rust van 2 leeuwinnen die op het pad liggen. Met zijn drieën lopen de leeuwen, af en toe omkijkend, voor ons uit. Als ze in de berm staan kunnen we passeren en hebben we een mooi moment om een paar foto’s te maken. Als we naast het mannetje stoppen is het bijna eng dichtbij. We kijken hem recht in zijn ogen aan terwijl hij onze auto onderzoekend bekijkt. Zo zie je maar, je hoeft er niet naar op zoek, je komt ze vanzelf een keer tegen.
Verder zien we onderweg nog verschillende groepen groot springend wild; groepen gemsbokken, heartbeast, elanden en inialissen.
Even na 2 uur verlaten we het park. Kort daarna ruiken we een vreemd luchtje wat Arjan herkent als koelvloeistof. Toch maar even onder de motorkap kijken om te zien waar het vandaan komt. Oeps, het dopje van het thermostaathuis is eraf gesprongen. Oorzaak: Een stukje van een oud dopje, wat ooit in het koelsysteem is geglipt, verspert nu een deel van de leiding. Gevolg: Oververhitting van het water en door de ontstane stoom is het dorpje er nu van afgeblazen. Terwijl Arjan wat resten van het dopje uit het schroefdraad probeert te peuteren, schiet ook dit stukje het koelwatersysteem in. Gewoon maar laten zitten, komt er vast een keer op dezelfde manier als nu er weer uit. Bij gebrek aan een nieuw dopje dicht Arjan de ingang met een boutje, moertje, 2 revetten en vloeibare siliconenpakking. Zo opgelost, we rijden weer verder. Of toch niet opgelost? De temperatuur van de auto loopt binnen enkele kilometers hoog op. Nu staat er een slang op springen. Als laatste remedie vult Arjan het hele koelwatersysteem af met water, om er zeker van te zijn dat nu alle lucht eruit is. We rijden verder, maar nemen het zekere voor het onzekere en kiezen de kortste route naar de asfaltweg. De auto houdt zich goed gedurende de rit naar Kang (300 km), de temperatuur blijft normaal. Het laatste stuk van de route gaat, bij uitzondering, door het donker. Het is goed uitkijken voor nachtdieren die de weg over willen steken en koeien die de weg tot huiskamer hebben gebombardeerd. Het laatste stuk is goed verlicht, niet met straatlantaarns, maar met kattenogen die hun werk goed doen.
We arriveren even na 20.00 uur, na 500 km en 12 uur rijden in Kang op de camping.

Vrijdag 10 juli (Botswana)
Van Mata Mata rijden we naar Nossob. Na 15 km komen we al een groep van 25 giraffen tegen met opvallend veel jonge beesten en hun moeder. Verder zien we weer het gebruikelijke wild. Als we de Auob rivierbedding verlaten om een doorsteek van 50 km te maken naar de Nossob rivierbedding komen we even heel weinig beesten tegen. Vlakbij Nossob, aan de Nossob rivier lunchen we bij een waterput. Hier ligt een groep gemsbokken. Een andere groep gemsbokken met het gezelschap van een gnoe komt aanlopen. We denken dat ze wel zullen gaan drinken, maar grote dorst schijnen ze niet te hebben. Af en toe moet er getoond worden wie er de baas is. De grootste bok van de groep jaagt dan de groep op die vervolgens alle kanten inschiet. Zelfs de gnoe gaat ervan op de loop.
Op de camping in Nossob slaan we de tent op. Hier is ook een uitkijk post, waar we om half 6 even een kijkje gaan nemen. Iedereen de er zit is heel serieus en stil. Men fluistert als ze iets tegen elkaar zeggen. Wij fluisteren ook maar om de andere bezoekers niet teveel te storen. Ik fluister tegen Arjan dat we dit niet lang gaan volhouden. Wij zijn niet zo van het serieuze wat te merken is aan de opmerkingen tegen elkaar. Arjan spot met zijn blote oog een jakhals, terwijl de andere allemaal de verrekijker aan hun ogen moeten zetten om het beest op te sporen. Daarnaast spot hij midden in de rivierbedding (grens Zuid Afrika – Botswana) een betonnen grenspaaltje. Ik spot dan wel geen grenspaaltje, maar we een auto.

Donderdag 9 juli (Botswana)
Vandaag rijden we naar Mata Mata, tegen de grens met Namibië. Tijdens de route volgen we steeds de Auob rivierbedding. Door deze rivier heeft voor het laatst in 1974 water gestroomd. Op verschillende plekken zijn er waterputten als drinkplaats voor de dieren aangelegd. Het wild wat we zien is ons kennelijk al vooruit gelopen. De eerste kilometers zien we alleen maar wat eenzame, verwaaide beesten. Pas na een 40 km zien we de grotere groepen wild. In de omgeving van Mata Mata leven giraffen, maar helaas komen we deze hier nu niet tegen. Ja, behalve een dooie dan. Hiervan zien we wat botten liggen en de nek met kop incl. huid en haar.
Op de camping in Mata Mata slapen we vlak bij de afrastering met het uitzicht op een waterput. Veel wild komt er niet op af. Wel zien we als het donker is een hyena steeds weer aan de andere kant van het hekop en neer lopen. Hij zal wel op de lekkere braailucht afkomen. Voor Afrikanen is het gebruikelijk om iedere avond te braaien. Wij geven ons er vandaag ook aan over. In de winkel in Twee Rivieren hebben we gemarineerde saté stokjes gekocht. Die gaan de barbecue op en samen met een aardappelsalade hebben we zo ons eigen bescheiden braaifeestje.

Woensdag 8 juli (Botswana)
Om 7.30 uur staan we weer bij de ingang/uitgang om bij de balie van Zuid Afrika te informeren wat de mogelijkheden zijn. Gelukkig kunnen we nu wel de komende nachten, redelijk naar wens, in het park op verschillende campings kamperen.
Vannacht slapen we op de camping bij Twee Rivieren, bij de hoofdingang dus. Omdat deze camping maar een paar honderd meter verwijderd is van de camping van Two Rivers en het ingangsgebouw precies tussen deze twee campings staat hoeven we vandaag niet veel te rijden. Maar we willen natuurlijk wel iets van het park zien, dus gaan na het regelen van de overnachtingen een game drive maken. Helaas zien we geen leeuwen, cheeta’s of luipaarden, maar wel veel springbokjes, gemsbokken, gnoes en wat duikertjes en stokstaartjes
Rond de middag arriveren we weer op de camping. Arjan verwisseld hier de voorwielen met de reserve wielen, vervangt een van de stuurkogels en maakt het luchtinlaatsysteem schoon. Ik doe een beetje was. We lopen tegenwoordig 2 weken met bijna dezelfde kleren rond, gebruiken de hele week dezelfde handdoek, dus veel was krijgen we niet meer.

Dinsdag 7 juli (Botswana)
Vandaag hebben we een lange tocht van 350 km, dwars door het park, voor de boeg. Het eerste stuk (100 km) gaat weer over een zandpad. We komen hier helemaal niemand tegen, het lijkt wel een verlaten stuk van het park. Wel lopen er een paar heyena’s over het pad en zien we in de berm, een meter of 10 van ons vandaan 2 leeuwen liggen. De 2 mannetjes zijn duidelijk toe aan hun siësta, ze kunnen nauwelijks hun ogen open houden. Het doet ze weinig dat we ze bekijken, als we de auto weer starten kijken ze wel even op, maar laten daarna hun hoofd weer zakken. Een stukje verderop zien we 3 leeuwinnen wat verder van de weg verscholen liggen in het gras. Aan het einde van het pad steken we de Nossob rivier over en zijn dan op Zuid Afrikaans grondgebied. Deze rivier is maar zelden gevuld met water en daardoor begroeid met gras. Het is een favoriete plek voor springbokken, gemsbokken en gnoes. We volgen de weg lans de rivier met al zijn bochten tot we in Two Rivers zijn, waar we de rivier weer (naar Botswana) oversteken. Het Kgalagadi Transfrontier Park is een grensoverschrijdend park. Zolang je je in het park bevind, kun je zonder het regelen van grensformaliteiten vanaf Botswana naar Zuid Afrika (en andersom) rijden. Hier in het zuiden van het park is de hoofdingang (Twee Rivieren = Zuid Afrika – Two Rivers = Botswana). Bij de hoofdingang waar een gezamenlijk gebouw van de twee landen staat is een balie voor Botswana en een balie voor Zuid Afrika. Het is 1 park, maar de twee landen werken nog niet echt samen. Aangezien we de komende nachten op de campsites van Zuid Afrika willen verblijven, gaan we naar de balie van Zuid Afrika om het e.e.a. te regelen. Onze voorkeur wat camping betreft is vol, maar als we morgenochtend terug komen is er i.v.m. annuleringen misschien iets te regelen.

Maandag 6 juli (Botswana)
Bij het Wildlife office in Kang gaan we de intreegelden voor het Khutse park betalen. Hier reserveren en betalen we ook alvast 2 dagen/nachten toeren en slapen in het Kgalagadi Transfrontier Park. De eerste nacht slapen we in Kaa, bij de noord gate van het park. De 2e nacht slapen we in Two Rivers. Liever hadden we in Nossob geslapen, maar dit camp ligt op Zuid Afrikaans grondgebied en is alleen via Zuid Afrika te regelen.
Nadat alles geregeld is gaan we op pad richting Kaa. Het eerste stuk via de asfaltweg schiet op. Dan volgt er een stuk gravel weg en de laatste 70 km bestaat uit een zandpad wat niet veel breder is dan de auto. We kunnen hier maar 30/40 km/pu rijden, maar dat is niet erg. De omgeving is te mooi om hard door te rijden. We zien voordat we de ingang van het park bereiken al meer wild dan in het Khutse park; groepen gnoes, gemsbokken en heartbeast. Als we om 16.00 uur het park bereiken zijn we bijna op onze eindbestemming. Onze kampeerplek ligt een paar honderd meter verder op. In de vrij natuur (zonder hekwerk), maar wel met een (koude) douche en toilet.

Zondag 5 juli (Botswana)
We rijden naar Kang, hier moeten we morgen het intreegeld van het Khutse Game Reserve gaan betalen. Kang ligt mooi tussen het Khutse en het Kgalagadi Trnfrontier Park in. Dit is het volgende park wat we gaan bezoeken.
We rijden via een pad wat langs de grens met het Khutse park loopt. Rechts van het pad hebben we een afrastering die het wild in het Khutse park dient te houden. Links van ons hebben we ook een hekwerk, al is het doel ervan me niet duidelijk. Beide hekwerken zijn splinternieuw, op sommige plaatsen ligt nog materiaal en moet men nog wat kleinigheidjes afwerken. Nu maar hopen dat we strakjes een keer een poort tegenkomen zodat we links een pad in kunnen slaan.
Dan rent er schuin rechts voor ons een duiker (klein hertje) in de berm en voor ons in het linker spoor een jakhals. De twee hebben geen oog voor elkaar, maar alleen oor voor de auto. Het duikertje probeert een paar keer door het hek te springen door er tegenaan te rennen. “Ach beestje, doe dat nou niet. Dadelijk doe je je nog pijn”. Gelukkig stopt het beestje na zijn 2e poging en passeren wij hem rustig. De jakhals is minder slim. Hij blijft maar voor ons uit rennen. “Dadelijk krijgt hij nog een hartaanval” zegt Arjan. Als we stoppen gaat de jakhals rustiger lopen, als we weer gaan rijden, gaat hij weer rennen. Wij rijden 30 km/pu en hij blijft ons met gemak voor. Via een oud spoor in de berm proberen we hem voorbij te gaan. Als hij niet aan de kant wil, zullen wij het wel moeten. Zelfs als we 50 km/pu rijden houdt hij ons nagenoeg bij. Pas als we hem na enkele kilometers gepasseerd zijn stopt hij met rennen.
Gelukkig, na 80 km, precies op de plaats waar de navigatie het aangeeft, krijgen we een pad naar links met een poort, de eerste poort die we in het kilometers lange hekwerk tegenkomen. Wat een opluchting, voor hetzelfde geld had men geen poort in het hekwerk gemaakt en konden we weer helemaal terug. De poort is dicht, maar er hangt gelukkig geen hangslot op. Alleen een ijzerdraad zorgt ervoor dat de poort gesloten is en is dus zo opengemaakt.

Zaterdag 4 juli (Botswana)
We rijden weer naar het Khutse Game Reserve, waar we een dagje wild gaan spotten. Het intreegeld kunnen we niet bij de ingang voldoen. Dit moeten we maandag gaan betalen. Er zijn meerdere locaties waar dit kan, maar alleen het kantoor in Kang ligt voor ons op de route.
Het wild in het park valt wat tegen. We zien verschillende bokken, een honey bagdy en wat struisvogels. De lunch nuttigen we vlakbij een waterpoel, waar een groepje van 7 inialissen wat komen drinken. Ze hebben hun oren wijd open en zodra ze maar iets denken te horen gaan ze ervandoor. Voetje voor voetje naderen ze even later de waterpoel weer.
Na het verlaten van het park rijden we weer naar ons bushcamp plekje waar we de afgelopen nacht bijzonder goed hebben geslapen.

Vrijdag 3 juli (Botswana)
Vanuit Gaborone rijden we naar het Khutse Game Reserve. Voordat we de stad verlaten pinnen we voldoende geld en kopen we voor een paar dagen brood. Hiermee en met onze voorraad gekocht in Zuid Afrika hebben we voldoende voorbereiding gedaan om er de komende dagen, indien nodig, zonder winkel of marktje mee vooruit te kunnen.
De dorpen die we onderweg tegenkomen zijn weer echt Afrikaans, her en der bebouwd met huizen en hutten. Het valt ons op hoe weinig afval hier op straat rond zwerft. Als we hier zo rondrijden en naar de plaatsnamen van dorpen die we passeren en van die we op de landkaart tegenkomen, wanen we ons bijna in China. We komen onuitspreekbare namen als Letlhakeng, Khudumelapye, Takatokwane, Tsetseng en Hukuntsi tegen.
Tegen de middag eindigt de verharde weg en gaat deze over in gravel en los zand. Ja, we zijn inmiddels in de woestijn aangeland, dus zand in overvloed. Op het eerste gezicht valt het eigenlijk niet eens op dat we in de woestijn zitten. Er is voldoende zand, maar alles is begroeid met gras, struiken en wat bomen.
Als we bij het park aankomen valt ons de toegangsprijs en de prijs van de camping tegen, jeetje wat duur. Als Europeanen mogen we 4x meer betalen dan iemand die in Botswana woont. Deze truc is al vaker op ons toegepast, maar hier worden we gewoon uitgebuit. Ik denk dat het tijd wordt dat de EU de subsidiekraan dicht draait.
Men gaat voor ons bellen om te informeren of er nog een kampeerplek in het park vrij is. De telefoonlijn is dood, dus dat loopt op niets uit. Het is geen probleem als we buiten het park in de bush kamperen wordt ons gezegd. We rijden het zandpad weer op en zoeken naar een mooi en verdekt plekje wat van het pad gelegen.
’s Avonds kruipen we tegen 20.00 uur de tent in en horen de jakhalzen janken.

Donderdag 2 juli (Zuid Afrika – Botswana)
Vanuit Bela Bela rijden we naar grensovergang Derdenpoort. Hier halen we onze laatste Zuif Afrikaanse stempel voor in het paspoort. Op naar Botswana, ook hier verloopt alles zoals gebruikelijk en het e.e.a. is snel geregeld, was het niet dat ik even geld moet wisselen om de derdenpartij-autoverzekering en roadtax te kunnen betalen.
Volgens een bord is het niet toegestaan om dierlijke producten het land in te voeren. Aangezien men hier verder niets over zegt, vraagt of controleert, zeggen wij ook maar niets.
We rijden naar een camping in Gaborone, de hoofdstad van Botswana.
Botswana, een land zo groot als Frankrijk met nog minder inwoners als Brabant (nog geen 2 mildoen). In Gaborone wonen 250.000 mensen, volgens mij net zoiets als in Den Bosch. 85% van het land bestaat uit de Kalahari woestijn, waar maar een klein deel van de bevolking woont.


Woensdag 1 juli (Zuid Afrika)
We starten de dag met een Engels ontbijtje: roerei, bacon, roerei, gebakken champignons, tomaat met gesmolten kaas en geroosterd brood. Mmmh, erg lekker maar we gaan er toch maar geen gewoonte van maken.
We rijden naar Bela Bela (Warmbath), waar hotsprings zijn. Zoals het ernaar uitziet is dit onze laatste avond in Zuid Afrika, dus sluiten we deze 8 weken waarin we de toerist hebben uitgehangen en bijna dagelijks onze voorraad chips en snoep konden aanvullen, af met een etentje buiten de deur.

Dinsdag 30 juni (Zuid Afrika)
Eerst gaan we tanken en een paar envelopjes posten. Terwijl de tank volgegooid wordt voel ik de auto heen en weer bewegen en nog een keer. Ik kijk om me heen en zie dat een auto de bocht om onze auto heen te kort genomen heeft. Ja, onze bumper in handmade by Arjan, daar rij je niet zomaar een deukje in. Je kunt er dan ook maar beter niet tegenaan rijden. Aan onze bumper is wat witte lak blijven hangen. De andere auto heeft een diepe kras van 10 x 50 cm. De bestuurster deed nogal laconiek over de schade. “Het zal wel een lease auto zijn”.
Vanaf Sabie rijden we eerst naar Pelgrims Rest. Dit is een oud goudmijndorpje in pittoreske staat. Het is mooi om de leuke en goed onderhouden huizen te zien, waar vrijwel overal een souvenirwinkel of restaurant in gevestigd zit. Op straat is het druk met.
We maken ons rondje verder via Lydenburg weer naar Loskopdam. Daar slapen we op dezelfde camping als afgelopen weekend.

Maandag 29 juni (Zuid Afrika)
We bellen ’s ochtends eerst met 4x4 Mega World. En ja hoor, daar hebben ze mijn Visa card. Ze hebben hem netjes voor me in hun kluis bewaard. Dat wordt een ritje van 250 km terug naar Nelspruit. Op de heenweg nemen we de tolweg, dat schiet aardig op. Tegen lunchtijd arriveren we in Nelspruit. Hier kopen we eerst een paar broodjes voor de lunch. Na de lunch gaan we naar het internetcafé. Hier update Arjan de site en check in onze mail en lees het gastenboek. We mailen regelmatig (momenteel zo’n 3x per maand) met het thuisfront en Theo, een vriend van Arjan stuurt na bijna iedere update wel een mailtje. Ja, je moet er maar aan denken… in Nederland gaat de tijd natuurlijk net zo snel als hier. Alleen jullie hebben het met het met werk, afspraken, gezin, huis en tuin en al wat meer natuurlijk wel een beetje veel drukker dan wij. Het gastenboek lezen is erg leuk. Familie, vrienden en collega’s en soms onbekenden laten berichtjes na. Zelf een paar nichtjes van ons mam kwam ik erop tegen. Helaas kunnen wij geen berichtje terugsturen, omdat wij het e-mailadres van de afzender niet te zien krijgen. Laatst kregen we via e-mail een berichtje van een stel uit Tilburg. Zij hadden ons zien rijden in het Hluwehluwe park en het webadres op de auto zien staan en HOUDOE sprong voor hun Brabanders direct in het oog.
Voordat we naar een camping in Sabie rijden halen we natuurlijk eerst nog even de Visa card op, de missie van de tocht naar Nelspruit.

Zondag 28 juni (Zuid Afrika)
Ik draai 4 machines was, die lekker in de zon kan drogen.
Bij de receptie maken we even gebruik van internet. Achter het bureau van een van de medewerkers tegen een tarief van € 3,= per kwartier is niet de ideale situatie. Dan maar alleen even de mail checken en een berichtje sturen naar het thuisfront.
We lopen nog even naar het stuwmeer (Loskopdam) en hebben verder een rustig dagje.

Zaterdag 27 juni (Zuid Afrika)
Eerst op zoek naar een internetcafé. We rijden naar Lydenbrug, maar het internetcafé hier is op zaterdag en zondag gesloten. Wat internet betreft kun je beter in de minder ontwikkelde landen zijn, Daar kwamen we regelmatiger een internetcafé tegen of konden we een draadloos netwerk oppikken.
We rijden door naar een Forever Resort. Deze resorts zijn allemaal uitgerust met laundry faciliteiten. Hier kan ik dan eens de was in een goede wasmachine wassen. Als we bij het resort aankomen kijk ik in mijn portemonnee. “Shit, ik mis mijn Visa card. Hij kan niet gepikt zijn, hij ligt vast nog in Nelspruit. Daar heb ik hem voor het laatst gebruikt voor het betalen van de jerrycan. Ik kan me ook niet herinneren dat de verkoper mij de kaart weer heeft teruggegeven. Eerst maar eens met Visa bellen om de kaart (tijdelijk) te laten blokkeren. Maandag zullen we dan met 4x4 Mega World bellen.

Vrijdag 26 juni (Zuid Afrika)
Nelspruit is een flinke stad, maar toch nog een stuk kleiner, rustiger en overzichtelijker dan Pretoria of Johannesburg. Hier kopen we bij de Landrover garage enkele reserveonderdelen en bij een tyre centre laten we de achterbanden vervangen. Als het goed is kunnen we nu t/m thuis vooruit. Eén van de jerrycans op het dak is lek, dus hiervoor kopen we ook een nieuwe. Hiermee zijn de voorbereidingen voor de “terugreis” een heel eindje geregeld. Alleen nog het doen van grote boodschappen in de supermarkt. Hier in Zuid Afrika is zonder veel moeite alles verkrijgbaar. In de komende landen zouden we steeds een omweg moeten maken naar de grote stad.

Donderdag 25 juni (Zuid Afrika)
Vandaag zijn we al om 6.00 uur op pad, zodat we het licht kunnen zien worden. We rijden het laatste stukje van onze route van gister, in de hoop weer leeuwen tegen te komen.
We zijn al ruim een uur op weg en hebben alleen nog maar een buffel en 3 dozijn impala’s gezien. Dan zien we een groep bavianen. Daar hoeven wij niet zo lang bij stil te staan, dus rijden we verder. Dan opeens, om de hoek bij de bavianen zie ik hem. “Vlug, terug Arjan, een luipaard in de boom”. Dit is te gek om te zien, een luipaard in de boom en dat op een niet eens zo’n grote afstand van ons vandaan. Het luipaard verlaat alweer snel de boom en verdwijnt in het hoge gras en tussen de struiken. Maar dankzij het alfa mannetje van de groep bavianen, die hoog in de boom schreeuwende/blaffende geluiden maakt en zich naar het luipaard richt traceren we hem weer. Nu nog dichterbij. Hij loopt een paar rondjes om wat struiken heen en verdwijnt vervolgens uit het zicht. Ondertussen zijn ook alle auto’s die eerst de aandacht op de groep bavianen had gevestigd rondom ons komen te staan. Helaas hebben een aantal van hen het luipaard niet meer gezien. Als wij ervan overtuigd zijn dat het luipaard zich voorgoed schuil gaat houden, rijden we verder.
De rest van de dag zien we niet veel meer, een paar zebra’s, giraffen en enkele soorten bokjes. Ach, de taart met slagroom hebben we gehad, daar kunnen we wel even op teren.
In de middag rijden we het park uit. Op de camping bekijken we de foto’s van de afgelopen dagen en schrijf ik (in de schaduw) weer enkele dagverslagen. Ja in de schaduw, de winterzon zorgt al een paar dagen voor temperaturen boven de 30º C.

Woensdag 24 juni (Zuid Afrika)
Om half 7 verlaten we de camping. Het is inmiddels licht en ook de zon is bijna boven water. De beste tijd om wild te spotten is vroeg in de ochtend en laat in de middag. Tussen 10.00 – 15.00 uur houdt een groot deel van de dieren siësta, het is dan te warm om te jagen of om zich in de zon te begeven. Je ziet ze dan ook bijna niet, omdat ze ergens tussen de struiken en het gras in de schaduw liggen te rusten.
We zijn nog maar net op pad als we een neushoorn spotten. Verder komen we verschillend grazend wild (zebra’s, giraffen, olifanten, impala’s en andere bokken) tegen. Deze zie je vrijwel altijd en de gehele dag door. Zij hebben kennelijk geen behoeften aan een siësta.
Ik heb al verschillende mooie bomen gezien waar een leeuw onder of een luipaard in zou kunnen liggen, kunnen…
Vannacht slapen we op de camping van rest camp Skukuza. Rond de lunch willen we hier arriveren. Als we vlakbij Skukuza zijn, zien we een groep leeuwen op straat. Het is duidelijk dat ze op jacht zijn. Ze hebben kennelijk hun siësta onderbroken voor het vangen van een stukje braaivlees. Geconcentreerd als zijn, negeren ze de auto’s die zich langzaam om hen heen verzamelen. In de met gras begroeide rivierbedding, naast de weg gelegen, hebben ze enkele impala’s in het vizier. Een paar leeuwen lopen vooruit om de impala’s op te wachten die dadelijk door de achterblijvers worden opgejaagd en zo in de val zouden moeten lopen. Maar er gaat kennelijk is niet goed met de communicatie, want de impala’s zien we vanuit de rivier de weg over springen. De buit zal een andere keer binnengehaald moeten worden. Als ook de leeuwen dit inzien gaan ze lekker luieren. Gelukkig voor de impala’s, maar eigenlijk wel bijzonder om te zien hoe het teamwork tussen leeuwen plaats vindt.
Iets later dan gepland arriveren we op de camping, waar we een lekkere tosti eten. Als het schemer wordt komt er een hyena snuffelen (aan de andere kant van het stroomhekwerk) of er iets voor hem te eten is. Ondanks de waarschuwingsbordjes om de dieren niet te voeren, zal deze hyena best wel eens een botje toegeworpen hebben gekregen.

Dinsdag 23 juni (Zuid Afrika)
We rijden naar de Orpen gate van het Krugerpark. Nog voordat we bij de ingang aankomen ziet Arjan, die 80 i.p.v. 50 km/pu rijdt omdat hij het bord 50 gemist heeft, een Luipaard. Dat begint goed!
Bij de ingang regelen we de overnachtingen in het park. Nou, dat valt niet mee. Bijna alles zit al vol. Vrijdag beginnen de schoolvakanties, dan zal het nog wel drukker worden. Gelukkig kunnen we de komende 2 nachten wel in het park slapen, maar hebben weinig keuze betreffende de campings. In het park volgen we vooral de asfaltwegen. Aangezien we helemaal naar het zuiden van het park moeten voor onze eerste overnachting (200 km) gaat dat over de asfaltwegen (max. snelheid van 50 km/pu) sneller dan via de gravelwegen. We rijden rustig aan, anders kunnen we nog geen wild spotten.
Onderweg komen we het een en ander aan wild tegen. Daar waar het druk is met auto’s is meestal iets te zien. De vraag is alleen wat? Een leeuw, maar de afstand is behoorlijk en het hoge gras belemmerd het zicht.
Een stukje verderop, bij een waterpoel, staan zebra’s, waterbokken, impala’s en een paar gnoes. Als we de groep aanschouwen komt er een olifant aanlopen. Eerst vult hij zijn voorraad water aan. Met zijn slurf zuigt hij het water op en sproeit dit vervolgens in zijn mond. Na afloop besproeid hij zichzelf nog even met een modder douche. Bij de volgende poel is het opvallend stil. Een paar nijlpaarden liggen aan de kant van het water te zonnen. Dat was het, of toch niet? Aan de overkant van de poel zien we nu een groep leeuwen liggen. Ja, nee natuurlijk, als ik impala of zebra was zou ik me in dit gezelschap ook niet op mijn gemak voelen.
Na onze picknick gaat de vaart er wat meer in, anders halen we rest camp Berg en Dal niet voor zonsondergang (sluitingstijd). Onderweg zien we nog wel wat wild, al is het scannen van de omgeving bij 50 wel lastiger en nog vermoeiender dan bij 25 km/pu. We zijn dan ook blij als we bij de camping aankomen.

Maandag 22 juni (Zuid Afrika)
We zetten onze route voort richting het Krugerpark. In Hoedspruit doen we voor de komende dagen wat boodschappen en brengen we een bezoek aan het Endangered Species Centre. Hier worden voornamelijk Cheeta’s, maar ook andere katachtige opgevangen. Katachtige die bijvoorbeeld gered zijn uit het circus. Er is ook plaats voor andere dieren. Zij komen vaak als jong dier in het centrum, nadat ze door hun moeder verstoten zijn. Met de Cheeta’s wordt gefokt, om deze terug te plaatsen in de natuur en hiermee de populatie weer te laten stijgen. Ook fokt men in het centrum met wilde honden, die met uitsterven worden bedreigd.
In het centrum krijgen we eerst een korte documentaire over het centrum te zien. Daarna maken we een game drive langs en door de verschillende verblijven met dieren.
Na dit bezoek rijden we tot op 20 km van het Krugerpark, dan zijn we morgen zo bij de uitgang.

Zondag 21 juni (Zuid Afrika)
Voor het geval het thuisfront denkt dat we het vergeten zijn, het is vandaag Vaderdag (ook hier in ZA). Moeders kreeg een bloemetje, maar waar kunnen we vaders nu gelukkig mee maken? Hopelijk is het een mooie en zonnige dag in Nederland.
We vervolgen onze route vanaf de top van de canyon, naar de bodem. Naar het punt wat we gister vanaf het uitzichtpunt konden zien liggen. Hemelsbreed is het een afstand van maar 8 km, via de weg 100 km. Dat noemen we nou nog eens omrijden.
Onderweg brengen we een bezoek aan de Echo Caves. In deze druipgrotten maken we onder begeleiding een rondwandeling.
Als we onder in de canyon aankomen, rijden we eerst naar de dam en zien het uitzichtpunt waar we gister bovenop stonden.
Halverwege de middag genieten we op de camping nog even van het zonnetje.

Zaterdag 20 juni (Zuid Afrika)
De Blyde Rivier Canyon staat op het programma Eerst bezoeken we de Pinnacle, een stevige zuilvormige rots. Vervolgens rijden we veder en stoppen bij verschillende uitzichtpunten. Bij God’s Window moet het uitzicht geweldig zijn. Wij zijn niet zo onder de indruk. Oké, je kunt ver weg kijken, maar zover als je kunt kijken zie je aangeplant bos voor de houtkap. In het Blyde Rivier Reserve, waar de Treurrivier en de Blyderivier bij elkaar komen, gaan we de putholes bekijken. Deze putholes zijn door het kolkende rivierwater in de rotswand gevormd. Als laatste bezichtigen we de 3 Rondawels, 3 ronde rotsen op de hoek van een berg. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de canyon. We zien de rotswanden, de ruige begroeiing de rivier en het stuwmeer.
Een stukje veder op, eten we op de camping onze boterhammetjes. Als de tent is opgeslagen maken we nog een wandeling naar een uitzichtpunt.

Vrijdag 19 juni (Swaziland – Zuid Afrika)
In de ochtend rijden we, voordat we weer (3e keer) naar Zuid Afrika gaan, nog even langs de oude kabelbaan. De asbest, gewonnen uit de in de omgevingliggende mijn, werd hier in bakken gedaan. Deze werden vervolgens via de 23 km lange kabelbaan naar Zuid Afrika getransporteerd. Als we weer in Zuid Afrika zijn zien en kruisen we enkele malen deze kabelbaan.
Via Nelspruit rijden we naar Graskop. Als je in Graskop alles wat met toerisme te maken heeft weg zou halen, blijft er niet veel van dit dorpje over. Buiten Graskop, in de omgeving van de Mac Mac watervallen overnachten we.

Donderdag 18 juni (Swaziland)
De regen is pas tegen zonsopgang opgehouden, precies op tijd dus.
Na het ontbijt, waarbij een paar klein model aapjes ons brood probeert te ontvreemden, pakken we onze spullen in en rijden weer verder. Onderweg brengen we een bezoek aan Ngwenya glass. Hier wordt glas geblazen en getrokken in verschillende figuren. Vanaf een balkon kunnen we de werkzaamheden van de glasblazers aanschouwen. In de naastgelegen winkel verkoopt men glazen, vazen en dieren in verschillende soorten, maten en kleuren.
Op de Maguga dam eten we onze broodjes op. Daarna rijden we verder en maken onder begeleiding van een gids een wandeling naar Bushman Rock Art. Rock paintings die 400 – 4000 jaar geleden door de Bushman zijn aangebracht.
In Piggs Peak gaan we bij de bank even wat geld omwisselen. Een paar dagen geleden heb ik geld gepind, maar stond er toen even niet bij stil dat er hier in Swaziland een andere valuta, overigens met dezelfde waarde, uit de muur komt dan in Zuid Afrika. In Namibië, Lesotho, Swaziland en Zuid Afrika heeft men ieder een eigen valuta maar wel met dezelfde waarden. In Namibië, Lesotho en Swaziland kun je net zo gemakkelijk met de Rand (valuta van Zuid Afrika) betalen als met hun eigen valuta, maar is Zuid Afrika kun je alleen met de Rand terecht.
Tot slot rijden we naar het grensdorpje Bulembu, ooit was dit een bloeiend (asbest)mijndorpje waar 10.000 mensen woonden en werkten. Nu staan er verschillende panden die voor de mijnbouw werden gebruikt leeg. Zo kamperen wij tussen de oude tennisvelden en het oude clubgebouw van de tennisclub en schietvereniging. Wel apart om hier rond te lopen en wat rond te snuffelen. Het zwembad staat leeg, de bioscoop begint aardig in verval te raken, het hostel is men nu aan het opknappen. De kamers hier zullen wel worden omgebouwd naar de wensen van de huidige tijd. Er staan ergens in een hok nog afgedankte wasmachines en wasdrogers van Miele. Een paar andere gebouwen hebben waarschijnlijk ooit als sportzaal en eetzaal gediend.

Woensdag 17 juni (Swaziland)
In de ochtend wandelen we naar het Culture Village. Hier krijgen we een rondleiding door het dorpje om een indruk te krijgen over hoe men binnen de Swazi-cultuur woont en leeft. Men wil ons doen geloven dat hier in dit dorp nog steeds het dagelijkse leven plaats vindt, maar daarvoor is het te doods. Geen vee wat rondloopt, geen voedsel wat geoogst is, alleen een paar vrouwen die souvenirs verkopen. Zij zullen vanavond wel weer met de bus naar huis gebracht worden. Na de rondleiding wordt er voor ons gedanst en gezongen. De dansgroep verzorgd 2x per dag een uitvoering, hopelijk hebben ze vanmiddag meer publiek. Nu zijn wij de enige gasten.
In Swaziland is men trots op hun cultuur, die men graag wil behouden. De koning is hierin een belangrijk persoon. Jaarlijks kiest hij uit een groep half ontblote maagden een nieuwe vrouw. Hij heeft er inmiddels 13. Een goed voorbeeld in voor een land waar 40% van de bevolking besmet is met HIV.
We hebben alweer een week mooi weer. De avonden zijn wel niet zo warm als in Nederland, maar overdag gaat de thermometer toch richting of over de 25ºC heen. Wat dat betreft kun je beter een winter in Zuid Afrika dan in Nederland meemaken. Maar ja, net als ik denk dat het goed gaat met het weer, krijgen we een regenbui.

Dinsdag 16 juni (Zuid Afrika – Swaziland)
In de omgeving van Pongola is het land begroeid met suikerriet en is men druk in de weer met het oogsten ervan. Onderweg zien we hoe de vrachtwagens worden volgeladen met de stengels suikerriet om deze vervolgens naar de Sugar Mill te brengen die net buiten Pongola ligt.
Vanaf Pongola zijn we binnen 15 km bij grensovergang Onverwacht. De douanebeambten zijn onder de indruk van onze reis. Bij deze kleine grensovergang zullen ze wel niet dagelijks overlanders tegen komen.
Swaziland, het kleinste land van Afrika is niet groot. Het is dus geen moeite om op tijd in de middag in het centrum van het land te arriveren. In Ezulwini, een toeristisch gebied, is voldoende gelegenheid om een plekje te vinden. Nadat de tent is opgezet, lopen we naar het craft centre. Hier zijn verschillende souvenirs winkeltjes gevestigd. We zien zoveel leuke dingen, hadden we maar een vrachtwagen en een extra zak geld bij ons. De juwelierszaak trekt onze aandacht. De sieraden die hier in de winkel liggen worden in het naastgelegen atelier met de hand vervaardigd. Voor Arjan kopen we een gouden hanger voor aan zijn ketting (die hanger past vast ook heel goed aan mijn ketting). Voor mij kopen we een zilveren ketting ingelegd met haar van een giraf met bijpassende oorbellen.

Maandag 15 juni (Zuid Afrika)
Vanaf de kust rijden we richting de grens met Swaziland, het volgende land wat we bezoeken. De asfaltweg is plaatselijk bezaaid met putholes en wat heeft Arjan hier een hekel aan. Als we op de N2 aankomen kunnen we niet meer over het asfalt klagen. De N-wegen zijn te vergelijken met onze A-wegen, je mag er net zo hard (100 - 120), al zijn het vaak enkel baanse wegen. Deze wegen worden allemaal goed onderhouden.
In Pongola gaan we de site updaten. Helaas kunnen we alleen de nieuwe reisverhalen plaatsen. De computer in het internetcafé beschikt niet over de juiste software om ook de foto’s toe te voegen.
We besluiten om in Pongola op de camping te overnachten. De middag is alweer aangebroken. Als we nu nog de grens met Swaziland oversteken wordt het waarschijnlijk laat voordat we daar op een camping arriveren.

Zondag 14 juni (Zuid Afrika)
Het is tijd om weer verder te trekken. We blijven nog even aan de kust, maar rijden verder naar het noorden. We doorkruisen het Phinda park en zien onderweg gratis en voor niets verschillend wild; giraffen, neushoorns, zebra’s en weer een eenzame olifant aan de waterkant, zwijntjes en verschillende soorten bokjes. Het laatste deel van onze route gaat door het Coastal Forest Reserve richting Kosi Bay. Een mooie weg die vooral bestaat uit mul zand. Helaas raken we halverwege het spoor bijster. We vragen onderweg een paar keer naar de juiste richting. We komen uiteindelijk wel op de juiste plek aan, maar hebben een stuk van de mooie route gemist. In de omgeving van Kosi Bay, niet ver van de grens met Mozambique, slapen we op de camping bij een lodge.

Zaterdag 13 juni (Zuid Afrika)
Weer een rustdagje. Ja, we hebben hier zo’n mooi plekje en het weer doet ook weer helemaal zijn best. We doen niet heel veel, maar toch is de dag zo voorbij. In de middag maken we weer onze dagelijkse wandeling over het terrein, waarbij de een impala’s en gnoes op de vlucht slaan als ze ons door hebben.
Op TV zien we iets over Jeroen Bosch en wordt het liedje Brabant van Guus Meeuwis gezongen. Dit is toch wel een favoriet liedje van ons aan het worden.

Vrijdag 12 juni (Zuid Afrika)
We rijden naar St. Lucia, een toeristisch dorp in het zuiden van de Wetlands. We maken hier een rondvaart over de staart van lake St. Lucia. We zien verschillende nijlpaarden, krokodillen en vogels. Aan wal groeit de white mangrove tree. Vanaf het bovendek van de rondvaartboot hebben we goed uitzicht en genieten we van het zonnetje.
Als we weer terug rijden naar de Bushbaby Lodge, is het een hele drukte op de N2, een lang weekend staat voor de deur. Men zal wel snel naar huis willen of is wellicht al onderweg naar een vakantieadres.
In de avond gaan we, zoals gewoonte aan het worden is, naar de bar/lounge een drankje drinken en pikken nog wat mee van de Nederlandse TV via BVN.

Donderdag 11 juni (Zuid Afrika)
Vaandag gaan we naar het Hluwhluwe-Imfolozi park. Het is de bedoeling om op tijd op te staan, maar als om 6.15 uur de wekker gaat tikt de regen zachtjes tegen het tentdoek. We draaien ons nog lekker een keertje om en staan pas even na zevenen op.
Als we nog maar net in het park zijn, zien we een groep (zeldzame)wilde honden. Voor ons is het de eerste keer dat we deze beesten tegenkomen. We maken heel wat kilometers in het park, waarbij vooral Arjan het wild (wilde honden, impala´s, gnoes, olifanten, neushoorns, giraffen, buffels, zebra´s, krokodillen, aapjes en wilde zwijnen) spot. De eerste (witte) neushoorns die we zien rijden we bijna voorbij. Op 10 meter afstand van de weg zijn ze in de berm aan het grazen, maar tussen het gras en de struiken zijn ze bijna onzichtbaar. Een eenzame olifant geniet van zijn modderbad en stelt het niet op prijs dat we hem daarbij storen. Hij ziet ons niet, last van bijziendheid, maar hoort ons natuurlijk wel. Als we de motor uitzetten, gaat hij ongestoord verder met zijn bad.
Het is een inspannend dagje geweest met al dat gezoek naar de beesten. Helaas hebben we de zwarte neushoorn niet kunnen ontdekken. Die staat nog op ons lijstje, wie weet komen we deze in het Kruger park tegen.

Woensdag 10 juni (Zuid Afrika)
Vandaag hebben we een rustdag. We doen wat huishoudelijke taken en maken weer een wandeling rondom de lodge.

Dinsdag 9 juni (Zuid Afrika)
Het weer is nog een beetje grauw en miezerig, maar we zien alweer enkele gaatjes in het wolkendek. We rijden binnendoor van Nongoma naar Hluwhluwe (Spreek uit als Sluwsluwe, tijdens het uitspreken van de S even een beetje lucht tussen de wang en kiezen blazen. Voor degene die een slecht zittend kunstgebit hebben is dit wellicht niet nodig).
Rond de middag arriveren we bij de Bushbaby Lodge, die gerund wordt door Pim en Thandie. Zij woonden tot een paar jaar geleden nog in Breda. Als we net gearriveerd zijn, komt er nog een regenbui naar benden, maar daarna komt de zon tevoorschijn. Nee, niet voor de regen, maar voor de zon zijn we vanuit Drakensberg naar Hluwhluwe gereden. We zoeken een mooi plekje op de camping met uitzicht op de waterpoel en met zon op ons “terras”.
We maken een wandeling rondom de lodge (50 ha). Onderweg houden we in en luisteren naar geritsel in de struiken. Dan schieten er opeens enkele Gnoes uit de struiken en slaan voor ons op de vlucht. Het lijkt erop dat ze nog banger voor mij zijn, dan dat ik voor hen ben.

Maandag 8 juni (Zuid Afrika)
Het heeft de hele nacht geregend, dus de beslissing is snel genomen om eerder dan de planning was richting Hluwhluwe (Zululand) te gaan. Eigenlijk hadden we nog in het Royal Natal National Park naar een 950 meter hoge waterval willen lopen, maar klimmen over touwladders en slibberen in de modder lijk nu geen verstandig idee.
We maken heel wat kilometers richting de kust, maar de wolken blijven grijs en het blijft regenen. Onderweg maken we een stop bij een van de Battlefields. Het monument staat hier ter herinnering aan de slachtoffers die gevallen zijn tijdens de strijd tussen de boeren en de Engelse. Toevalligerwijs herdenkt het monument bij Elandslaagte de slachtoffers onder de Nederlandse strijdmakkers.
Aan het einde van de middag zoeken we een B&B.

Zondag 7 juni (Zuid Afrika)
Via de oostkant van Drakensberg rijden we naar noord Drakensberg.
In de wei lopen de koeien en zien we een paar kraanvogels die ze vergezellen.
In Bergville is de plaatselijke elite polo aan het spelen. We stoppen even om te kijken. Voor ons is het de eerste keer dat we deze paardensport in levende lijven zien.
Even buiten Bergville slapen we bij een lodge en backpackers place op de camping. Vanaf hier hebben we uitzicht op het Amphitheatre (een berg), al belemmeren de wolken vandaag het uitzicht.

Zaterdag 6 juni (Lesotho- Zuid Afrika)
We rijden weer verder en bereiken weer een hoger punt, 3293 meter. Dit is vlakbij een ski gebied waar nog een paar restjes sneeuw liggen.
Lesotho is één van de armste landen van Afrika. Het oostelijk deel van Lesotho, waar we nu rijden is duidelijk armer dan het gebied rondom de hoofdstad. Hier is het de os die de kar trekt. Aan de huisjes is goed te zien fat het hier koud kan worden, allen zijn ze voorzien van ramen en deuren. In andere landen, vooral rond de evenaar hebben we verschillende hutjes gezien waar een raam alleen uit een gat in de muur bestond.
Bij de hoogste pub van Afrika doen we weer even een koffie en warme melk voordat we de grens weer terug oversteken naar Zuid Afrika. Bij de douanepost van Lesotho gaat het super snel. Binnen een minuut zijn we weer terug bij de auto. We dalen de Sani pass af en hebben weer zo’n mooi uitzicht. Aan de ene zijde kleurt het gras de bergwand mosgroen en aan de andere kant oud roze. Zo zie je dat zelfs gras niet saai is en een variëteit aan kleur geeft. We eindigen de dag weer bij de Sani lodge, we weten dat we daar vanavond weer lekker bij het openhaardvuur kunnen zitten.

Vrijdag 5 juni (Lesotho)
Via de hoofdstad rijden we naar het noorden van Lesotho. We blijven tot halverwege de middag in het laagland en dan stijgen we. Net zo snel als dat we gister daalde, maar dan met iets minder vaart, klimmen we nu de hooglanden in. De highlands in Scotland zijn ook heel mooi, maar qua hoogte stellen deze in vergelijking met hier niets voor.
Het hoogste punt in Lesotho ligt op 3482 meter, na de Kilimanjaro de hoogste top op het zuidelijk halfrond van Afrika. Het laagste punt ligt op 914 meter. Geen enkele ander land in de wereld heeft zo´n hoog laagste punt. Lesotho wordt dan ook niet voor niets “Kingdom in the sky” genoemd.
We zoeken voor de nacht een plaatsje bij een lodge die er goed verzorgd uit ziet. Zouden ze hier een kampeerplekje voor ons hebben? We hebben geluk, tussen de huisjes is een plekje waar we onze tent kunnen opslaan. Op 2580 meter hoogte wordt dit onze hoogste nacht, als we nu maar geen last krijgen van ademnood of hoogtevrees.
In de bar/lounge gaan we na het eten bij het openhaardvuur lezen en de dagverslagen bijwerken.

Donderdag 4 juni (Lesotho)
We doorkruisen Lesotho horizontaal en rijden richting Maseru, de hoofdstad. Het is veel klimmen en dalen door een bijzonder mooi landschap. We rijden soms verschillende kilometers om maar een kilometer verder te komen. Als we in Thaba Tseka aankomen hebben we al bijna 100 kilometer afgelegd, terwijl we in vogelvlucht maar 45 kilometer van ons vertrekpunt af zitten.
Ook hier in Lesetho is het herfst en kunnen we ons niet anders voorstellen dan dat het hier in het voorjaar nog mooier moet zijn als het gras groen is en de wilde bloemen hun kleuren over de bergen verspreiden. Nu staat er geen bloem in bloei en is het graan en de mais geel. De maiskolven worden geplukt en gedroogd. Het graan wordt gedorst, hier door een paar ossen die rondjes draaien, daar met de hand met behulp van een dorsvlegel.
Tijdens het klimmen en dalen komen we een enkele keer boven de 3000 meter en een paar keer onder de 2000 meter, maar meestal slingeren we rond de 2500 meter hoogte. En dan krijgen we een bordje: “Pas de komende 3 kilometer op voor bochten”. Nou zeg, we slingeren al de hele dag. We kunnen ons een stukje rechte weg hier niet eens voorstellen. Ja, dat is heel wat anders dan Venhorst, waar alles recht toe – recht aan is en waar we bijna alleen maar blokjes kunnen rijden.
En dan… aan het einde van de middag, als we de Bushmann´s pass nemen begint de daling naar het laagland (1500 -1800 meter). Vanaf de pass hebben we een breed uitzicht over het dal wat weg heeft van een plateau. Vlak bij Roma eindigt ons tochtje voor vandaag.

Woensdag 3 juni (Zuid Afrika – Lesotho)
Nee, de Naudesnek pass die we vorige week hebben gereden was helemaal niet de hoogste pass van Zuid Afrika. Zit ik jullie wat verkeerde informatie te geven, ook mooi zeg. De Sani pass is de hoogste pass en die nemen we vandaag. Deze pass loopt recht door het Drakensberg gebied naar Lesotho. Het is een ruige en af en toe steile pass die uitsluitend bereden mag worden met een 4x4 auto. Net voordat het klimwerk begint krijgen we de douanepost van Zuid Afrika. Even een stempeltje in het paspoort en klaar, het Carnet hoeven we niet te laten stempelen.
We krijgen bij het beklimmen van de pass mooie vergezichten te zien en passeren enkele bevroren watervalletjes. Toch vervelend als het water van zo´n watervalletje over de weg loopt. Nou ja loopt, het is bevroren en dus glad. Met 4 wielen op het ijs heeft 4 wielaandrijving ook weinig nut, ze spinnen alle vier rond. Het bevroren stukje is net in een bocht naar boven. Arjan laat de auto wat terug rollen en probeert wat meer de binnenbocht te nemen, zodat we met 2 wielen op de vaste ondergrond blijven. Ja, dat werkt beter. Vlak voor de douanepost van Lesotho komen we bij de 2895 meter hoge Sani top. Bij de douane krijgen we een visum voor 30 dagen. En ook hier (rare plaats) treffen we een box met condooms aan, om gratis mee te nemen. Dat je deze ziet bij backpacker plaatsen kan ik me nog voorstellen, maar bij een douanepost...
Om de hoek bij de douanepost is het hoogste café van Afrika gevestigd (2874 meter). Hier gaan we wat drinken. Voor Arjan een koffie en voor mij een beker warme melk. Lekker in deze zonnige maar toch frisse omgeving.
We zetten onze tocht voort en blijven stilletjes stijgen tot een hoogte van 3261 meter. Nou is dat nog eens hoog of niet? Onderweg zien we verschillende “cowboys”, mannen te paard met omgeslagen dekens, de hoed is vervangen door een bivakmuts.
´s Avonds bij de lodge waar we kamperen hebben we het rijk alleen. We kunnen ´s avonds lekker binnen zitten, al is het daar ook koud. Er is wel een openhaard, maar geen hout. Onder het eten koken komt er een man naar ons toe. Of we een muts willen kopen. “Nee, maar wel hout”. De man gaat en komt een halfuurtje later terug met hout. Arjan maakt een vuurtje en we schuiven de stoelen dicht tegen de openhaard aan.

Dinsdag 2 juni (Zuid Afrika)
We verlaten de kust weer. Aan de kust is het in de avond wel iets minder fris, maar net als in het binnenland te koud om lekker buiten te zitten. We rijden weer binnendoor via verschillende kleine dorpjes, waar men wel elektriciteitsvoorziening heeft, maar verder primitief leeft. Aan het einde van de middag arriveren we vlakbij de Sani pass in de omgeving van Underberg.
Tijdens het eten zitten we lekker bij ons kampvuurtje, maar na het eten gaan we naar de gezamenlijke woonkamer. Hier brand een lekker openhaard vuurtje, waarbij we een boek lezen en sudoku puzzels maken.

Maandag 1 juni (Zuid Afrika)
Eerst maar eens naar het internetcafé. Terwijl Arjan eindelijk weer eens onze site update met nieuwe verhalen en foto’s, skype ik even met het thuis front. Ja, dat is ook alweer 2 maanden geleden. Het blijkt 2e pinksterdag te zijn, dat houden we hier allemaal niet zo bij, dus broer lief is ook in de gelegenheid om langs te komen. Ook buurvrouw Lia komt even langs. Nou iedereen is zomers gekleed, lekker dat het bij jullie ook mooi weer is. Hier schijnt het zonnetje ook.
Het is al tegen 12.00 uur voordat we Port St. John’s verlaten. Even doorrijden om niet te laat in Port Edward te arriveren. We komen door een paar dorpjes, waar het een hele drukte is. Er zijn veel taxibusjes die overal in de weg gaan staan en voor een verkeersopstopping zorgen. Bij de Shoprite staan mensen buiten in de rij te wachten om binnen te kunnen, gekkenhuis dus. Wij zouden het geduld niet hebben om daar tussen te moeten staan.
Op een verlaten camping met veel permanente staanplaatsen slapen we een nachtje. Jeetje, hier hebben mensen ook hele huizen van hun caravan en tent gemaakt.

Zondag 31 mei (Zuid Afrika)
Zoals gister bedacht is het vandaag wasdag. De wasmachine hier op de camping is niet zo luxe als we thuis gewend zijn. Het is een zogenaamde halfautomaat. Het voordeel hiervan is dat ik voor de was die ik met de hand was wel even snel de centrifuge kan gebruiken. Voor het beddengoed en de handdoeken is de grote ton van de wasmachine wel handig. Je doet je was er in, strooit er wat waspoeder over en door een kraan open te draaien loopt er water in. Helaas is het water koud en wordt het door de machine ook niet opgewarmd. De machine schokt gedurende 15 minuten op en neer, dan even centrifugeren en het proces herhalen, maar dan zonder waspoeder. De slaapzakken, kussens en het matras mogen ook weer een keer buiten luchten. Het matras wat aan de onderkant nog vol zit met souvenirs (haren) van Kina en een enkele van George, deze hebben we aan het logeerpartijtje bij Katharina en Patrick overgehouden, worden eraf geborsteld. De laatste haartjes verwijderen we met plakband.
Verder snuffelen we nog wat in boekjes en folders om informatie op te snuiven en bekijken ik de kaart. Nog 2 weken Zuid Afrika en dan moeten we eigenlijk toch wel alles in grove lijnen gezien hebben. We twijfelen nog steeds of we tussendoor een uitstapje naar Lesotho en Swaziland maken. Ach, dat beslissen we wel als we aan de grens staan.

Zaterdag 30 mei (Zuid Afrika)
Time flies! Ja ja, we zijn alweer een half jaar van huis.
Nadat we de backpackers place hebben verlaten rijden we eerst naar “Hole in the Wall”. Een grote rots die voor de kust ligt met, inderdaad, een gat erin. Ik vind het altijd mooi om rotsformaties met bijzondere vormen te zien. Deze rotsformatie staat op de kaart aangegeven als bezienswaardigheid. Maar er zijn ook voldoende rotsen de moeite waard om te bekijken die niet op de kaart staan.
Daarna volgen we de kustlijn naar het noordoosten. Het gebied waarin we ons begeven staat bekend als de Wild Coast of Transkei. Het land van de Xhosa, een inheemse bevolkingsgroep. Dit is weer het Afrika wat we de laatste 7 weken hebben gemist:
- Eindelijk weer eens een markt , met daarom heen een drukte op straat.
- Vrouwen die de was doen in de rivier.
- Taxibusjes die volgestouwd zitten met mensen.
- Vee naast, maar vooral op de weg. Hier is geen afrastering zoals bij de blanke boeren.
- Kinderen, maar ook enkele volwassenen die de Afrika wave doen, oftewel hun hand ophouden.
- Vrouwen lopen met schalen, tassen en bossen hout op hun hoofd en baby’s op de rug.
- Stenen die met de hand gemaakt worden.
- Ezels met kannen water als last.
- Kleding die over een hek of struik te drogen hangt.
- Auto’s waarvan het dak is volgeladen met wat je je maar kunt bedenken.
- Heel veel rondavels (ronde huisjes) en andere huisjes, geel of zalmroze, maar vooral groen geschilderd.
Dit is Afrika, maar geen Zuid Afrika waar alles toch aardig ontwikkeld en geregeld is.
In de middag arriveren we in Port St. Johns. We vinden al snel een mooie camping met een vriendelijke prijs. Voordat we de tent opzetten rijden we eerst naar het centrum om een paar boodschappen te doen. Het is er een drukte. Alle auto’s die we vandaag gepakt en gezakt zijn tegen gekomen, halen hier hun spullen. Het dorpje stelt niet veel voor, maar heeft wel 3 supermarkten, een markt en nog wat andere winkels. Uit de omliggende dorpjes, verstopt in de bergen aan de kunst, komt men hier boodschappen doen.
Er is ook een KFC (Kentucky Fried Chicken) en de auto rijdt hier bijna vanzelf naartoe of kan Arjan de verleiding niet meer weerstaan? Voor het eerst in ons leven stappen wij een KFC binnen. Als we in de rij staan te wachten, komt er een (blanke) man in zijn werkkloffie naar ons toe. Wazig kijkt hij ons aan en met een dubbele tong vraagt hij om 7 rand (€ 0,70). Hij heeft teveel bier op, zegt hijzelf en moet nu een taxi nemen, maar heeft hiervoor geen geld. Jammer voor hem, kijk hij had vooraf de keuze:
- Niet zoveel drinken en geld over houden voor de taxi.
- Niet drinken en zelf naar huis kunnen rijden, al betwijfel ik of hij wel een auto had.
We hadden die 7 rand wel aan hem kunnen geven, maar wedden dat een biertje 7 rand kost. “Oh Inge toch, wat denk jij slecht”.
Terwijl wij zitten te wachten tot ons menu klaar is, komt er weer een man binnen. Zijn broek is zeker 3 maten te groot. Ik zeg tegen Arjan “Dadelijk komt er weer een aan”. Maar het valt mee. Hij drinkt een laatste druppel uit een achtergebleven flesje en snuffelt of er nog iets te eten ligt tussen de lege verpakkingen op het dienblad. Aan een gast die zit te eten vraagt hij een hapje. Nou, als je zo je leven moet slijten…
Ik kijk om me heen en zie overal waar men heeft zitten eten dienbladen met lege verpakkingen/afval. Men heeft niet eens het fatsoen om na het eten het afval vanaf het dienblad in de daarvoor bestemde afvalbak te schuiven. En terwijl ik zo om me heen kijk bekruipt me opeens een raar gevoel. “Ik ben Afrika beu aan het worden”. Niet dat ik naar huis wil, oh nee dat is het niet. Maar in Nederland zijn we zo bang om te discrimineren, want dat is uit den boze. En de blanke in Zuid Afrika waren zogenaamd slecht. Oké op de slavenhandel hoeven we niet trots te zijn en die apartheid was niet goed en gelukkig veranderen de tijden. Alleen niet alle tijden veranderen. De verschillen tussen de blanke en de inheemse bevolking zijn zo groot. Het zit in de natuur en cultuur, en dat hebben de blanken er in al die jaren onderdrukking niet uit gekregen en zal er wellicht ook nooit uitgaan. Hier is men niet inventief, maar wacht men tot het aan komt waaien en denkt men niet verder dan vandaag en wellicht een beetje aan morgen. Ja, met een hand ophouden red men het niet en de ontwikkelingshulp kan wellicht meer kwaad dan goed doen. Mijn oma zei altijd: “Voor niets gaat de zon op” en gaf me altijd een zakcentje als ik wekelijks kwam dweilen of met regelmaat de ramen zeemde. Ik zou zeggen: Geef niet de grote boze buitenwereld de schuld, maar neem het heft in eigen hand. Kijk naar je blanke buurman hoe er water uit zijn kraan komt”.
En nu kun je zeggen dat de inheemse bevolking niets heeft. Inderdaad en dat zullen ze ook nooit krijgen, zolang een mobile telefoon en de daaraan verbonden status belangrijker lijkt te zijn dan een bord eten. Toen mijn vader net na de oorlog werd geboren, hadden mijn opa en oma ook niets en woonde ze met het gezin in een onbewoonbaar verklaard huisje zonder elektriciteit. Maar met de werklust van mijn opa en de pientere geest van mijn oma (die ze vast en zeker van haar vader, “grutvat” gekregen heeft) zijn ze er wel gekomen.
Gister spraken we bij de backpackers met een Nederlandse, ik weet niet eens haar naam. Ze heeft een flinke prestatie achter de rug. Op de fiets is ze in 4 maanden tijd van Cairo naar Cape Town gefietst (iets voor ome Karel?). Nu heeft ze een auto gehuurd en trekt door Zuid Afrika. Voor haar tocht had ze een sponsor die enkele projecten in Zuid Afrika heeft, deze gaat ze nu bezoeken. Het volgende is een mooi voorbeeld: Toen ze bij een project aankwam was men verbaasd dat ze niet gebeld had om te vragen naar de route. “Nee, even op internet zoeken en in Google maps kijken, dan kom je er wel”. De reactie was dat de (inheemse) bevolking hier niet op dat idee zou komen, zelf even zoeken.
In Zuid Afrika zijn het meestal de blanke die een bedrijf runnen. Hier in Port St. Johns is het management van de spar niet blank, maar ook niet zwart. Nee deze is bruin, een Indiër. Die ondernemende Indiërs zullen we in oost Afrika nog verschillende keren tegen gaan komen.
Ja, mag ik het woord zwart wel gebruiken of… Nou ik gebruik de termen gewoon zoals ik ze hier tegenkom. Blanke dat zijn de boeren, de afstammelingen van voornamelijk Europeanen en dan vooral Nederlanders. Het Afrikaans lijkt niet voor niets zoveel op Nederlands. De zwarte bevolking is de inheemse bevolking. En bruin is alles wat daar tussen in zit en bestaat vooral uit een mengeling tussen blank en zwart. Daarnaast vallen onder deze groep ook de Maleisiërs en Indiërs die hier in vroegere jaren naartoe zijn gehaald om te werken.
Nadat we ons maaltje bij de KFC genuttigd hebben, rijden we terug naar de camping. Hier is een wasmachine aanwezig, dus morgen wordt het wasdag. Maandagmorgen kunnen we dan als we verder rijden eerst in het centrum bij een internetcafé onze site gaan updaten. Vanmiddag en morgen zijn ze gesloten. Oh, ik mis Cape Town.

Zo, en nu ga ik serieus overwegen om een boek te schrijven .

Vrijdag 29 mei (Zuid Afrika)
Vandaag hebben we een rustdag, we hebben een mooi plaatsje op de camping van een backpackers place. De kampeerplaatsen zijn hier wel erg klein en duidelijk op backpackers met een puptentje gericht. Wij nemen met onze auto en daktent 3 plaatsen in beslag.
Arjan pleegt wat onderhoud aan de auto, hij heeft namelijk na 37.0000 km weer wat slijtage aan enkele onderdelen ontdekt;
- aandrijfaskruisje versleten
- stuurkogel versleten
- demper los (dit komt regelmatig voor)
- speling op lagers van de achterwielen
Ook repareert hij de band, deze hebben we in de afgelopen week een paar keer bij moeten pompen. Een klein gaatje dus, maar de spijker die in de band zit en het probleem veroorzaakt snort Arjan eenvoudig op. Hij trekt de de spijker, een aardige van formaat, eruit en dicht het gat. De spijker bewaren we voor het plakboek.
Ik doe vandaag niet veel en dat gaat me goed af. Ik check na 2 weken onze mail. Eigenlijk was het onze bedoeling om vandaag onze site te updaten, maar met de computer op de camping kun je alleen naar het internet kijken.

Donderdag 28 mei (Zuid Afrika)
Het was vannacht inderdaad nog kouder, maar daar hebben we gelukkig niet veel last van gehad.
Vanaf Rhodes rijden we via de Naudesnek pas richting Maclear. Deze pas met het hoogste punt op 2592 meter is de hoogste pas van Zuid Afrika en ook voor ons het hoogste punt tot op heden tijdens onze reis.
Als we weer wat aan het afzakken zijn komen we verschillende plantages tegen met naaldbomen die voor het hout gepland zijn. Of de bomen voor de papierindustrie of gewoon voor braaihout gekapt wordt is ons niet duidelijk (misschien kan Jordi ons dat vertellen).
Vanaf Maclean rijden we naar Coffee Bay, het is nog een flink stuk rijden. Dat is dus even doorrijden om daar voor zonsondergang te kunnen zijn.
Waren we vanmorgen nog op bijna 2600 meter hoog in de bergen, nu zitten we net boven de 50 meter met zee in zicht. Ook wat de temperatuur betreft scheelt het meer dan een jas. Ik denk dat het hier op het koudste punt van de nacht niet onder de 15º C gaat komen. Wat kunnen de verschillen in 24 uur toch groot zijn.

Woensdag 27 mei (Zuid Afrika)
Winter in Zuid Afrika! Goh, wat heb ik het vannacht koud gehad. De ijsbloemen staan aan de binnenkant van de tent. Vanavond gaat mijn thermo underwear aan.
Als ik om 8.00 uur door het raampje van de tent naar buiten kijk, zie ik de zon al stralen en glinstert het rijp aan de grassprietjes.
Ik maak voor mezelf een bordje pap om wat op temperatuur te komen en geniet van het zonnetje. Toch heeft het vannacht best hard gevroren. In de jerrycan die achter aan de auto hangt zit ijs en de koelbox, die normaal op 5ºC staat, staat nu op 1ºC.
We rijden vandaag naar Rhodes, een klein dorpje in de omgeving van het skigebied, vlakbij Lesotho. We volgen een mooie route door een gevarieerd berglandschap en passeren enkele kleine dorpjes. Als we in de auto zitten omschrijft Arjan op zijn manier hoe mooi het weer nu is en hoe koud het vannacht was: “Als je nu naar buiten kijkt, zou je toch niet zeggen dat vannacht mijn ballen er bijna vanaf vroren”. Midden in Rhodes ligt een uitgestorven kampeerterrein. We parkeren de auto strategisch, vlak naast een vuurplaats. Het zal vanavond nog wel kouder zijn aangezien we nu op ruim 1800 meter hoogte zijn, toch weer 200 meter hoger dan afgelopen nacht.
Als we om de hoek bij een restaurantje moeten afrekenen voor de camping, ontstaat het idee om daar vanavond te gaan eten. Dan zitten we in ieder geval een paar uur lekker warm. En inderdaad, de steak met groenten en frietjes eten we bij een lekker warm openhaard vuur. Als we terug komen bij de tent duiken we gewapend met spullen tegen de kou snel onze slaapzak in.

Dinsdag 26 mei (Zuid Afrika)
Terwijl we weer verder rijden maak ik Arjans slipper. Bij de teen is hij los en aangezien het niet als de mijn een slipper van € 0,75 is, is het de moeite waard om deze te repareren. Mijn naaitrommeltje is al meerdere keren van pas gekomen. Voor het repareren van de tuinstoelen, waarvan het stiksel van de zitting was losgeraakt. Voor het stoppen van een paar gaatjes in sokken, t-shirt en truitje. En niet te vergeten voor het repareren van mijn broek, waar ik de knie van stukgevallen was. Hiervoor heb ik een stukje vlieseliene gebruikt om het geheel mooi dicht te strijken, weer bijna als nieuw.
Weer bestaat de route vandaag uit een combinatie van gravel- en asfaltwegen, waarbij een stukje niet met een gewone auto begaanbaar is. Omdat we vandaag onderweg geen camping zijn tegen gekomen, informeren we bij de Tourist Information naar kampeermogelijkheden. Zij kunnen ons gelukkig verder helpen en sturen ons naar een Guest House waar we vlak aan een riviertje achter de oude watermolen onze auto parkeren.

Maandag 25 mei (Zuid Afrika)
We rijden landinwaarts. Ja, het blijft keuzes maken en alles kunnen we toch niet zien. Via een mix van gravel- en asfaltwegen rijden we via Uitenhage naar Fort Beaufort. Onderweg liggen er in een bocht verschillende mandarijnen op weg. Waarschijnlijk is de wagen geladen met mandarijnen te hard door de bocht gegaan. Even later, als er weer mandarijnen op de weg liggen stoppen we. Ik raap er een stuk of 20 op. Ze zijn klein, maar smaken erg lekker.
Ook vandaag valt het tegen om een kampeerplekje te vinden. Uiteindelijk vinden we in een natuurpark boven op de berg een mooi plekje.
14% Van de inwoners in Zuid Afrika is blank. Tot vandaag kon ik me deze verhouding niet voorstellen, zoveel blanken als we tegen kwamen. Nu we wat meer landinwaarts rijden gaat dit percentage meer kloppen.

Zondag 24 mei (Zuid Afrika)
Het duurt even voordat het zonnetje achter de bergen te voorschijn komt. Als deze er dan eindelijk is starten wij de auto en vertrekken. We laten Baviaanskloof achter ons en rijden weer terug richting het oosten, richting Port Elizabeth. We nemen een mooie route ten noorden van de Baviaankloof. We zien vandaag alleen maar gravel en een deel is uitsluitend te berijden met een 4x4 voertuig.
Onderweg zien we een schilpad, het is een flinke en zal wel al heel wat jaartjes oud zijn. Als Arjan te dicht bij komt, trekt hij zijn kopje en pootjes terug onder zijn schild. Ook zien we weer wat springend wild.
Halverwege de middag worden we achtervolgd door een donkere wolk. Als we dat maar droog houden. We gaan op zoek naar een camping, in het begin van de middag zijn we eentje gepasseerd, maar hebben daarna niets meer gezien wat daar op lijkt. Als we eindelijk iets zien, blijkt het bord van de oude eigenaar te zijn, de nieuwe eigenaar is net aan het in huizen. Een kilometer of 15 verderop treffen we bij een adventure organisatie gelukkig een camping aan. De donkere lucht hangt nu boven ons en het lijkt erop dat we er met een klein buitje goed vanaf komen. Op het kampeer terrein staat een partytent, komt dat even mooi uit. Kunnen we lekker droog en uit de wind zitten.
Voordat ik eten kook doe ik na 2 weken weer eens een wasje. De rest wacht op de wasmachine die we nooit op het juiste moment op de juiste plaats tegenkomen.

Zaterdag 23 mei (Zuid Afrika)
Voor het ontbijt verwarmen we de chocoladepasta au bain marie, zodat hij weer smeerbaar wordt. In de auto komt de temperatuur ’s nachts ook onder kamertemperatuur. De chocoladepasta wordt daardoor zo hard, dat je er niet eens een mes in kunt krijgen. We rijden door de Baviaanskloof, een 75 km lange kloof, richting Willowmore. De kloof is uitgeroepen door UNESCO tot werelderfgoed, met name vanwege de flora in deze omgeving. Onderweg zien we een paar verschillende soorten herten, aapjes en natuurlijk Bavianen. Verder zien we heel veel soorten planten, struiken en bomen. Een deel van de kloof bestaat uit fijnbos, waartoe o.a. heide en protea behoort. Het oerbos (loof- en dennenbos) loopt in het noorden als een cirkel over de aardbol. Het regenwoud loopt als een cirkel rondom de evenaar de aardbol rond met daarboven en daaronder savanne en woestijn. Maar het fijnbos tref je alleen in Zuid Afrika aan en is daarmee uniek.
Halverwege slaan we onze tent weer op, zodat deze kan drogen, afgelopen nacht was het nogal vochtig. Hierdoor was de tent vanmorgen vanbinnen en vanbuiten nat.

Vrijdag 22 mei (Zuid Afrika)
Vandaag verlaten we Bergrivier. Eerst gaan we nog even bij Japie en Dorie langs. We krijgen wat tips over mooie routes en plaatsen. We lezen een mooi artikel over ons wat Japie voor de lokale krant heeft geschreven. Hiervoor worden ook nog een paar foto’s gemaakt. Dan nemen we afscheid en rijden we richting Baviaanskloof. Dit is weer terug naar de richting waar we vanaf kwamen. Een man bij het Benzinestation in Kareedouw gaf ons een paar dagen geleden al de tip om deze route te volgen en ook volgens Japie en Dorie mogen we het onherbergzame gebied van Baviaanskloof niet missen.
In Hanky stoppen we nog even bij de grootste zonnewijzer van Afrika. Deze is door de Dirk Schellinghout, een Nederlander die in 1948 naar Zuid Afrika is vertrokken, gebouwd. Even later, in het centrum van Hanky ga ik wat boodschappen doen, terwijl Arjan gaat tanken. Arjan treft hier de zoon van Dirk Schellinghout, al heeft hij dit op dat moment nog niet in de gaten. Zijn dochter heeft voorbij Patensie een padstal. Dit is een soort kiosk/restaurant waar lokale producten worden verkocht en waar je een hapje kunt eten. We zijn al verschillende keren een padstal voorbij gereden en besluiten dat we er eigenlijk een keer eentje moeten bezoeken. En inderdaad, we gaan naar de padstal (country shop) van de kleindochter van Dirk Schellinghout. We bestellen allebei een goedgevulde Tramezinnis, wat lijkt op een groot pita broodje. We krijgen een vol bord en het smaakt heel goed.
We rijden verder richting Baviaanskloof en bezoeken onderweg de Kouga dam en passeren weer verschillende boomgaarden met appeltjes van oranje.

Donderdag 21 mei (Zuid Afrika)
Na ons ontbijt pakken we alles in en rijden naar het huis van Japie en Dorie Williams. Vanaf de camping kunnen we het huis zien staan en met de auto zijn we er zo. We praten wat over de omgeving, onze reis en ervaringen en van alles meer. Dit onder het genot van een kopje koffie voor Arjan en een glaasje sap voor mij en de melktaart. Op de vraag of we nog een 2e stukje lusten, kan ik geen nee zeggen (klik op recept onder download). De tijd vliegt voorbij en terwijl onze plannen vanochtend nog bestonden om verder te rijden, draaien deze nu 180° om. Dorie stelt voor dat wij naar de rondavel en de ossenkarren gaan kijken en dat zij ondertussen voor de lunch gaat zorgen.
De rondavel, door Japie gebouwd, is een gastenverblijf waar je alles bij de hand hebt. Een keuken, zithoek, 2-persoonsbed en D/T, en natuurlijk een terras met braaifaciliteiten. Alles compact bij elkaar. De ossenwagens, die door de broer van Japie worden opgeknapt, zijn ingericht om erin te slapen en nemen je mee terug naar vroegere tijden. Er is ook een binnen verblijf bij met een paar bedden, keukentje, toilet en een terras met een mooi en vrij uitzicht. Als we terug komen in het huis, ruikt het er goed. Nee, de lunch bestaat niet uit een broodje kaas, maar uit een warmbuffet. We scheppen overal een beetje van op. Alles is lekker, maar vooral de kip met ui en champignons en de zoete patat smaken erg lekker. Als toetje krijgen we een gestoofde quava, een vrucht die we in Nederland niet vers tegen komen. Dit waarschijnlijk omdat je de vrucht binnen 1à 2 dagen na het plukken moet eten en daarmee export een beetje moeilijk wordt.
Rond half 3 rijden we terug naar de camping. Van Dorie krijgen we een tasje mee met enkele vruchten, jam en gelei. Nadat de tent weer staat maken we een wandeling naar een kleine waterval.
Voor het avondeten hoef ik, na het warme eten van vanmiddag, niet meer uitgebreid te koken. Ik bak voor Arjan een paar omeletjes en voor mezelf een paar pannenkoeken.
Ja, deze dag hoort in het rijtje van bijzondere dagen. Hij is heel anders verlopen dan verwacht. Toch mooi om zo gastvrij te worden ontvangen.

Woensdag 20 mei (Zuid Afrika)
Vanaf het natuurpark rijden we weer naar de N2, noodgedwongen. De R102 is namelijk afgesloten. Anderhalf jaar geleden is de weg tijdens een storm gedeeltelijk weggespoeld. Nu komen we wel over de Bloukransbrug, met zijn 216 meter is dit de hoogste brug van Afrika. De brug is bekend vanwege het bungy jumpen. Je moet je leven er maar aan willen wagen om van deze brug af te springen. We aanschouwen hoe een paar waaghalzen de sprong in het diepe wagen.
We rijden verder en slingeren, waar het kan, om de N2 heen. Rond half 3 zien we een bordje van Bergrivier, een plaats waar we o.a. kunnen kamperen. De koeien die op het kampeerterrein grazen worden naar een ander veld gestuurd. De eigenaar spreekt Afrikaans, het is even goed luisteren, maar ik vind het veel leuker dan Engels. Heel gastvrij worden we voor morgenochtend op de koffie met melktaart uitgenodigd.

Hier volgt nog een lesje Afrikaans. Het Afrikaans is eenvoudiger oftewel lekker simpel t.o.v. onze Nederlandse taal.
C = s
Cc = kk
Ch = g
Sch = sk
Tie = sie
Ij = y
De N aan het einde van het woord vervalt nog wel eens.
Ook de T vervalt regelmatig, vooral aan het einde van een woord.
De Z wordt vaak vervangen door de S.
Bij verschillende woorden is de V vervangen door de W.
Je krijgt dan woorden als:
Winkelsentrum – akkommodsie – slaghuis – agter – uitsig – opgerig – skool – waarskuwing - sonwyser – sakesentrum – ontvangs – nie – plaas – tande – diere – hawe.

Vaak wordt geen en nie of 2x nie in één zin gebruikt: Moenie hierdie water drink nie.
Die wordt gebruikt waar wij de of het zeggen.
Men gebruikt bij de werkwoorden veel vaker alleen de stam (de ik vorm van het werkwoord). U is en jullie word (zonder -en).
I.p.v. wij wordt ons gebruikt.
Ook tref je woorden aan die van een andere taal zijn afgeleid, zoals Baie = veel.

Tot slot nog een leuk gezegde: De Hollanders zijn weer aan die Kaap.
Dit wordt gezegd als het na een slechte tijd weer beter gaat. Het waren de Nederlanders die in vroegere jaren Kaapstad hebben gesticht. Zij hebben in de loop der tijd de macht over de Kaap een paar keer aan de Engelse verloren. Als het slecht gaat, dan zijn het dus de Engelse die de macht over de Kaap hebben en als het goed gaat, dan hebben de Nederlanders weer de heerschappij.

En nog een leuke tip: Als die vleë pla, pla terug! Oftewel als de vlieg je plaagt, moet je hem gewoon terug plagen.

Dinsdag 19 mei (Zuid Afrika)
We laten route 62 voor wat hij is en pikken bij George de Garden Route op. De omgeving is bosrijk en geeft mooie uitzichten over zee en de verschillende baaien. Maar de route had nog veel mooier kunnen zijn als het een rustig (gravel)weggetje zou zijn in plaats van de N2, één van de hoofdwegen van Zuid Afrika. Nu gaat het allemaal zo snel aan ons voorbij, dat we nauwelijks van de omgeving kunnen genieten.
Bij Knysna rijden we naar The Heads, het punt waar de zee in een baai overgaat. Er is daar een mooie rotsformatie. Een gat in een grote rots waar het water doorheen golft.
Onderweg willen we nog naar een Monkey Sanctuary, maar als we zien dat deze apen niet vrij, maar in grote kassen van netten leven laten dit bezoek achterwege. Het dierentuin gehalte is te groot. In het Tsitsikamma National Park verblijven we voor de nacht op de camping.

Maandag 18 mei (Zuid Afrika)
We vervolgen route 62 naar Oudtshoorn. Hier zijn het niet de koeien die het weiland sieren, maar de struisvogels. Rondom Oudtshoorn zijn verschillende “Ostrichfarms”. We rijden nog een stukje verder naar de Cango Caves, de druipgrotten.We volgen de standaard tour, de adventure tour is een andere optie, maar kruipen tussen rotsspleten door zit er voor mijn knie nog niet in. We bezoeken in de grot 5 “kamers”. De 1e kamer is de grootste en in de 19e eeuw ontdekt door meneer van Zeyl, inderdaad, een Hollandse boer. Het is mooi, maar vooral bijzonder om te zien hoe de stenen figuren zijn ontstaan en gegroeid. Er zijn 2 soorten druipstenen. De ene ontstaat doordat stromend water de steen beetje bij beetje uitslijt. De andere ontstaat omdat water langzaam uit de steen drupt. Soms blijft de waterdruppel met daarin een beetje steen aan het plafond hangen, het steen vormt zo een pegel hangend naar beneden. Soms valt de waterdruppel met een beetje steen op de grond, zo bouwt zich vanaf de grond een pegel omhoog. En ergens komen de pegels elkaar dan tegen en vormen ze een samen een pilaster van de grond tot aan het plafond.
Na het bezoek aan de grotten rijden we terug naar Oudtshoorn, waar we een camping zoeken en natuurlijk ook vinden.

Zondag 17 mei (Zuid Afrika)
We maken er een toeristisch dagje van. Eerst rijden we naar Cape Agulhas, het meest zuidelijke puntje van het Afrikaanse continent. Dacht ik een paar dagen geleden nog dat de Indische en Atlantische oceaan elkaar bij Kaap de Goede Hoop ontmoeten, nu weet ik beter. Hier bij Cape Agulhas ligt het officiële punt waar de warme Indische oceaan de koude Atlantische oceaan treft. Vervolgens beklimmen we de nabij gelegen vuurtoren. Bovenop waait het flink, de wind raast met zijn 75 km per uur langs ons af en beneemt je de adem zodra je met de neus in de wind staat. Vanaf de vuurtoren heb je een mooi uitzicht over het dorp en Cape Agulhas. Voordat we de kust laten voor wat hij is, rijden we nog naar een scheepswrak die een stukje naar het westen ligt. Het is maar een deel van het schip en inmiddels flink roestig, maar dat is met dat zoute water snel geregeld.
We vervolgen onze route naar het noordoosten en pikken route 62 halverwege op. Bij Warmwaterberg, ja, in deze berg zit warm water in de grond, slapen we op een camping. De hot springs zijn hier niet zo interessant, het is niet meer dan een zwembad met lekker warm water. Overigens even voor de duidelijkheid, in dit zwembad mag men niet “kaal of halfkaal” zwemmen volgens het huisreglement.
Vandaag was de wind nog aardig van de partij, maar het was droog en het zonnetje deed goed haar best. En het maakt niet uit hoe het weer is, typisch Nederlands is het om erover te klagen. Eerst was het puffen van de hitte en nu is het weer te koud. Ach, dit weer heeft ook weer zo zijn voordelen:
- De golven aan de kust zouden niet zo spectaculair zijn als het niet zo had zou waaien.
- Met de koude avonden is het nuttig om een kampvuur te maken en is het heel romantisch om samen naar de vlammen te kijken.
- De gravelwegen zijn met wat regen niet zo stoffig.
- We worden zelf niet zo plakkerig van het zweet en stof, dus hebben we een keer geen zin om te douchen, dan kunnen we dat gerust achterwege laten zonder de volgende dag het vuil van ons lijf te wrijven.
- Ook onze kleren worden niet zo snel vies (onfris luchtje), dus veel minder was.
- We branden niet al om 7.00 uur onze tent uit, een goede reden dus om lekker tot 8.30 uur in ons bed te blijven liggen.
- We hoeven niet meer naar schaduwrijke plekjes op de camping te zoeken, in het zonnetje is het heerlijk aangenaam.

En eigenlijk is het weer helemaal nog niet zo slecht. Oké, we hebben 1 dag regen gehad, maar verder is het steeds droog en is het overdag in de zon en uit de wind best aangenaam. In Nederland zouden we met het weer van hier meer dan blij zijn.

Zaterdag 16 mei (Zuid Afrika)
Weer nemen we afscheid van Katarina, Patrick en Joe. Wellicht treffen we elkaar weer ergens aan de oostkust. Buiten is het herfst, het is koud, het regent en er staat een stevige wind. We verlaten Cape Town en rijden via de kust richting Cape Agulhas. Het weer klaart niet op en bij Hermanus rijden we een beetje landinwaarts. Hier hopen we een camping te vinden waar het minder hard waait dan langs de kust. Tegen welke windkracht onze tent bestendigd is weten we niet en testen we ook liever niet. We komen geen camping tegen en rijden, om niet teveel van onze route af te wijken weer richting de kust. In Bredasdorp nemen we een SC (self catering), een huisje met kamer, slaapkamer, keuken en douche. In een hoek staat een kleine verwarming, nee centrale verwarming kom je hier niet zo snel tegen. We zetten de verwarming aan, want de enkele beglazing en die kieren laten de koude wind binnen.

Vrijdag 15 mei (Zuid Afrika)
’s Ochtends gaan we eerst even de auto laten controleren. Ja, het is gister na veel bellen gelukt om een autoverzekering af te sluiten. De maatschappij wil nu een rapport hebben betreffende de staat van de auto. Dat checken is zo gepiept.
Daarna rijden we naar het internetcafé en in de middag gaan we weer naar het V&A Waterfront. Bij de kaartverkoop voor de boot naar Robben Eiland informeren we naar de vertrektijden voor morgen. 9.00 – 11.00 – 13.00 en 15.00 uur, maar morgen vaart de boot evenals vandaag niet vanwege het slechte weer, dus geen Robben Eiland voor ons. Gister was het al voorpaginanieuws, een koudefront trekt van het weekend over Cape Town en brengt een storm met zich mee. Bij de Pick N Pay doen we boodschappen voor het avondeten. Vanavond geen restaurant, maar ga ik wat in elkaar flansen.
Bij de flat aangekomen is de deur op slot en wachten we even tot de “bewoners” thuis komen. Ik ga op mijn gemak koken, geen haute cuisine, maar het smaakt goed.